Ambu VivaSight 2 DLT 35 Fr Mode D'emploi page 208

Richtsnoeren en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit
Het systeem is bestemd voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische
omgeving. De klant of de gebruiker van het systeem moet zich ervan verzekeren dat het
Immuniteitstest
Beproevingen
radiofrequente
velden
IEC 61000-4-6
Radiofrequente
velden
IEC 61000-4-3
208
systeem in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
IEC 60601-1-2
testniveau
Voor
voedingskabels
3 V RMS
0,15 MHz – 80 MHz
6 V RMS
in ISM-banden
80% AM bij 1 kHz
3 V/m 80 MHz tot
2,7 GHz
80 % AM bij 1 kHz
Nabijheid van
draadloze
RF-communicatie-
apparatuur
385 MHz -
5785 MHz,
tot 28 V/m
Nalevingsniveau
Voor
voedingskabels
3 V RMS
0,15 MHz – 80 MHz
6 V RMS
in ISM-banden
80% AM bij 1 kHz
3 V/m 80-2700 MHz
80 % AM bij 1 kHz
Nabijheid van
draadloze
RF-communicatie-
apparatuur
385 MHz -
5785 MHz,
tot 28 V/m
Elektromagnetische
omgeving – richtsnoer
Draagbare en mobiele
RF-communicatie-
apparatuur dient, inclu-
sief kabels, niet dichter
bij het systeem te wor-
den gebruikt dan de
aanbevolen scheidings-
afstand berekend aan
de hand van de verge-
lijking die geldt voor
de zenderfrequentie.
Aanbevolen schei-
dingsafstand
d = 1,17
d = 1,17 80 MHz tot
800 MHz
d = 2,33 800 MHz tot
2,7 GHz
Waarbij P het door de
zenderfabrikant aange-
geven nominale maxi-
male uitgangsvermo-
gen van de zender in
watt (W) is en d de aan-
bevolen scheidingsaf-
stand in meter (m).
Veldsterkten van vaste
RF-zenders, bepaald
door een elektromag-
netisch onderzoek van
het terrein
a) Moeten binnen elk
frequentiebereik onder
het nalevingsniveau
liggen.
b) Er kan storing optre-
den in de nabijheid van
apparatuur die is voor-
zien van het volgende
symbool.