Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Trainingsinstructies en gebruiksaanwijzing
Onderstaand worden nu de 5 verschillende computermodi verduidelijkt en daarbij wordt
telkens nog eens in het kort ingegaan op de telkens hiervoor te interpreteren segmentindicatie.
Probeert u alle modi een keer en selecteert u dan naargelang uw persoonlijke voorkeur of uw
trainingsdoel de voor u passende modus – of maakt u uw training steeds afwisselingrijk – doordat
u bijv. vandaag een bergprogramma rijdt en bij de volgende training een recht, vlak traject.
Vergelijkt u uw tijden, bijv. voor een bepaald programma of test hoever u bijv. bij een ingestelde tijd
van 30 minuten bent gekomen!
Er bestaan vele mogelijkheden om met deze computer steeds een beetje anders te trainen, of nu
meer ambitieuze uithoudingstraining of gewoon slechts een ontspannen „er op los lopen" om in
beweging te blijven of voor de afbraak van vet!
1.„Manual"
Met deze trainingsmodus kunt u zelf „handmatig" de moeilijkheidsgraad instellen.
Na de keuze van Manual en "Mode" bevindt u zich in de handmatige modus.
U kunt nu op de toets START/STOP (voor Start/stop) drukken en zonder verdere
instellingen gewoon „er op los" lopen.
Met de toetsen "UP" en "DOWN" kunt u het niveau van de weerstand tijdens de training in
16 niveaus aanpassen. Welk niveau momenteel is ingesteld, ziet u op de „LOAD"- weer-
gave (niveau 1 = erg gemakkelijk tot 16 = erg moeilijk).
U kunt in deze handmatige modus echter ook doelwaarde-instellingen uitvoeren voor de
volgende functiewaarden (de afzonderlijke functiewaarden worden later in deze handleiding
verduidelijkt):
a. TIME (instellen van een trainingstijd van 0:00 tot max. 99:00 min.)
b. DISTANCE (instellen van een trainingsafstand van 0:00 tot max. 99.90 km)
c. CALORIE (instellen van het gewenste calorieënverbruik van 0 tot max. 9990 kcal.)
d. PULSE (instellen van een polsslagfrequentie van 30 tot max. 240 slagen/min.)
Om zulke instelling in te voeren, heeft u na de keuze van de handmatige modus („Manual" en
„MODE"-toets, maar echter NIET „Start/Stop!) de mogelijkheid, telkens de bovenstaande
functiewaarden in te stellen. Dit geschiedt met behulp van de toetsen „UP" (OMHOOG) en
„DOWN" (OMLAAG) alsook „MODE" voor de bevestiging en dan de toets START/STOP, om met
de training te beginnen.
Indien u meerdere functiedoelwaarden invoert, zal de computer bij de als eerste bereikte
waarde het overeenkomstige signaal geven.
Het signaal wordt gevormd door 8 keer piepen, wanneer de doelwaarde (of bij meerdere
instellingen de eerste) werd bereikt. Op dit moment stopt de computer ook met tellen.
Eerst wanneer u weer op de START/STOP-toets drukt, kunt u verder trainen en zal de computer
weer opwaarts tellen.
Wanneer u tussendoor (tijdens de training) wilt onderbreken, moet u op de „START/STOP"-toets
drukken.
Wanneer u op de „RESET"-toets drukt, kunt u (echter alleen in de STOP-modus, dus in een
trainingsonderbreking) de programmamodus wisselen of ook omschakelen tussen de 4
hoofdmodi. Wanneer u de „RESET"-toets echter langer dan 2 seconden ingedrukt houdt, worden
alle gegevens (inclusief de persoonlijke gegevens) teruggezet en dienen deze nu opnieuw te
worden ingevoerd.
80
Publicité
