Wilo Stratos GIGA2.0-I Notice De Montage Et De Mise En Service page 429

Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Stratos GIGA2.0-I, Wilo-Stratos GIGA2.0-D
Installatie
7. Leg de insteekset incl. de gemonteerde elektronicamodule op een geschikte werk-
plek neer en beveilig deze.
8. Draai de 2 onverliesbare schroeven op het beschermplaatje (Fig. I, pos. 27) los en
verwijder het beschermplaatje.
9. Steek een moersleutel (sleutelwijdte 18, 22 of 27 mm) in het lantaarnvenster en
houd de as aan de sleutelvlakken vast (Fig. I, pos. 16). Draai de waaiermoer (Fig. I,
pos. 22) eruit. De waaier (Fig. I/III, pos. 21) wordt automatisch van de as getrokken.
Gebruik bij gietijzeren waaiers een aftrekker.
10. Draai, afhankelijk van het type pomp, de schroeven (Fig. II, pos. 10b) of (Fig. III,
pos. 10a) los.
11. Maak het lantaarnstuk met een tweearmige aftrekker (universele aftrekker) los van
de motorcentrering en trek dit van de as. De mechanische afdichting (Fig. I,
pos. 25) wordt dan tegelijk verwijderd. Vermijden dat het lantaarnstuk kantelt.
12. Als de mechanische afdichting is beschadigd, druk dan de tegenring (Fig. I, pos. 26)
van de mechanische afdichting uit de zitting in het lantaarnstuk. Nieuwe tegenring
in het lantaarnstuk zetten.
LET OP
Let bij de volgende stappen telkens op het voor het betreffende schroefdraadtype
voorgeschreven aandraaimoment! Zie daarvoor de tabel „Schroeven en aandraaimo-
menten [} 430]".
13. Schuif het lantaarnstuk voorzichtig over de as en plaats het in de gewenste uitrich-
ting ten opzichte van de motorflens. Let daarbij op de toegestane inbouwposities
van de componenten. Bevestig het lantaarnstuk met de schroeven (Fig. II, pos. 10b)
op de motorflens. Gebruik deze schroeven (Fig. III, pos. 10a) bij pomptypes/types
lantaarnstukken conform (Fig. III).
14. Schuif een onbeschadigde of nieuwe mechanische afdichting (Fig. I, pos. 25) op de
as.
15. Steek, om de waaier te monteren, een moersleutel (sleutelwijdte 18, 22 of 27 mm)
in het lantaarnvenster en houd de as aan de sleutelvlakken vast (Fig. I, pos. 16).
⇒ Ga bij pomptypes met een kunststof waaier als volgt te werk:
16. Draai de waaiermoer tot de aanslag in de waaiernaaf.
17. Draai de waaier samen met de waaiermoer handvast op de as. Houd daarbij de in de
vorige stap bereikte positie vast. Draai de waaier niet met gereedschap vast.
18. Waaier met de hand vasthouden en de waaiermoer ca. 2 omwentelingen losdraai-
en.
19. Draai de waaier samen met de waaiermoer tot de gestegen wrijvingsweerstand op-
nieuw op de as. Houd daarbij de in de vorige stap bereikte positie vast.
⇒ Ga bij pomptypes met een gietijzeren waaier als volgt te werk:
20. Monteer de waaier met borgring en moer; maak hierbij een contramoer aan de bui-
tendiameter van de waaier vast. Voorkom beschadigingen van de mechanische af-
dichting door kanteling.
21. De volgende instructies gelden weer voor beide waaiervarianten:
Houd de as vast en draai de waaiermoer met het voorgeschreven aandraaimoment
vast (zie de tabel „Schroeven en aandraaimomenten [} 430]"). De moer (Fig. I,
pos. 22) moet met ongeveer ±0,5 mm gelijk liggen met het uiteinde van de as
(Fig. I, pos. 16). Als dit niet het geval is, draai de moer dan los en herhaal de stap-
pen 17 – 21.
22. Verwijder de moersleutel en monteer het beschermplaatje (Fig. I, pos. 27) weer.
23. Als de O-ring is beschadigd: Maak de groef van het lantaarnstuk schoon en plaats
de nieuwe o-ring (Fig. I, pos. 19).
24. Bevestig de insteekset ter beveiliging met geschikte hijsmiddelen aan de trans-
portogen. Leg een riemlus om de motor om te voorkomen dat de eenheid kantelt.
Voorkom dat de elektronicamodule wordt beschadigd bij het bevestigen (Fig. 6).
25. Leid de insteekset (Fig. 4) met het ontluchtingsventiel omhoog in het pomphuis.
Let daarbij op de toegestane inbouwposities van de componenten. Het gebruik van
de montagebouten wordt aanbevolen (zie het hoofdstuk „Toebehoren" [} 421]).
nl
429