Vuistregel voor installatie
Voorkom storingen door warmteverlies door de volgende regels aan te houden:
● Kies de grootst mogelijke indompelingsdiepte. Schat de indompelingsdiepte aan de hand van onderstaande formules.
● Kies een meetlocatie met een hoge stroomsnelheid.
● Zorg voor voldoende thermische isolatie van de uitwendige componenten van de thermometer.
● Zorg dat het oppervlak van de uitwendige onderdelen zo klein mogelijk is.
● Kies de optimale montagepositie voor het betreffende proces.
Schatting van de indompelingsdiepte
Medium
Indompelingsdiepte (berekening)
Water
Indompelingsdiepte ≥ TGL + (5 x ∅
Lucht
Indompelingsdiepte ≥ TGL + (10 tot 15 x ∅
TGL = Temperatuurgevoelige lengte
1)
Montageposities
Opmerking
Montageposities voor kleine pijpdiameters
Monteer de sensoren bij kleine pijpdiameters stroomopwaarts in een hoek of in een elleboogstuk, zie
afbeelding "Montageposities".
In de volgende afbeelding zijn de mogelijke montageposities van de sensoren weergegeven:
①
In een rechte hoek t.o.v. de stroom
①
In een bocht stroomopwaarts
①
In een smalle leiding in een hoek stroomopwaarts
Afbeelding 4-1
Montageposities
4.3
Installatie klembare SITRANS TS300
Opmerking
Meetpositie
Alleen installeren op cirkelvormige pijpen, voorkom installatie in de buurt van hoekstukken, bij stuurschuiven, kleppen,
pompen, etc.
1. Bepaal de meetpositie.
SITRANS TSinsert/TS100/TS200/TS300/TS500 (7MC71.. 7MC72.. 7MC80.. 7MC75.. 7MC65.. 7MC55..)
A5E03920348-AB, 03/2016
1)
)
beschermhuls
)
beschermhuls
②
③
en
in de
333