Montage; Algemene Montage-Instructies; Plafondmontagesysteem; Betonnen Plafond - Invacare EC-Track Robin Manuel De Maintenance

Système de rails pour lève-personne sur rail
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 51

3 Montage

3.1 Algemene montage-instructies

Voordat u een railsysteem monteert, is een zorgvuldige en
nauwkeurige meting van de ruimte van essentieel belang. Het is net
zo belangrijk om de staat van het plafond, de wanden en de vloer
te controleren om te beslissen of de rails aan het plafond of aan de
wanden moeten worden gemonteerd. Vervolgens bepaalt u hoeveel
tilplaatsen er in de ruimte nodig zijn.
Bij het vaststellen van de tilplaatsen is een individuele beoordeling
nodig, waarbij rekening wordt gehouden met de bouw van de
individuele gebruiker en het aantal verpleegkundigen.
De volgende typische tilplaatsen kunnen worden gebruikt als
aanbevolen richtlijn:
Bed
Toilet
Bad
Commode
Houd bij het afmeten van het geselecteerde railsysteem rekening met
een geschikte plek voor de tillift wanneer die niet wordt gebruikt. Een
geschikte plek kan zijn bij een wand, waar de lader van de tillift aan
de muur is gemonteerd.
Vergelijk de op maat gemaakte rail, de beugels en andere accessoires
met de tekening.
Controleer of bramen en metaalsplinters van de rail zijn verwijderd
om te voorkomen dat die in de trolleywielen blijven hangen, lawaai
produceren en de werking verstoren.
Gebruik bij enkelvoudige rails en bochtige rails waar koppelstukken
voor nodig zijn, de meegeleverde pijppinnen.
1.
Duw de pijppinnen halverwege de ene rail. Er moeten gaten van
Ø 3,2 mm in de rail worden geboord waar de eerdergenoemde
rail op moet worden aangesloten. Daarna moet de volgende rail
over de pijppinnen worden geschoven.
2.
Duw de volgende rail in de uitstekende pinnen. Boor niet meer
gaten in de eerste rail.
3.
Monteer de beugel voor het railkoppelstuk.
Bij installatie van een traverse systeem waarbij de parallelle rails van
wand tot wand lopen, moet de minimumafstand van rail tot wand 60
mm zijn. De traverse trolley en de eindstop van de rail moeten dan
voor montage in de parallelle rail worden geplaatst. Als dat niet het
geval is, moeten de parallelle rails minstens 350 mm vanaf de wand
stoppen om montage van de trolley naderhand mogelijk te maken.
Bij installatie van een monorailsysteem of een traverse rail in een
traverse systeem, is het van belang dat de rail aan een kant minstens
160 mm vanaf de wand stopt om montage van de lifttrolley naderhand
mogelijk te maken.
Bij latere montage van de Robin Mover™ moet de afstand minstens
300 mm zijn.
Als de rails direct met beugels aan het plafond worden gemonteerd,
moet u ervoor zorgen dat het plafond egaal en horizontaal is.
(Vulplaatjes met een dikte van respectievelijk 1 mm, 3 mm en 5 mm
kunnen worden gebruikt om het oppervlak gelijk te maken.)
1586749-B
1 m vanaf het hoofdeinde van
het bed
150 mm vanaf de voorkant
1/3 overeind (zittende
houding), halfovereind
(achteroverliggende houding)
1 m van het hoofdeinde van de
commode
Sleutelgat voor het montagepunt
Een EC Track-systeem moet worden voorbereid met een
montagepunt voor de tillift.
Dit montagepunt is een rond gefreesde groeve van 32 mm op de
bodem van de rail waarin de tillift moet worden gemonteerd. Deze
gefreesde groeve wordt 'sleutelgat' genoemd.
Bij montage van het railsysteem moet dit montagepunt volgens de
instructies hieronder worden geplaatst.
1.
Over het algemeen moet het sleutelgat altijd zo dicht mogelijk
bij het uiteinde van een rail worden gemaakt. Het moet echter
minstens 250 mm vanaf het uiteinde van de rail zitten.
2.
Als de rail van wand tot wand loopt, moet het minstens 400 mm
vanaf het uiteinde van het railprofiel worden geplaatst.
3.
Als een traverse systeem wordt gemonteerd, moet het sleutelgat
zo dicht mogelijk bij het uiteinde van de rail worden geplaatst.
Het moet echter minstens 250 mm vanaf het uiteinde van de
rail zitten.
Als de traverse rail helemaal tot aan de wanden loopt, moet het
minstens 400 mm vanaf het uiteinde van de rail worden geplaatst.

3.2 Plafondmontagesysteem

3.2.1 Betonnen plafond

Bij montage aan betonnen plafonds maken we onderscheid
tussen massief beton (in de fabriek gegoten betonnen elementen,
spanbetonnen oppervlakken, gewapend beton) en holle oppervlakken.
Montage met plafondbeugel voor snelmontage
Bij gebruik van plafondmontagestukken voor snelmontage moeten alle
plafondmontagestukken aan het plafond worden gemonteerd. Daarna
mag de rail eraan worden gemonteerd. Per rail moeten minstens drie
plafondmontagestukken worden gebruikt. Daarom mag er hooguit
700 mm tussen elk montagestuk zitten. Er mag hooguit 200 mm zitten
tussen het uiteinde van de rail en het eerste montagestuk.
Meet alle montagestukken tegelijkertijd op. Het is belangrijk dat
de geboorde gaten één rechte lijn volgen. De precieze markering
voor de gaten moet worden gedaan met behulp van lasertechniek,
krijtstreep, etc.
Montage in massief beton en holle oppervlakken:
1.
Boor met een boorhamer van 15 mm gaten met een diepte van
54 mm. Blaas de gaten schoon.
2.
Steek inslagankers M12 in de gaten (bv. Hilti HKD-S M12 of
gelijkwaardig).
Als u een plaatsingswerktuig (bv. Hilti HSD-G M12x50 of
gelijkwaardig) gebruikt, zal het anker op de juiste manier in het
beton bevestigd worden.
3.
Monteer de snelmontagestukken door het vooraf gemonteerde
draadeind in het inslaganker te schroeven.
Het is belangrijk een kleefmiddel op een montagestuk en moer
te gebruiken wanneer het draadeind aan het montagestuk wordt
gemonteerd.
Montage
109

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Ec-track robin mover

Table des Matières