Beckman Coulter MicroScan B1016-138 Manuel D'utilisation page 302

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 16
hogere kans op genezing.
aminoglycosideweerstand (HLAR) bij microdilutie in vloeibaar medium zoals hieronder aangegeven.
Antimicrobiële stof
Gentamicine
Streptomycine
1. Vergelijkbare resultaten zijn aangetoond in beperkte tests met vloeibaar dextrosefosfaatmedium.
De prestatie van de synergiescreeningen van kanamycine, gentamicine en streptomycine op de MicroScan-panels
werd vergeleken met de referentiemethoden voor microkweek aanbevolen door CLSI. Elk bewijs van troebelheid moet
worden beschouwd als groei of opnieuw worden geïncubeerd om resultaten te bevestigen. De resultaten verkregen met
gentamicinesynergie na incubatie van 18 uur waren vergelijkbaar met die verkregen na 24 uur met de referentiemethode.
Voor de beste detectie van resistentie met de synergiescreening voor streptomycine moeten MicroScan-panels gedurende
24 tot 48 uur worden geïncubeerd. Voor de beste detectie van resistentie met de synergiescreening voor kanamycine
moeten MicroScan-panels gedurende 24 uur worden geïncubeerd.
THYMIDINE-VRIJE GROEIWELL
Een aantal bacteriën hebben thymidine nodig om te groeien. Deze bacteriën kunnen een verkeerde gevoeligheid voor
sulfonamiden vertonen wegens het gebrek aan thymidine in de Mueller-Hinton-kweek. Indien een organisme niet in de
TFG-well groeit, mag voor T/S geen MIC worden gerapporteerd.
DAPTOMYCINE
Daptomycine omvat de door CLSI aanbevolen calciumaanvulling. Er is geen bijkomende aanvulling vereist.
PROCEDUREBEPERKINGEN
1. MicroScan grampositieve panels mogen niet worden gebruikt om de gevoeligheden van streptokokken te bepalen,
behalve S. agalactiae (groep B) en S. bovis-groep. Deze isolaten moeten worden getest met een goedgekeurde
methode zoals het MicroScan MICroSTREP plus-panel.
2. De CLSI beveelt bij het testen van moeilijk groeiende streptokokken (CLSI-document M07) en L. monocytogenes
(CLSI-document M45) aan het vloeibare Mueller Hinton-medium met gelyseerd paardenbloed aan te vullen.
procedure van MicroScan gedroogde grampositieve panels wijkt af van deze aanbeveling. Indien er onvoldoende groei
is in de groeiwell, zijn de MIC-resultaten van S. agalactiae (groep B), S. bovis-groep en L. monocytogenes niet geldig.
Er moet dan een alternatieve methode worden gevolgd.
3. De MicroScan gedroogde grampositieve panel kan worden gebruikt om moeilijk groeiende streptokokken te identificeren.
Indien er onvoldoende groei is in de groeiwell, zijn de biochemische resultaten niet geldig en moet een alternatieve
methode worden gevolgd.
4. Anaerobe bacteriën – De Pos Combo-/Pos MIC-panels zijn niet geschikt voor het testen van anaerobe grampositieve
kokken.
5. Er zijn mogelijk extra tests nodig om de definitieve identificatie te bepalen als de identificatiewaarschijnlijkheid laag is (<
85%); raadpleeg hiervoor de microbiologiehandleiding.
6. De penicilline-MIC's voor coagulase-negatieve stafylokokken zijn mogelijk vanwege β-lactamase niet nuttig om de
resistentie te voorspellen. Daarom moet een β-lactamasetest worden uitgevoerd om de MIC te bevestigen. Het is
aangetoond dat stammen van S. saprophyticus met penicilline-MIC's van 1-2 μg/mL geen β-lactamase produceren;
daarom is ampicilline, amoxicilline of penicilline mogelijk het voorkeursgeneesmiddel voor urineweginfecties bij deze
organismen.
7. Een lichte wazigheid kan plaatsvinden in willekeurige wells van sommige antimicrobiële stoffen wegens de onvolledige
oplosbaarheid van een aantal bestanddelen. Dit mag niet worden geïnterpreteerd als groei.
8. Testresultaten moeten worden geïnterpreteerd door opgeleid klinisch personeel. Hierbij moet gebruik worden gemaakt
van beoordelingen, kennis en aanvullende bevestigingstests indien nodig, voordat de identificatie van een organisme
wordt goedgekeurd.
9. Biotypenummers mogen niet worden gebruikt voor de fenotypische identificatie van stammen die zijn geïsoleerd van
verschillende specimens van dezelfde patiënt.
10. Uit de resultaten die zijn verkregen met de onderstaande combinaties van organismen en antimicrobiële stoffen, is
gebleken dat er een discrepantie bestaat tussen MIC-waarden als deze worden vergeleken met een referentiemethode
die overnacht is uitgevoerd. Gebruik een andere procedure als de antimicrobiële stof essentieel is voor de behandeling
van de patiënt. Anders mag de antimicrobiële stof niet worden gecorreleerd wegens de lage correlatie.
C29870–AD
34,35
Volgens CLSI-document M07-A10 is de aanbevolen methode voor detectie van sterke
Medium
BHI
1
BHI
1
Incubatie
Concentratie
24 uur
24-48 uur
302 of 339
500 μg/mL
1000 μg/mL
De
1,36

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières