Wps-Instelling; Netwerktoepassing; Poort-Forwarding - IT Works REPW300 Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Activeer WDS‐functie: activeer de WDS‐functie als u deze functie wenst te 
gebruiken. Noteer dat de WDS‐functie niet kan worden geactiveerd als het kanaal 
is ingesteld op Auto. 
Deactiveer draadloze cliëntenassociatie: als dit is geselecteerd, zendt het 
draadloze basisstation geen signalen naar cliënten die er rechtstreeks mee zijn 
verbonden. 
Centraal basisstation: in deze modus doet de router dienst als een basisstation om 
met repeaters te communiceren. Het basisstation stuurt de gegevens van 
communicatie tussen repeaters naar de eindbestemming‐repeaters. Repeaters 
moeten in overeenstemming geconfigureerd worden. Merk op dat een draadloos 
basisstation voor maximaal 4 repeaters kan worden geconfigureerd. 
Repeater MAC‐adres 1/2/3/4: voer het MAC‐adres van de repeater in. 
Klik als u klaar bent met de instellingen op Toepassen om de instellingen op te slaan. 
Verwijs voor een beschrijving van de WDS‐toepassing naar 6.4.3 WDS‐toepassing.   
8.5.5 WPS‐instelling 
Verwijs voor details naar 7.5.4 WPS‐instelling.   
8.6  Netwerktoepassing 
Klik op Netwerktoepassing om het uitgebreide navigatiemenu op de display te zien. 
8.6.1 Poort‐forwarding 
Standaard is uw LAN door de firewall‐functie van de router verborgen. Daardoor kunnen 
andere gebruikers op het internet alleen de router detecteren, zonder dat zij rechtstreeks 
een bepaalde pc in de LAN kunnen binnengaan. Als u een pc in een LAN wilt binnengaan, 
moet u poort‐forwarding voor de router configureren en de gewenste poort op de 
overeenkomstige pc in de LAN mappen. De router verstuurt na het ontvangen van een 
toegangsverzoek van het internet pakketten naar de pc in overeenstemming met de 
regels van de poort‐mapping. Op deze manier wordt communicatie tussen het internet en 
de pc in de LAN met succes tot stand gebracht. 
 
55

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières