Fout- En Alarmmeldingen - WORLD OF MEDICINE PP110 Mode D'emploi

14

Fout- en alarmmeldingen

Fout- en alarmmeldingen
Fout in apparaat
Alle LED's knipperen snel
Waarschuwingstonen 1x of 2x
kort worden continu herhaald
Alle LED's knipperen snel
Waarschuwingstonen 4x kort
worden continu herhaald
Alle LED's knipperen snel
Waarschuwingstonen 5x kort
worden continu herhaald
Alle LED's knipperen snel
Waarschuwingstonen 7x kort
worden continu herhaald
Alle LED's knipperen snel
Waarschuwingstonen 10x kort
worden continu herhaald
Afzuiging start niet
De status-LED zuiging knippert
langzaam
Waarschuwingstonen 3x kort, 3x
herhaald
Slangwaarschuwing
De spoeling kan niet worden
gestart
Rode en groene slangstatus-LED's
knipperen langzaam
Status-LED spoelen en status-LED
zuiging branden
Waarschuwingstonen 3x kort
Na het plaatsen van de slang gaat
de rode slangstatus-LED branden
Waarschuwingstonen 3x kort
Na het indrukken van de Start-
toets bij geplaatste slang knippert
de rode LED langzaam
Waarschuwingstonen 3x kort
De spoeling kan niet worden
gestart
Het rolwiel stopt
Rode en groene slangstatus-LED's
branden
Waarschuwingstonen 3x kort
Groene slangstatus-LED knippert
Waarschuwingstoon 1x kort
Oorzaak
Elektronica defect
Sensorfout: ontoelaatbare afwij-
king of fout in de drukmeetelektro-
nica. Druk op de sensor terwijl er
geen slangset geplaatst is.
Motorfout: motoraansturing
defect. De waarschuwing Motor-
fout kan ook tijdens het bedrijf
optreden doordat het rolwiel
klemt.
RFID-fout: fout in de transponder-
elektronica
Kalibratiefout: het apparaat is niet
correct gekalibreerd.
Vacuümpomp defect
De pomp werd met geplaatste
slang ingeschakeld.
Op de slang zijn geen verdere toe-
passingen meer beschikbaar of de
slang is voor deze pomp niet toe-
gestaan.
Op de slang zijn geen verdere toe-
passingen meer beschikbaar of de
slang is voor deze pomp niet toe-
gestaan. De START/Stop-toets
wordt ingedrukt.
De slang werd door de transponder
herkend, maar de rolslang is niet
correct over het rolwiel gespannen.
Vervolgens werd de pomp gestart.
Laatste cyclus voor herbruikbare
slang. De geplaatste slang kan na
deze operatie niet opnieuw wor-
den gebruikt.
Fout- en alarmmeldingen
Fout herstellen
Schakel het apparaat uit en schakel het na 10 secon-
den opnieuw in. Als de foutmelding opnieuw
optreedt, dan mag het apparaat niet meer gebruikt
worden. Zorg ervoor dat het apparaat niet meer
wordt gebruikt voor het door een geautoriseerde ser-
vicetechnicus is gecontroleerd.
Schakel het apparaat uit en schakel het na 10 secon-
den opnieuw in. Als de foutmelding opnieuw
optreedt, kan het apparaat ook zonder de inge-
bouwde vacuümpomp nog worden gebruikt. In dat
geval moet een externe afzuiging worden gebruikt.
Laat het apparaat na de operatie door een geautori-
seerde servicemonteur controleren.
Verwijder de slang. Na succesvolle apparaattest kan
de slang weer worden geplaatst. Tijdens het starten
mag geen slang worden geplaatst.
Plaats de slang opnieuw. Als deze niet wordt herkend,
verwijdert u deze en plaatst u een nieuwe in de pomp.
Plaats de slang opnieuw. Als deze niet wordt herkend,
verwijdert u deze en plaatst u een nieuwe in de pomp.
Verwijder de slang en plaats deze weer. Controleer op
de slang goed aan de linkerkant van het rolwiel zit. De
rolslang moet over het rolwiel zijn gespannen.
Controleer of voor de volgende operatie een nieuwe
slang beschikbaar is.
nl
53