Poort-Triggering - IT Works REPW300 Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Kies Netwerktoepassing > Poort‐forwarding om de pagina van de Poort‐forwarding op 
de display te zien. 
Service‐naam: selecteer een service‐type. 
Service IP‐adres: voer het IP‐adres in van de computer die de services aanbiedt. 
Klik op de button Service op maat toevoegen om de pagina van de Poorten – Service op 
maat op de display te zien: 
Service‐naam: selecteer een service‐type. 
Protocol: het protocol gebruikt bij de mapping‐poort. U kunt kiezen uit TCP/UDP, 
TCP of UDP. Het is aanbevolen TCP/UDP te gebruiken als u niet zeker bent welk 
protocol te gebruiken. 
Startpoort: nadat de verbinding met de mapping‐poort tot stand is gebracht, is de 
overeenkomstige poort open en kan de toepassing daaropvolgende 
verbindingsverzoeken aan de open poort initiëren. 
Eindpoort: stel de eindpoort van de reikwijdte van de mapping‐poort in. 
Service IP‐adres: voer het IP‐adres in van de computer die services aanbiedt. 
Klik als u klaar bent op Toepassen om de instellingen op te slaan. 
8.6.2 Poort‐triggering 
Bepaalde toepassingen, zoals WAN‐netwerk games, videoconferenties en 
netwerkoproepen vergen meerdere verbindingen. Door de firewall‐instelling kunnen 
deze applicaties niet op een eenvoudige NAT‐router werken. Bepaalde speciale 
 
56
 

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières