Vaak Gestelde Vragen - IT Works REPW300 Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Appendix A
 
 
Het apparaat wordt niet door de draadloze netwerkadapter gedetecteerd. 
Wanneer het apparaat in de Cliënt‐ of Repeater‐modus is geschakeld maar niet verbonden 
is met de uplink‐AP en geen toegang voor draadloze cliënten toestaat, kan het alleen via 
een ethernetkabel worden verbonden. Als dit het probleem niet oplost bevindt het 
apparaat zich wellicht te ver van het terminal‐apparaat of belemmert een obstakel dat het 
 
draadloze signaal. U kunt het apparaat dichterbij het terminal‐apparaat brengen of een 
draadloze repeater toevoegen. Zorg er bovendien voor dat magnetrons, 
Bluetooth‐apparaten en mobiele telefoons die WLAN‐signalen onderbreken uit de buurt 
van WLAN‐apparaten worden gehouden. 
De draadloze netwerkadapter maakt geen verbinding met het apparaat. 
Sommige oudere draadloze netwerkadapters ondersteunen de WPA2‐authenticatie nog 
 
niet. U kunt de authenticatie en encryptie instellen op WPA‐AES, WPA‐TKIP of WEP. 
Het apparaat in de repeater‐ of cliëntmodus maakt geen verbinding met de uplink‐AP, 
bijvoorbeeld de domestic gateway, voor toegang tot het internet of de verbinding met 
het internet wordt regelmatig onderbroken. 
Controleer of het apparaat zich in de draadloze signaaldekking van zijn uplink‐apparaat 
 
bevindt. Klik op Site‐onderzoek in de pagina van de Draadloze cliëntfunctie en controleer 
of het apparaat sterke draadloze signalen van de uplink‐AP kan vinden of niet. 
De draadgebonden verbinding met het apparaat is abnormaal. 
Controleer de status van de ethernet‐indicator op het apparaat. Als de ethernet‐indicator 
 
uitschakelt, kunt u controleren of de ethernetkabel goed is aangesloten. Als dit het 
probleem niet oplost kunt u de ethernetkabel vervangen.   
Geen toegang tot het internet. 
Controleer of de netwerkadapter die met het apparaat is verbonden automatisch een 
 
IP‐adres verkrijgt. Zo niet moet u DHCP voor de domestic gateway instellen of het IP‐adres 
van de netwerkadapter en DNS handmatig instellen.   
Het apparaat kan niet via de webpagina worden geconfigureerd. 
Controleer of het IP‐adres van de netwerkadapter en dat van het apparaat zich in 
eenzelfde netwerksegment bevinden. Stel het IP‐adres van netwerkadapter 
handmatig in het netwerksegment van 192.168.100.2/253 in overeenstemming 
met de werkwijze beschreven in Hoofdstuk 5 "Pc‐configuratie en configuratie van 
 
de draadloze verbinding". Kies Netwerkinstellingen > Instellingen van de 
LAN‐interface en stel het IP‐adres of het apparaat in op hetzelfde netwerkadres 
als dat van de domestic netwerk‐gateway. 
 
De WPS‐verbinding mislukt. 
Zorg ervoor dat slechts één WPS‐apparaat dat is verbonden met het apparaat de 
WPS‐sessie binnen de 2 minuten opstart. Merk een WPS‐verschil op tussen het apparaat 
 
dat dienst doet als uplink‐AP en als downlink‐cliënt apparaat in de repeater‐modus (zie 
paragraaf 9.5.2 WPS‐instelling). Verwijs naar Tabel 4.1 voor een beschrijving van de 
WPS‐indicatorstatus. 
VAAK GESTELDE VRAGEN 
81
 

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières