Beckman Coulter MicroScan B1016-138 Manuel D'utilisation page 298

Well
PGR
PHO
PGT
IDX
VP
BE
PYR
ARG
URE
RAF
LAC
TRE
MNS
SOR
ARA
RBS
INU
MAN
PRV
HEM
LOC
B. Identificatie van organismen
Het Biotype Lookup Program in het LabPro-informatiebeheerprogramma en op de website van Beckman Coulter
kan worden gebruikt om onbekende testorganismen te identificeren.
Streptococcaceae en 18 tests voor Micrococcaceae worden respectievelijk vertaald in een biotypenummer met 9
of 6 cijfers. Het programma bevat een lijst met organismen en de bijbehorende waarschijnlijkheden. Organismen
met de hoogste waarschijnlijkheid staan bovenaan en de cumulatieve waarschijnlijkheid is maximaal 99,9%.
Raadpleeg de LabPro-software (Utilities (Hulpprogramma's)>System (Systeem)>Biotype Lookup (Biotype
zoeken), het Biotype Lookup Program op de website van Beckman Coulter of uw vertegenwoordiger of distributeur
van Beckman Coulter als er een biotype wordt aangeduid als 'Very Rare Biotype' (Uiterst zeldzaam biotype).
2. Interpretatie van MIC-resultaten
De gevoeligheid wordt bepaald door de MIC van een organisme te vergelijken met de concentratie van het antimicrobiële
middel dat in het bloed of de urine kan worden bereikt. De volgende tabel somt de interpretatiecriteria op zoals vermeld
in het CLSI-document, de EUCAST-richtlijnen, het rapport van het Comité de l'Antibiogramme de la Société Française
de Microbiologie (CA-SFM), alsook de aanbevelingen van de FDA en MENSURA. Er zijn bepaalde criteria die afwijken
van de interpretatiebreekpunten van de fabrikant die worden vermeld in de Physicians' Desk Reference (naslagwerk
voor artsen).
Interpretatiebreekpunten
Antimicrobiële stoffen
Amikacine – Stafylokokken
Amoxicilline/kaliumclavulanaat
Stafylokokken (CLSI M100-S22)
5
Ampicilline
Stafylokokken (CLSI M100-S22)
6
L. monocytogenes
4
Enterokokken
β-hemolytische streptokokken (S. agalactiae, groep B)
Viridans-groep streptokokken (S. bovis-groep)
4,5
Ampicilline/sulbactam
Stafylokokken (CLSI M100-S22)
7
Arbekacine
S. aureus
8
Azithromycine
Stafylokokken
5
Cefazoline
Stafylokokken (CLSI M100-S22)
Cefdinir – Stafylokokken (CLSI M100-S22)
C29870–AD
Reagens
Een gele kleur moet worden geïnterpreteerd als
positief. Gebruik de NOV-well als een negatieve
controle.
Voeg 1 druppel 40% KOH en 1 druppel 5% alfanafthol toe. Wacht minimaal
20 minuten om het te laten reageren.
Voeg 2 druppels peptidasereagens toe. Wacht 2 minuten om het te laten
reageren.
Sporen van oranje moeten worden beschouwd als negatief.
Alleen voor panelherkenning door autoSCAN-4- en WalkAway-systemen.
4,5
6
EUCAST
Afk. S I
Ak ≤8 16
Aug
- -
Am
- -
- -
≤4 8
- -
- -
A/S
- -
Abk
- -
Azi
≤1 2
Cfz
- -
- -
Cdn
298 of 339
Positief
Geel
Blauw tot grijs/
precipitaat
Roze tot rood
Donkerbruin tot
zwart
Rood/oranje tot
rood
Roze/oranje tot
roze
Roze
Geel
Bèta
De resultaten van de 27 tests voor
1 2
CLSI
R S I
>16 ≤16 32
- -
≤4/2
- -
≤0,25
- -
≤2
-
>8 ≤8
- -
≤0,25
-
≤0,25 0,5-4
-
≤8/4 16/8 ≥32/16
- - -
>2 ≤2 4
-
≤8 16
-
≤1 2
Negatief
Helder (kleurloos)
Helder (kleurloos)
of wit precipitaat
Helder (kleurloos)
tot bruin, kan
troebel of zeer
lichtroze zijn
Helder (kleurloos)
tot lichtbruin
Geel tot oranje/rood
Geel tot oranje
Geel tot oranje
Oranje tot rood
Alfa of gamma
3
OVERIGE
R S I R
- - -
≥64
- - -
≥8/4
- - -
≥0,5
- - - -
- - -
≥16
- - - -
- - -
≥8
- - -
-
≤4 8 ≥16
- - -
≥8
- - -
≥32
- - -
≥4