Atc-Modus (Advanced Thermal Control); Instelling Van De Geavanceerde Parameters: Menu 1 (Fig I-4); Inschakeling Van De Afstandsbediening (Op Verzoek); Bediening Van De Toortstoets - Telwin ELECTROMIG 550 SYNERGIC Manuel D'instructions

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 17
te voeren voor een meer gesmolten las.
Holle vorm
. Dit betekent dat er veel toevoer van warmte is, waardoor de las te
"warm" is, met te veel penetratie; draai de knop dan naar links voor een minder
gesmolten las.
7.2.1 ATC-modus (Advanced Thermal Control)
Wordt automatisch geactiveerd wanneer de ingestelde dikte minder dan of
gelijk is aan 1,5 mm.
Beschrijving: de bijzondere onmiddellijke regeling van de lasboog en de
hoge correctiesnelheid van de parameters verminderen de stroompieken die de
Short Arc transfermodus kenmerken, waardoor er minder warmte naar het te lassen
werkstuk wordt toegevoerd. Het resultaat is aan de ene kant minder vervorming van
het materiaal en aan de andere kant een vloeiende en precieze overdracht van het
toevoegmateriaal waardoor een makkelijk te modelleren lasnaad ontstaat.
Voordelen:
- zeer makkelijk lassen op dunne gedeelten;
- minder vervorming van het materiaal;
- stabiele boog, ook bij lage stroom;
- snel en precies puntlassen;
- metaalplaten met afstand ertussen kunnen makkelijker aan elkaar worden bevestigd.
7.2.2 Instelling van de geavanceerde parameters: MENU 1 (Fig I-4)
Om het geavanceerde-parameterinstelmenu te openen, houdt u de knop C-5 ten
minste 3 seconden ingedrukt. Als menu 1 verschijnt, drukt u de knop opnieuw in:
-
: correctie van de elektronische reactantie. Een hogere waarde geeft een
warmer smeltbad. Instelling van - 50 % (machine met weinig reactantie) tot + 50 %
(machine met veel reactantie). Fabriekswaarde: 0 %
Als u de knop C-5 opnieuw indrukt, verschijnt het volgende:
-
: Correctie Burn-back. Hiermee kan de verbrandingstijd van de draad nadat het
lassen is gestopt worden ingesteld. Instelling van - 10 % tot + 10 %. Fabriekswaarde:
0 %
Als u de knop C-5 opnieuw indrukt, verschijnt het volgende:
-
: Duur van de beginstroom. Door deze parameter (OFF) op nul in te stellen,
wordt de beginstroom uitgeschakeld. Instelling van 0 (OFF) tot 3 sec. Fabriekswaarde:
OFF.
Als u de knop C-5 opnieuw indrukt, verschijnt het volgende:
-
: Beginstroom.
Als u de knop C-5 opnieuw indrukt, verschijnt het volgende:
-
: Geleidelijke afname van de lasstroom (SLOPE DOWN). Hiermee kan de
stroom geleidelijk worden verminderd wanneer de toortstoets wordt losgelaten.
Instelling van 0 (OFF) tot 3 sec. Fabriekswaarde: OFF.
Als u de knop C-5 opnieuw indrukt, verschijnt het volgende:
-
: Post-gas. Hiermee kan worden ingesteld hoelang er beschermgas uitstroomt
nadat het lassen is gestopt. Instelling van 0 tot 10 sec. Fabriekswaarde: 1 sec.
