DT SWISS F 232 ONE Manuel D'utilisation page 79

3.8 DE VERENDE VOORVORK CONTROLEREN
1. Controleer of de verende voorvork en het wiel spelingvrij gemonteerd zijn.
2. Controleer of er voldoende vrije ruimte is voor het gebruikte wiel.
→ Pomp de band op tot de maximaal toegestane bandspanning. De lagere spanning, zoals op de
velg of de band voorgeschreven, moet hierbij worden aangehouden.
→ Tussen de band en de verende voorvork resp. spatbord moet bij een geheel ingeveerde verende
voorvork nog minstens 6 mm ruimte overblijven.
3. Breng de luchtdruk in de band op de gewenste bandspanning.
4. Draai de verende voorvork in beide richtingen en controleer of de verende voorvork onbelemmerd
kan worden gedraaid.
→ De verende voorvork of het spatbord mag de werking van andere elementen niet hinderen en
mogen ook zelf geen hinder ondervinden!
→ De vorkkroon mag bij een volledig neergedrukt stuur niet tegen de onderbuis komen!
5. Laat alle lucht uit de verende voorvork af. Druk de verende voorvork geheel in.
→ Het spatbord mag bij geheel inveren van de vork niet in aanraking komen met de onderbuis!
→ De remote-kabel mag bij een volledig neergedrukt stuur niet bekneld raken tussen de
vorkkroon en het frame!
6. Pas de luchtdruk in de verende voorvork aan volgens de gewenste gebruiksdruk.
7. Controleer de werking van de verende voorvork.
8. Raadpleeg uw dealer of een DT Swiss Service Center in geval van problemen of slechte werking.
F 232 ONE- Gebruiksaanwijzing V2021.09
79