Abiomed ImpellaCP Manuel D'utilisation page 96

EVALUATIE VOORAFGAAND AAN
ONDERSTEUNING
Voordat u met de procedure aanvangt, dient u de patiënt te evalueren op
factoren die een succesvolle plaatsing van de Impella-katheter kunnen
verhinderen. Gebruik beeldvormingstechnieken om het vaatstelsel en de
femorale toegangsplaats van de patiënt te beoordelen. Een echografische
beoordeling van het linkerventrikel wordt eveneens aangeraden om
tromben in het linkerventrikel, mechanische aortakleppen en ernstige aorta-
insufficiëntie uit te sluiten. Als de patiënt een tortueuze arteria iliaca heeft,
kan de meegeleverde huls van 25 cm worden gebruikt voor het inbrengen
van de katheter. De Impella-katheter kan ook operatief worden ingebracht.
OPSTARTEN
BENODIGDHEDEN
• Automated Impella Controller (Abiomed)
• Impella set (Abiomed)
• Door het ziekenhuis geleverd:
• Diagnostische katheter (AL1 of universeel zonder zijopeningen,
of pigtail met of zonder zijopeningen)
• Standaard voerdraad van 0,035" x 175 cm met J-tip
• Zak glucoseoplossing van 500 cc voor de spoeloplossing
(5% aanbevolen; 5% tot 20% acceptabel) met 50 IE/ml heparine
Opmerking: als de spoeloplossing in flessen wordt geleverd, opent u
de ontluchtingsopening op de aanpriknaald voor de spoelvloeistof en
volgt u dezelfde procedure als bij een spoelvloeistof die in zakken wordt
geleverd.
CASUS STARTEN
Als u een stap in het proces voor het opstellen van de Impella-katheter
overslaat of als het voltooien van een stap langer duurt dan toegestaan,
toont de Automated Impella Controller, voor sommige stappen, schermen
met aanvullende instructies om de opstelprocedure te vervolgen.
De onderstaande stappen die een grijze achtergrond hebben, vereisen een
steriele techniek.
Afbeelding 8.4
CASUS STARTEN
1. Druk op de schermtoets NIEUWE CASUS STARTEN in het
beginscherm of sluit een nieuwe Impella-katheter aan. 'Casus starten'
kan ook worden geselecteerd door op de schermtoets MENU te
drukken.
2. De controller toont het bovenstaande scherm.
94
SPOELCASSETTE PLAATSEN
1. Open de verpakking van de spoelcassette in het steriele veld.
2. Verwijder Y-connector en werp weg, indien aanwezig, af en bevestig
de gele luerconnector op de spoelslang aan het steriele veld.
3. Overhandig de spoelcassette en aanpriknaald buiten het steriele veld.
4. Prik de glucosezak/-fles aan.
5. Druk op de schermtoets VOLGENDE om verder te gaan.
6. Open de klep van de spoelcassette door de ontgrendeling aan de
linkerkant van de controller in te drukken. Plaats de spoelcassette in
de Automated Impella Controller.
7. De spoelcassette wordt in het compartiment aan de voorkant van de
controller geplaatst. Volg voor de juiste plaatsing het diagram aan de
binnenkant van de klep van de spoelcassette.
8. Schuif de spoelschijf in de sleuf rechts van de spoelcassette tot deze
vastklikt. De controller begint automatisch met het voorvullen van
de spoelcassette. Opmerking: de instructies voor plaatsing van
de spoelschijf verschijnen als de schijf niet binnen 3 seconden na
plaatsing wordt vastgeklikt.
9. Trek de spoelslang uit en sluit de klep van de spoelcassette. De
spoelslang wordt niet afgeklemd waar deze de spoelcassette verlaat,
omdat er voldoende ruimte langs de randen van de klep van de
spoelcassette is.
10. De controller begint automatisch met het voorvullen van de
spoelcassette nadat deze is geplaatst. De voortgangsbalk toont de
voortgang van het voorvullen van de spoelcassette.
DE IMPELLA-KATHETER AANSLUITEN
1. Verwijder de Impella-katheter uit de verpakking met behulp van een
steriele techniek en controleer de katheter op beschadiging.
2. Schuif de repositioneringshuls richting de rode pomphandgreep.
3. Inspecteer de kabel op beschadiging, waaronder beschadiging van de
connectorpennen aan het controlleruiteinde.
4. Leid de steriele connectorkabel vanaf de Impella-katheter tot buiten
het steriele veld.
KLIK
Afbeelding 8.5
5. Open de afdekking van de blauwe katheterplug door deze rechtsom
te draaien. Breng de inkeping op de connectorkabel op één lijn met de
inkeping in de blauwe katheterplug aan de voorkant van de Automated
Impella Controller en sluit de kabel aan op de controller.
6. Klik de spoelklem (op het drukreservoir van de doorzichtige zijarm)
vast aan de connectorkabel, zoals getoond in Afbeelding 8.5.
Opmerking: het is belangrijk dat u de kunststofklem op het
drukreservoir aan de connectorkabel vastklikt om knikken in de slang
te voorkomen.
7. Nadat de spoelcassette is voorgevuld en als de controller detecteert
dat de connectorkabel is aangesloten, wordt u gevraagd de gele luer
aan te sluiten op de Impella-katheter.
Gebruikershandleiding