Vulprocedure; Met De Perfusie Beginnen; Tijdens De Perfusie; Onderbreking Van De Perfusie - sorin SYNTHESIS R Mode D'emploi

12. Verbind het hulpmiddel voor veneuze afname met de luer van
het veneuze spruitstuk (Ref. 14 op afb. 1).
13. Verbind de temperatuurvoeler van Sorin Group Italia met de
temperatuurmeetplek van het veneuze spruitstuk (Ref. 11 op
afb.1).
Gebruik temperatuurvoelers van SORIN GROUP ITALIA (art. nr.
09026) of gelijkwaardige voelers.
F. VULPROCEDURE
1. Vul het extracorporele circuit via de cardiotomiesectie van het
reservoir SYNTHESIS
bloeduitgangsconnector 3/8" gesloten blijven.
2. Vul door zwaartekracht of door een eenvoudige "pompflow" eerst
de oxygenator en daarna eventueel het arteriële filter, en
vervolgens de arterieel-veneuze lijn. De aftapopeningen moeten
allemaal open zijn. De verschillende apparaten dienen te worden
gemanoeuvreerd volgens de aanwijzingen in de bijbehorende
gebruikshandleidingen.
3. Ontlucht het extracorporele circuit in de volgorde van de
apparaten, op grond van de flowrichting; b.v. eerst de lijn
bovenstrooms van de oxygenator, vervolgens de oxygenator zelf,
de verbindingslijn met het arteriële filter, het arteriële filter etc.
4. Laat de pomp stoppen en klem tegelijkertijd de veneuze en de
arteriële lijnen af. Wacht op incanulatie.
G. MET DE PERFUSIE BEGINNEN
1. Begin de dynamische fase van de bypass door de clamps
langzaam te verwijderen, eerst van de veneuze lijn, daarna van
de arteriële.
2. Bedien de hoofdpomp met een flow die geleidelijk toeneemt
totdat het hemodynamische evenwicht en de gewenste flow
worden bereikt.
H. TIJDENS DE PERFUSIE
- Controleer op gezette tijden de bloedgaswaarden van het veneuze
en arteriële bloed.
- Het voor de werking vereiste minimumniveau in het veneuze
reservoir is 300 ml. Om een voldoende lange responstijd te
waarborgen in het geval van verstopping van de veneuze
ingangslijn wordt echter geadviseerd een voldoende groot volume
in het reservoir te handhaven, boven het minimumniveau van 300
ml.
- Overschrijd echter nooit het niveau van 4300 ml in het veneuze
reservoir.
- Het bloedniveau in de SYNTHESIS R moet voortdurend in het oog
gehouden worden, zo
bloedniveaudetector.
- Controleer op gezette tijden het niveau van de anticoagulans.
I. ONDERBREKING VAN DE PERFUSIE
1. Verlaag de perfusieflow totdat de hoofdpomp stopt.
2. Maak de SYNTHESIS R en de lijnen die ermee verbonden zijn,
niet leeg; laat een minimaal bloedniveau van enkele tienden ml,
dit zal van nut bij de hervatting van de bypass.
3. Sluit de veneuze lijn en de arteriële lijn af. Als de onderbreking
langer dan 3 - 5 min duurt, moet de recirculatie in de oxygenator
en de SYNTHESIS R op gang worden gebracht door de
recirculatielijn te openen.
J. HERVATTING VAN DE PERFUSIE
1. Ga na of er geen luchtbellen in het circuit aanwezig zijn.
2. Open de veneuze en arteriële lijn langzaam en schakel de
bloedpomp pas in wanneer het bloedniveau correspondeert met
het voor de werking vereiste minimumniveau.
3. Voer de perfusie uit volgens de vereiste techniek. Gebruik
hiervoor de paragrafen "MET DE PERFUSIE BEGINNEN",
"TIJDENS DE PERFUSIE" en "ONDERBREKING VAN DE
PERFUSIE" van deze handleiding als referentie.
4. Neem in geval van problemen of voor verder informatie contact
op met Sorin Group Italia of met een erkende dealer.
K. DE PERFUSIE BEËINDIGEN
1. Sluit de veneuze lijn geleidelijk aan af en verminder de bloedflow
tegelijkertijd totdat de hoofdpomp helemaal stopt;
2. sluit nu de arteriële lijn af.
L. HET BLOED NA
PERFUSIE OPVANGEN
1. Vang al het bloed uit de veneuze lijn op in het veneuze reservoir
SYNTHESIS R, zodra de chirurg de canules uit de vena cava
van de patiënt heeft gehaald.
2. Voer zoveel mogelijk bloed uit het veneuze reservoir toe via de
aorta-canule, zonder echter onder het niveau van 50 ml te raken.
3. Bereid de herwinning van het resterende bloed in de "transfer"-
zak voor. Het opgevangen bloed kan onmiddellijk worden
R; in deze fase moet
mogelijk met behulp van
BEËINDIGING VAN
gebruikt door intraveneuze infusie, of later, als het op de juiste
wijze geconserveerd wordt.
