Bard FLUENCY PLUS Instructions D'utilisation page 26

Stent couvert vasculaire
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 8
BAWB05663.qxp
09.07.2007
Inbrengen van het plaatsingssysteem:
6.
Breng de stentgraft onder doorlichting in tot de lesie wordt bedekt. Gebruik de radio-opake stentgraftmarkeringen om de stentgraft over de lesie
te centreren. (zie figuren 3 en 4)
Er wordt aanbevolen om het plaatsingssysteem tot voorbij de lesie op te voeren en het gehele systeem dan iets terug te trekken om tot de juiste
positionering van de radio-opake markeringen te komen en er zeker van te zijn dat de plaatsingskatheter gestrekt ligt.
7.
Controleer of de radio-opake tantaalmarkeringen op de uiteinden van de stentgraft precies goed liggen. Het verdient aanbeveling de positie van
de stentgraft-uiteinden (1) en (2, 3) op de monitor aan te tekenen of radio-opake huidmarkeringen [op de patiënt] aan te brengen als referentie-
punten voor de uiteinden van de stentgraft. (zie figuur 5)
Vrijgeven van de stentgraft:
8.
Als u klaar bent om de stentgraft vrij te geven, open dan de Tuohy-Borstklep, en verwijder de veiligheidsclip door op de bovenkant van het greepdeel
te duwen met de duim, en daarna naar beneden te trekken. (zie figuur 6)
9.
Verifieer dat de posities van beide radio-opake stentgraft-uiteinden nog steeds overeenkomen met de plaats van de lesie, en trek daarna langzaam
de Y-vormige injectieadapter naar achteren.
Bij het naar achteren trekken van de Y-vormige injectieadapter naar het handvat toe wordt de buitenhuls teruggetrokken en komt het corresponderende
gedeelte van de stentgraft vrij te liggen. (Zie figuur 7) Voor lange stentgrafts kan hierbij wat meer kracht nodig zijn.
NB:
De radio-opake tantaalmarkeringen op de uiteinden van de stentgraft (1) en (2) mogen niet naar lateraal bewegen tijdens
het plaatsen van de stentgraft.
De radio-opake markeringsring op de buitenkatheter (3) beweegt naar achteren bij het vrijgeven van de stentgraft. (zie
figuur 8)
NB:
De stentgraftexpansie begint als de Y-vormige injectieadapter ongeveer 20-30 mm naar het handvat toe beweegt.
10. Tijdens het vrijgeven van de stentgraft dient de gehele lengte van het flexibele plaatsingssysteem zo gestrekt mogelijk te worden gehouden. Een
lichte trekspanning op de handgreep wordt aanbevolen om te zorgen dat het plaatsingssysteem stationair en gestrekt blijft.
NB:
Buitenhuls van de plaatsingskatheter niet vasthouden of laten afknikken aangezien deze vrij moet kunnen bewegen tijdens
het plaatsen. (zie figuur 9)
11. Zorg dat alleen de Y-vormige injectieadapter en de buitenhuls zich verplaatsen tijdens het vrijgeven van de stentgraft en dat het handvat op zijn
plaats blijft.
12. Trek de Y-vormige injectieadapter terug tot ca 15 mm van de stentgraft zich heeft ontplooid en wacht dan een paar seconden om een stevige
'verankering' van het distale einde van de stentgraft te laten plaatsvinden. Als de verankering heeft plaatsgevonden kan de rest van de stentgraft
langzaam worden vrijgegeven.
De stentgraft is geheel vrijgegeven als de Tuohy-Borstklep tegen het handvat aan zit (Zie figuur 10). Tevens zullen de radio-opake tantaalmarkeringen
aan de proximale kant van de stentgraft duidelijk zichtbaar uit elkaar zijn komen te liggen als de stentgraft geheel vrij is.
13. Verwijder het flexibele plaatsingssysteem over de voerdraad. Tracht niet het plaatsingssysteem weer in te schuiven na het vrijgeven van de stentgraft.
14. Als bij het passeren van de inbrenghuls weerstand wordt gevoeld dient het flexibele plaatsingssysteem tezamen met de huls te worden verwijderd.
Controleer door inspectie van het systeem na het terugtrekken dat het complete plaatsingssysteem is verwijderd. (zie figuur 11)
(a) binnenkatheter met uitlopend distaal uiteinde
(b) buitenhuls met radio-opake markeringsring (c)
15. Een voorzichtige na-dilatatie van de geïmplanteerde stentgraft is nodig met een ballon met dezelfde diameter als de stentgraftdiameter.
16. Uiteindelijke radiografische evaluatie van de geïmplanteerde stentgraft dient te worden verricht door middel van angiografie.
MRI-veiligheid en verenigbaarheid:
De FLUENCY* Plus vasculaire stentgraft (implantaat) is MR-veilig bevonden bij gebruik in afgeschermde MR-systemen met statische magnetische
velden van 3 tesla en een gemiddelde specific absorption rate (SAR-waarde) voor het gehele lichaam van maximaal 3 W/kg voor 15 minuten
beeldvorming.
Daarnaast is van het FLUENCY* Plus vasculaire stentgraft (implantaat) aangetoond dat het mag worden gebruikt met een 3 Tesla MRI-systeem met
T1-gewogen spinecho en gradiënt echo-impulsen.
Ongebruikelijke of niet-standaard MRI-technieken zijn niet bij de beoordeling van het FLUENCY* Plus vasculaire stentgraft (implantaat) in aanmerking
genomen en dienen daarom te worden vermeden. Gedetailleerde informatie over de MRI-veiligheid en MRI-verenigbaarheid van het FLUENCY* Plus
vasculaire stentgraft is op aanvraag verkrijgbaar.
15:57
Seite 26
26

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières