Beckman Coulter MicroScan B1016-138 Manuel D'utilisation page 304

gevoeligheidsresultaat te verkrijgen (zoals troebelheidsmeting met een niet-breekpuntopzet) voordat resultaten worden
gerapporteerd.
14. Verdunningstests met vloeibaar medium of agar kunnen mogelijk de resistentie tegen penicilline en ampicilline niet
nauwkeurig detecteren bij β-lactamaseproducerende enterokokstammen.
15. Het is niet bekend of MicroScan gedroogde grampositieve panels kunnen worden gebruikt om de resistentie tegen
meropenem bij L. monocytogenes te detecteren, aangezien er geen resistente stammen aanwezig waren op het moment
van de vergelijkingstests.
16. Het is niet bekend of MicroScan gedroogde grampositieve panels kunnen worden gebruikt om de resistentie tegen
linezolid en ceftaroline te detecteren, aangezien er geen resistente stammen aanwezig waren op het moment van de
vergelijkingstests.
17. Het is bij enterokokken belangrijk de exacte soort te bepalen, aangezien Synercid niet actief is tegen E. faecalis.
18. Resultaten in het autoSCAN-4- en WalkAway-instrument verkregen met S. saprophyticus en mupirocine hebben
afwijkende MIC's opgeleverd in vergelijking met de handmatig afgelezen panels. MIC-resultaten voor deze isolaten
moeten worden verkregen door panels handmatig af te lezen.
19. MicroScan gedroogde grampositieve panels detecteerden resistentie tegen vancomycine in de stammen van VRSA
S. aureus die beschikbaar waren op het moment van de vergelijkende tests. Het vermogen van MicroScan gedroogde
grampositieve panels om resistentie tegen vancomycine te detecteren in andere S. aureus-stammen is onbekend wegens
het beperkte aantal resistente stammen die beschikbaar zijn voor vergelijkende tests.
20. Resultaten van het autoSCAN-4-instrument verkregen met vancomycine en stafylokokken toonden een potentieel voor
lichte groei bij incubatie van 16 uur. De resultaten van vancomycine met stafylokokken moeten afgelezen worden op het
autoSCAN-4-instrument na incubatie van 18-20 uur.
21. Het Prompt-systeem liet hoge MIC's van daptomycine met stafylokokken zien in vergelijking met de referentiemethode.
Indien met het Prompt-systeem geen gevoeligheid kan worden geïnterpreteerd, moet vóór de rapportage een alternatieve
methode worden gevolgd om een gevoeligheidsresultaat te verkrijgen (zoals troebelheidsmeting).
22. Het Prompt-systeem mag niet worden gebruikt als de kolonie kleiner is dan de punt van het staafje. Voorbeelden van
organismen die mogelijk niet voldoen aan de minimale grootte zijn Streptococcus spp. behalve S. bovis-groep en S.
agalactiae (groep B). Het selecteren van kolonies die te klein zijn, leidt tot te geringe inoculatie, waardoor een resistent
organisme gevoelig kan lijken. Een alternatieve methode voor voorbereiding van het inoculum moet worden gevolgd
voor kolonies kleiner dan de punt van het staafje.
23. De MIC-resultaten voor Abiotrophia/Granulicatella sp., Aerococcus urinae, Aerococcus viridans, Erysipelothrix
sp., Gemella haemolysans, Gemella morbillorum, Gemella, Kytococcus sedentarius, Leuconostoc sp., Listeria
innocua/seeligeri, Pediococcus sp., Rhodococcus equi, Rothia dentocariosa, Rothia mucilaginosa en Rothia sp. zijn
gecontra-indiceerd voor gebruik en mogen niet worden gerapporteerd.
MISLEIDENDE RESULTATEN
Volgens CLSI-standaard M07-A10 kunnen er gevaarlijk misleidende resultaten optreden als bepaalde antimicrobiële stoffen
worden getest voor bepaalde organismen. Voor enterokokken zijn die antimicrobiële stoffen onder meer: cefalosporinen,
aminoglycosiden (behalve resistentietests bij hoge concentraties), clindamycine en trimethoprim/sulfamethoxazol. Voor
Listeria spp. zijn die antimicrobiële stoffen onder meer de cefalosporinen zijn. Als een van de bovenstaande combinaties
van antimicrobiële stoffen en organismen optreedt, wordt door het LabPro-systeem alleen de MIC weergegeven (zonder
interpretatie).
KWALITEITSCONTROLE
De aanvaardbaarheid van identificerende media en antimicrobiële stoffen moet worden gecontroleerd door organismen
te testen met reeds bekende reacties en MIC-waarden. Raadpleeg de International QC Reference Chart (Internationale
referentiekaart voor kwaliteitscontrole) voor kwaliteitscontroleorganismen en aanvaardbare eindpuntresultaten.
PRESTATIEKENMERKEN
De prestaties van de MicroScan gedroogde panels zijn beoordeeld in verschillende klinische laboratoria.
antimicrobiële stoffen werden op MicroScan gedroogde panels getest met behulp van de troebelheidinoculatiemethode.
De resultaten werden handmatig afgelezen.
referentiemicrodilutie-MIC-systeem.
REPRODUCEERBAARHEID
De reproduceerbaarheid is onderzocht op meerdere klinische locaties om de aanvaardbare prestaties te controleren in
combinatie met de aanbevolen methoden die in de procedurehandleiding worden beschreven.
GARANTIEVERKLARING
Het systeem wordt gedekt en valt onder de voorwaarden van de garantie inbegrepen in uw contractuele overeenkomst voor
het systeem of de bijbehorende reagentia. De klant is verantwoordelijk voor routineprocedures van preventief onderhoud.
C29870–AD
Deze resultaten werden vergeleken met de resultaten van een
304 of 339
De