Abiomed Impella Manuel D'utilisation page 243

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 63
Afbeelding 12. Verkeerde positie van Impella katheter (kleurendoppler-TTE)
CHECKLIST POSITIONERING NA PLAATSING
Het volgen van onderstaande stappen van de checklist voor positionering
na plaatsing kan eraan bijdragen om de juiste positie van de Impella
katheter na plaatsing te waarborgen. Besteed bijzondere aandacht aan
het positioneren van de katheter als de patiënt is vervoerd vanuit de
operatiekamer of het katheterisatielaboratorium.
1.
Verwijder speling in de Impella katheter door het P-niveau te
verhogen naar AUTO of P-8 (of P-9 voor de Impella 5.0 of Impella
LD) en plaats de katheter in lijn met de kleinere kromming van de
aorta (in plaats van de grotere kromming).
2.
Gebruik fluoroscopie om er zeker van te zijn dat de speling is
verwijderd.
3.
Controleer of het inlaatgebied van de Impella katheter optimaal is
gepositioneerd: 3,5 cm onder de aortaklep.
4.
Ga terug naar het vorige P-niveau.
5.
Bevestig de Impella katheter aan een stabiel extern
bevestigingspunt in de lies.
POSITIEALARMEN VAN DE IMPELLA
KATHETER BEGRIJPEN EN OPLOSSEN
De controller monitort de katheter voortdurend op basis van het
positiesignaal en de motorstroom.
• Positiesignaal:
Is het signaal karakteristiek voor de aorta- of ventrikeldruk?
(voor Impella 2.5 of Impella CP)
• Is het pulsatiel of afgevlakt? (voor Impella 5.0 of Impella LD)?
• Motorstroom:
Is het signaal 'pulsatiel' of 'afgevlakt'?
Als het systeem een van de positioneringsalarmen afgeeft die in dit
hoofdstuk worden beschreven, is beeldvorming via echocardiografie de
beste methode om de positie van de katheter te controleren. U kunt ook
TEE, TTE of fluoroscopie gebruiken.
Als de Impella katheter zich gedeeltelijk (alleen de uitloper) of volledig in
het ventrikel bevindt, dient u de katheter op geleide van beeldvorming te
herpositioneren.
Als de Impella katheter zich volledig buiten het ventrikel bevindt, probeer de
katheter dan niet over de klep heen te herpositioneren zonder een geleidedraad.
Hieronder worden verschillende mogelijke posities beschreven, evenals de
signaalkenmerken en alarmberichten die daarbij horen en de acties die u in elk
van deze gevallen moet ondernemen. Opmerking: bij gebruik van Impella CP
met SmartAssist of Impella 5.5 met SmartAssist is niet-optische AIC-
positiemonitoring niet beschikbaar. Monitor de pomppositie met beeldvorming
CORRECTE POSITIE
Als de Impella katheter zich in de juiste positie bevindt, verschijnt het
positiescherm zoals hieronder weergegeven in de eerste afbeelding voor de
Impella 2.5 en Impella CP en in de tweede afbeelding voor de Impella 5.0
en Impella LD.
Automated Impella Controller
Correcte positie Impella CP-katheter (vergelijkbaar voor Impella 2.5)
Correcte positie Impella 5.0-katheter (vergelijkbaar voor Impella LD)
IMPELLA 2.5- OF IMPELLA CP-KATHETER VOLLEDIG IN
VENTRIKEL
Als de Impella 2.5 of Impella CP-katheter zich volledig in de hartkamer
bevindt, volgt het volgende alarm:
Positie Impella In ventrikel
In deze situatie verschijnt het positiescherm zoals hieronder wordt getoond.
Impella CP-katheter volledig in ventrikel (vergelijkbaar voor Impella 2.5)
243

Publicité

Table des Matières
loading

Produits Connexes pour Abiomed Impella

Table des Matières