Als u de knop C-5 opnieuw indrukt, verschijnt het volgende:
-
+
: Hiermee kunt u de doorvoersnelheid van de draad verhogen of
verlagen ten opzichte van de waarde op het display. De waarde kan worden
afgesteld van -5 tot +5 m/min. Fabriekswaarde: 0 m/min.
Druk opnieuw op de knop C-5 om terug te keren in de synergetische modus.
7.3 Inschakeling van de afstandsbediening (op verzoek)
Als de afstandsbediening wordt ingeschakeld op de speciale connector (Fig B-13)
wordt het pictogram
ingeschakeld.
De instelling kan alleen worden uitgevoerd vanaf de afstandsbediening en wel:
a) Bediening met een potentiometer: kan de snelheid van de draad regelen in de
modus
of van de dikte in de modus
b) Bediening met twee potentiometers: kan de snelheid van de draad regelen in de
modus
of van de dikte in de modus
de lasspanning kan regelen in de modus
in de modus
.
8. BEDIENING VAN DE TOORTSTOETS
8.1 De bedieningsmodus van de toortstoets instellen (Fig. I-5)
Om het parameter-instelmenu te openen, houdt u de knop (Fig. C-5) ten minste 3
seconden ingedrukt.
Als menu 2 verschijnt, drukt u de knop opnieuw in.
8.2 Bedieningsmodus van de toortstoets
Er kunnen 4 verschillende bedieningsmodi van de toortstoets worden ingesteld:
Modus 2T
: het lassen begint met een druk op de toortstoets en eindigt wanneer de toets
wordt losgelaten.
Modus 4T
: het lassen begint door de toortstoets in te drukken en weer los te laten en
eindigt pas wanneer de toortstoets nogmaals wordt ingedrukt en losgelaten. Deze
modus is handig voor langdurig lassen.
Modus 4T Bi-Level
: het lassen begint met het indrukken en loslaten van de toortstoets. Bij iedere
maal indrukken/loslaten, wordt overgegaan van de stroom
en viceversa. Het lassen stopt pas wanneer de toortstoets gedurende een
bepaalde vooraf ingestelde tijd ingedrukt wordt gehouden.
Puntlasmodus
: hiermee kunnen MIG/MAG-pulsen worden uitgevoerd, met controle van de
.
, terwijl de tweede potentiometer
of van de vorm van de lasnaad
naar de stroom
- 53 -
duur van de las.
9. MENU INFO
Houd de knop C-5 ten minste 3 seconden ingedrukt, zowel in de handmatige
als in de synergetische
modus, om het menu INFO te openen. Als menu 3
verschijnt (Fig. I-6), drukt u opnieuw op de knop: door aan de knop C-5 te draaien, kunt
u informatie krijgen over de geïnstalleerde software. Druk opnieuw op de knop C-5 om
terug te keren in de handmatige (of synergetische) modus.
10. MENU MEETEENHEDEN
Houd de knop C-5 ten minste 3 seconden ingedrukt, zowel in de handmatige
als in de synergetische
modus, om het menu
verschijnt (Fig. I-7), drukt u opnieuw op de knop: nu kunt u de metrische of Britse
meeteenheden instellen. Druk opnieuw op de knop C-5 om terug te keren in de
handmatige (of synergetische) modus.