M. GEBRUIK VAN ACTIEVE VENEUZE DRAINAGE
MET VACUÜM
Deze methode kan op elk moment gedurende de extracorporele
circulatie worden toegepast, op voorwaarde dat onderstaande
instructies worden opgevolgd. Door gebruik te maken van de kit
artikelnummer ID096834 of gelijkwaardige, apart geleverde kits, en
een regelmechanisme van het vacuüm, is het mogelijk de
SYNTHESIS R te gebruiken met actieve veneuze drainage met
vacuüm. Deze techniek vormt een alternatief voor de veneuze
de
drainage door zwaartekracht, en maakt het mogelijk kortere veneuze
slangen met een kleinere diameter te gebruiken, alsook canules met
een geringere doorsnede.
1. Maak de verpakking van de actieve veneuze drainagekit met
vacuüm zo open, dat de steriliteit van het systeem niet wordt
aangetast.
2. Sluit het uiteinde met de blauwe dop aan op de aftapconnector
van het veneuze reservoir (Ref. 10 op afb.1) die voorzien is van
een overloopklep, en het uiteinde met de rode dop met het
regelmechanisme van het vacuüm. Laatstgenoemde moet
worden aangesloten op de vacuümlijn.
3. Sluit de klem en de groene dop af op de lijn die met het reservoir
verbonden is.
4. Als u deze methode wilt stoppen of onderbreken, verwijder dan
de gele dop en open de klem op de lijn zelf.
- De negatieve druk die op het reservoir wordt uitgeoefend mag
nooit groter zijn dan –50 mmHg (-6,66kPa/-0,07bar/-0,97 Psi).
- Controleer de werking van het regelmechanisme van het
vacuüm en de vacuümgraad regelmatig.
N. GEBRUIK
BORSTKASDRAINAGE
Door middel van de lijnsets/drainagekits kan het SYNTHESIS R veneuze
reservoir worden veranderd in een apparaat voor borstkasdrainage voor
intensive care-patiënten. De functie die een dergelijk apparaat vervult, is het
actief, gekalibreerd afzuigen van het bloed dat uit chirurgische wonden in
de borstkas terechtkomt, en eventuele hertransfusie.
Deze kits voldoen aan de specifieke behoeften van elke patiënt
afzonderlijk, en zijn geschikt voor steriele conversie van het reservoir,
herwinning via een microfilter en eventuele herinfusie van het opgevangen
bloed tijdens de eerste gebruiksuren.
CONTRA-INDICATIES
een
De drainage- en autotransfusiekit mag niet worden gebruikt in de volgende
gevallen:
- Als er tijdens de operatie protamine is toegediend, voordat het veneuze
reservoir uit het extracorporele circuit verwijderd is.
- Wanneer er sprake is van een infectie in het mediastinium, pericardium,
de longen of een systemische infectie.
- Wanneer de zekerheid of het vermoeden bestaat omtrent omvangrijke
contaminaties, tumoren, darmperforaties of verlies van lymfvocht.
- Wanneer de patiënt een nieuwe chirurgische ingreep heeft ondergaan.
- Vergewis u er voor het gebruik van dat de SYNTHESIS R niet
vervuild is door handelingen die de steriliteit hebben aangetast.
- Het reservoir SYNTHESIS R kan als borstkasdrainage fungeren,
waarbij het werkt op het vacuüm van de lijn.
- De steriliteit van het systeem is afhankelijk van de aseptische
manier waarop het veneuze reservoir wordt gehanteerd en de zorg
die wordt besteed aan de aansluiting van de kit tijdens de conversie
in borstkasdrainage.
- Bereid het regelmechanisme van het vacuüm met ingebouwde klep
voor op het gebruik, volgens de aanwijzingen van de fabrikant die
bij het apparaat worden geleverd.
- Indien een zodanig negatieve druk op het systeem wordt toegepast
dat de overdrukklep in werking treedt, is het opgevangen bloed niet
geschikt meer voor transfusie, omdat het gecontamineerd is.
- Controleer regelmatig of het regelmechanisme van het vacuüm
goed functioneert.
- Als het opgevangen bloed de hoeveelheid te boven gaat die
bepaald wordt door postoperatieve routines, dient onmiddellijk de
verantwoordelijke arts te worden gewaarschuwd.
DE
- Indien het opgevangen bloed weer in het lichaam teruggebracht
moet worden, zal de depressie in het reservoir toenemen. Er moet
dan dus een "Venting"-systeem met filter worden voorzien om de
oorspronkelijke negatieve werkdruk te herstellen.
- Vergewis u met de juiste onderzoeken van de graad van
"vervuiling" van het verzamelde bloed, in functie van de tijd
gedurende welke het drainagesysteem is gebruikt. Bij de
bloedtransfusie dient rekening te worden gehouden met de
resultaten van deze tests.
NL – NEDERLANDS
VOOR POSTOPERATIEVE
37