Abiomed Impella 5.5 Manuel Utilisateur page 146

AXILLAIRE INBRENGING VAN DE
IMPELLA 5.5 KATHETER
OPMERKING – De arts is verantwoordelijk voor het gebruik van
de juiste chirurgische procedures en technieken. De beschreven
procedure dient uitsluitend ter informatie. Elke arts moet de
geschiktheid van de procedure evalueren op basis van zijn of haar
medische opleiding en ervaring, de aard van de procedure en de
aard van de gebruikte systemen.
Als de Impella-katheter in de ok wordt gebruikt als onderdeel van een
openhartoperatie, mag manipulatie alleen op de toegangsplaats worden
uitgevoerd. Directe manipulatie van de kathetereenheid door de aorta of het
ventrikel kan leiden tot ernstige schade aan de Impella-katheter en ernstig
letsel bij de patiënt.
Bij gebruik van een diagnostische pigtailkatheter met zijopeningen moet u
ervoor zorgen dat de voerdraad het uiteinde van de katheter verlaat en niet
de zijopening. Vergroot hiertoe het gebied een tot twee keer wanneer de
voerdraad de pigtail begint te verlaten.
Zorg ervoor dat tijdens het plaatsen van de Impella-katheter schade aan het
inlaatgebied wordt voorkomen terwijl u de katheter vasthoudt en de plaats-
ingsvoerdraad aanbrengt.
De introducer en het transplantaatslot worden steriel geleverd en kunnen
alleen worden gebruikt als de verpakking niet beschadigd is en de
vervaldatum niet is verstreken.
Fluoroscopie is vereist voor het inbrengen van de Impella-leidraad en
Impella-katheter.
Vermijd tijdens het inbrengen handmatige compressie van het inlaat- of
uitlaatgebied van de Impella-katheter of het sensorgebied van de canule
bij de Impella 5.5 met SmartAssist-katheter.
Het transplantaat moet proximaal ten opzichte van de repositioneringseenheid
van de introducer op de introducer worden aangebracht om te voorkomen dat
de introducer uit het transplantaat glijdt.
Bij het inbrengen van de Impella-katheter door de introducer en in het
transplantaat, moet u het transplantaat vastklemmen met een vaatklem
net boven de anastomose om bloedverlies door de pompcanule tijdens het
inbrengen via de klep te voorkomen.
De Impella axillaire inbrengset is alleen bedoeld voor het inbrengen. Om
de hemostase voort te zetten, moet de introducer worden verwijderd en
moet de repositioneringseenheid in het transplantaat worden ingebracht.
Onderdelen van de Impella Axillary Insertion Kit mogen NIET opnieuw
worden gesteriliseerd of gebruikt. Alle onderdelen zijn voor eenmalig
gebruik. Hergebruik, opnieuw verwerken of opnieuw steriliseren kan de
werking in gevaar brengen.
De introducer is ontworpen om in een transplantaat te worden ingebracht.
Hij is niet bedoeld om direct in de slagader te worden ingebracht.
Er moet een polyestertransplantaat van 10 mm worden gebruikt dat zorgt
voor een goede pasvorm en hemostase tussen het transplantaat en de
introducer. Een transplantaat met een kleinere diameter past mogelijk niet
over de introducer.
Abiomed raadt het gebruik aan van een 20 cm lang transplantaat, zodat
er voldoende lengte is om de Impella-kathetercanule volledig in het
transplantaat in te brengen voordat de vaatklemmen bij de anastomose
worden losgemaakt om het bloedverlies via de canule tot een minimum te
beperken.
Knik of klem het witte gedeelte van de Impella-katheter met cm-
markeringen NIET met iets anders dan een vasculaire klem met zachte
bek. Knik of klem de verwijderbare introducer NIET.
Een goede positionering van de Impella-katheter is uiterst belangrijk en
het is de moeite waard om extra tijd te nemen bij het positioneren van de
katheter.
142
Zorg ervoor dat de voerdraad met diagnosekatheter in het midden van
de hemostaseklep van de introducer wordt geplaatst om scheuren van de
klep te voorkomen.
Wanneer u de Impella-katheter in de introducer inbrengt, zorg er dan voor
dat deze recht in het midden van de introducerklep wordt geplaatst.
Zorg ervoor dat de afsluitkraan op de verwijderbare introducer altijd in
de gesloten stand wordt gehouden. Er kan een aanzienlijke terugloop
optreden als de kraan openstaat.
In de volgende stappen wordt de aanbevolen techniek voor het inbrengen
van de Impella 5.5 met SmartAssist katheter in de axillaire slagader
beschreven.
1.
Isoleer de axillaire slagader, leg deze bloot en leg hem vervolgens vast
met proximale en distale vaatlussen.
2.
Bevestig een vasculaire graft met een diameter van 10 mm aan de a.
axillaris met behulp van een standaard terminolaterale anastomose.
OPMERKING: Abiomed raadt aan om ten minste een afschuining
van 60 graden op het uiteinde van het implantaat te gebruiken
om de doorgang van de stijve motorbehuizing in de slagader te
vergemakkelijken.
3. Klem het transplantaat met een vaatklem net boven de anastomose en
maak de vaatlussen los zodat het bloed in het transplantaat kan stromen
om de hemostase bij de anastomose te beoordelen.
4. Breng de introducer in het transplantaat in en zet deze vast met een (1)
bijgeleverd transplantaatslot. Om het transplantaatslot te plaatsen, opent
u het en plaatst u het tussen de houders en de naaf op de introducer
om te voorkomen dat de introducer uit het transplantaat glijdt. De
juiste positionering van het tweede transplantaatslot wordt hieronder
afgebeeld.
Introducer, transplantaatslot en Transplantaat
Correcte positionering indien een tweede transplantaatslot is vereist
Gebruikershandleiding