Bedieningsknop En Stroomvoorziening Installeren; Een Traverse Systeem Installeren Met Vergrendeling Voor Een Doorgangskoppelstuk - Invacare EC-Track Robin Manuel De Maintenance

Invacare®EC-Track™
Bouwtekening voor doorgangskoppelstuk
3.10.3 Bedieningsknop en stroomvoorziening
installeren en aansluiten
Voordat u de bedieningsknop en stroomvoorziening aansluit, moet
u de kappen op het motorblok eraf halen. De kappen kunnen eraf
worden gehaald door de twee schroeven los te draaien die elk de kap
op zijn plek houden, en ze daarna horizontaal aan de kant te schuiven.
De bedieningsschakelaar wordt in de ruimte geïnstalleerd en op een
hoogte die de gebruiker aangeeft. De bedieningsschakelaar wordt
geopend met gereedschap, en de achterkant wordt aan de wand
gemonteerd met twee schroeven van Ø 3,5 x 30 mm.
De draad wordt ingekort tot een geschikte lengte en aangesloten op
het motorblok. Zie tekening A.
De stroomvoorziening wordt aan de wand gemonteerd, zichtbaar
of onzichtbaar, afhankelijk wat het meest geschikt is. De
stroomvoorziening wordt aan de wand gemonteerd op een schroef
van Ø 3,5 x 30 mm in het 'sleutelgat' aan de achterkant van de
stroomvoorziening.
Aan de onderkant van de stroomvoorziening zit een gat voor een
schroef van Ø 3,5 x 30 mm om de stroomvoorziening aan de wand te
vergrendelen. De draad wordt ingekort tot een geschikte lengte en
aangesloten op het motorblok. Zie tekening B.
De kap wordt er weer opgezet, waarna de bedrading correct wordt
aangesloten en de bedieningsschakelaar wordt getest. Vergeet niet
om de draden in de eindplaat te monteren om te voorkomen dat
het draad in de weg zit wanneer de kap er weer op wordt gezet.
Zie tekening C.
LET OP!
Er mogen geen losse draden uit het koppelstuk steken.
118
3.10.4 Een traverse systeem installeren met
vergrendeling voor een doorgangskoppelstuk
Over het algemeen wordt een traverse systeem geïnstalleerd zoals
getoond in de hoofdstuk 3.8 Montage van een traverse systeem,
pagina115 . We raden aan de parallelle rail van het traverse systeem
aan het plafond te monteren om het doorgangskoppelstuk zo stabiel
mogelijk te maken.
Vergeet bij montage van de parallelle rail niet om een
plafondbeugel/pendel voor het doorgangskoppelstuk te plaatsen, met
name op de rail die het dichtst bij het doorgangskoppelstuk hangt. Zie
hoofdstuk 3.10.6 Stelplaatjes monteren op parallelle railprofiel S en
M/L-profielen, pagina119 .
Wanneer de parallelle rail is gemonteerd, moet u controleren of de
afstand tot het koppelstuk klopt. Zie de afbeelding in hoofdstuk
Bouwtekening voor doorgangskoppelstuk, pagina118 .
De traverse rail wordt geleverd volgens de opgegeven bestelling. Als
het echter nodig is om de rail nog meer in te korten, moet hij aan de
tegengestelde kant van waar het koppelstuk zit, worden ingekort.
Het is mogelijk om de volgende traverse rails samen te gebruiken met
een doorgangskoppelingssysteem:
•
Profielen S, M en L, onderhangend
•
Profielen M en L, deels tussenhangend
Het is van groot belang dat de afstand juist is in de vrije overhang
voor de ruimte op de traverse rail tussen de pendels en de vrije
ruimte vanaf de rails om er zeker van te zijn dat de rails juist aan
elkaar gekoppeld kunnen worden. Zie tekening hierboven.
Wanneer het traverse systeem en het koppelstuk zijn geïnstalleerd,
moet de hoogte ertussen worden gecontroleerd en, indien nodig,
goed worden afgesteld.
De onderrand van de traverse rail mag niet meer dan 0,5 mm
verschillen ten opzichte van het railkoppelstuk. Bij een verschil in
hoogte moet het railkoppelstuk het laagste zijn.
Het kan nodig zijn om de hoogte anders af te stellen op basis van
het gebruikersgewicht of de staat van het plafond om de functie van
het koppelstuk te optimaliseren.
Wanneer de vergrendelingen zijn
gemonteerd, moeten ze op één
lijn staan met het uiteinde van de
traverse rail, en voor ze worden
vergrendeld, juist gedraaid ten
opzichte van de vergrendeling op
het koppelstuk. Zie tekening.
1586749-B