11. IJKINGSMENU

Houd alleen in de handmatige modus
ingedrukt om het menu
te openen. Als menu 5 verschijnt (Fig. I-8), drukt u
opnieuw op de knop: de lasmachine kan nu zo worden geijkt dat hij voldoet aan de
norm EN50504-4. Druk opnieuw op de knop C-5 om terug te keren in de handmatige
(of synergetische) modus.
12. MENU UITSCHAKELING G.R.A. (alleen versie AQUA).
Het lasapparaat herkent automatisch de aanwezigheid van de G.R.A. Houd de knop
C-5 ten minste 3 seconden ingedrukt, zowel in de handmatige
synergetische
modus, om het menu
(Fig. I-9), drukt u opnieuw op de knop: nu kunt u de G.R.A. op OFF zetten of weer op
ON.
Druk opnieuw op de knop C-5 om terug te keren in de handmatige (of synergetische)
modus.
13. MMA-LASSEN: BESCHRIJVING VAN DE PROCEDURE

13.1 BASISPRINCIPES

- Het is noodzakelijk om de aanwijzingen van de fabrikant te raadplegen die op de
verpakking van de gebruikte elektroden staan en die de juiste polariteit van de
elektrode en de bijbehorende optimale stroom aangeven.
- De lasstroom moet afhankelijk van de diameter van de gebruikte elektrode en
het type las dat u wilt uitvoeren worden ingesteld; een indicatie van de bruikbare
stromen voor de verschillende elektrodediameters:
Ø Elektrode (mm)
1.6
2.0
2.5
3.2
4.0
5.0
6.0
8.0
- Bedenk dat er bij gelijke elektrodediameters hoge lasstromen moeten worden
gebruikt bij lassen op een vlakke ondergrond, terwijl er bij verticaal of boven het
hoofd lassen een lagere stroom moet worden gebruikt.
- De mechanische kenmerken van de las worden, naast de gekozen intensiteit
van de stroom, bepaald door de andere lasparameters zoals lengte van de boog,
snelheid en positie van de uitvoering, diameter en kwaliteit van de elektroden (om
de elektroden op de juiste manier te bewaren, moeten ze worden beschermd tegen
vocht, in hun speciale verpakkingen of houders).
OPGELET:
Afhankelijk van het merk, het type en de dikte van de bekleding van de
elektroden, kan er instabiliteit van de boog optreden die wordt veroorzaakt
door de samenstelling van de elektrode.

13.2 PROCEDURE

- Houd het masker VOOR HET GEZICHT en wrijf de punt van de elektrode over het
te lassen werkstuk met dezelfde beweging als wanneer u een lucifer aansteekt; dit
is de meest correcte methode om de boog te starten.
OPGELET: NIET met de elektrode op het werkstuk TIKKEN; dan kan de
bekleding beschadigen en wordt het moeilijk de boog te starten.
- Probeer zodra de boog is gestart een afstand die net zo groot is als de diameter
van de gebruikte elektrode te houden van het werkstuk en houd deze afstand zo
constant mogelijk tijdens het lassen; vergeet niet dat de elektrode ongeveer 20-30
graden moet overhellen in de werkrichting.
- Breng aan het einde van de lasnaad het uiteinde van de elektrode iets naar achteren
ten opzichte van de werkrichting, boven de krater om deze op te vullen. Til daarna de
elektrode snel uit het smeltbad om de boog te stoppen (De lasnaad - FIG. L).
13.3 Instellen MMA-modus

Instellen MMA-modus (

) (Fig. I-10)
Met de knop C-5 wordt de lasstroom en de diameter van de aanbevolen elektrode
ingesteld.
De lasspanning en lasstroom worden alleen op het display weergegeven tijdens het
lassen.
Instelling van de geavanceerde parameters: (Fig. I-11)
Om het geavanceerde-parameterinstelmenu te openen, houdt u de knop C-5 ten
minste 3 seconden ingedrukt:
-
: ON/OFF; hiermee kan de spanningsverlager van de uitgaande
nullastspanning worden in- of uitgeschakeld (instelling ON of OFF). Fabriekswaarde:
OFF. Als VRD is ingeschakeld, neemt de veiligheid van de bediener toe wanneer het
lasapparaat is ingeschakeld, maar niet tijdens het lassen.
Als u de knop C-5 opnieuw indrukt, verschijnt het volgende:
: dit geeft de start-overstroom "HOT START"aan, waarbij op het display de
-
percentuele toename wordt aangegeven ten opzichte van de geselecteerde waarde
van de lasstroom. Instelling van 0 tot 100 %. Fabriekswaarde: 50 %
te openen. Als menu 4
de knop C-5 ten minste 3 seconden
te openen. Als menu 6 verschijnt
Lasstroom (A)
Min.
Max.
30
50
40
80
60
110
90
140
120
180
170
250
230
350
320
500
als in de

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Electromig 450 synergicElectromig 400 synergic

Table des Matières