Time‐out bij inactiviteit: als het systeem binnen de gespecificeerde tijd van
Time‐out bij inactiviteit geen enkel signaal met betrekking tot internettoegang
ontvangt, zal het de verbinding verbreken.
Mijn IP‐adres: voer uw IP‐adres in. U kunt dit veld ook leeg laten.
Subnetmasker: voer het subnetmasker in. U kunt dit veld ook leeg laten.
Server‐adres: voer het IP‐adres van de server in. U kunt dit veld ook leeg laten.
Gateway IP‐adres: voer het IP‐adres van de gateway in. U kunt dit veld ook leeg
laten.
Domeinnaam (DNS) server‐adres: selecteer Gebruik deze DNS‐server als u weet
dat uw ISP bij het inloggen niet automatisch DNS‐adressen naar de router stuurt.
Voer dan het IP‐adres van de primaire DNS‐server van uw ISP in. Voer indien
beschikbaar een secundair DNS‐server adres in.
MTU‐grootte: stel de maximale transmissie‐eenheid in. De standaardwaarde is
aanbevolen.
Router MAC‐adres: Verwijs naar de beschrijvingen voor het instellen van Router
MAC‐adres voor DHCP.
Klik als u klaar bent met de instellingen op Toepassen om de instellingen op te slaan.
(5)
L2TP
Selecteer L2TP als de ISP een gebruikersnaam en wachtwoord voor L2TP‐dialup aanbiedt.
50