Identificatieplaatje; Gebruiksvoorwaarden - Tractel Travspring Manuel D'installation, D'emploi Et D'entretien

8. Gat van de indicator onder spanning zetten
9. Draad van de plombering
10. Gaten van de plomberingpastille
6.11.3. Onder spanning brengen zonder indicator
of spanner
• Stap 1: Vooraf spannen van de kabel.
Ga te werk als aangegeven in § 6.11.2 door een lading
toe te passen van 80 tot 100 daN.
• Stap 2: Het slap maken van de kabel
werk als aangegeven in § 6.11.2
• Stap 3: Spannen van de lijn
van de tirvit™ door een gecoördineerde werking op de
hefboom en de klemmen.
"Belangrijk": In geen geval mag de toegepaste
maximale lading op de kabel hoger zijn dan 100 daN.
Het spannen is beëindigd.
6.12. Inrichting van de toegangszones
van de levenslijn
De toegang of de toegangen tot de levenslijn moeten
bepaald en beperkt zijn op plekken waar geen valrisico
bestaat van grote hoogte en aangegeven worden door
een identificatieplaatje zoals hierna wordt aangeduid.
Zij moeten zodanig ingericht zijn dat de bediener op
een veilige manier zijn lijn kan verbinden die uitgerust
is met een connector van staaldraad of een slider aan
de levenslijn, naar gelang het geval.

7. Identificatieplaatje

In overeenstemming met de norm EN 795 Type C, dient
een identificatieplaatje van het type Tractel
1/2/3, teken F) bevestigd te worden op iedere toegang
tot de levenslijn. Als extra toegangen overwogen
worden, kan Tractel op aanvraag deze typeplaten
®
bezorgen. De Tractel plaat is opgesteld in zes talen,
®
drie talen op elke kant van de plaat. Zorg ervoor dat
de te monteren typeplaat in de richting van de operator
wijst, zodat de operator de aanwijzingen in de taal van
het land van gebruik kan aflezen.
De indicaties die op dit identificatieplaatje moeten
worden gezet door de installateur moeten met een
waterproof stift of met geslagen letters worden
geschreven zodat ze gemakkelijk door de bediener
kunnen worden gelezen. Alle beschadigde platen
moeten vervangen worden voordat het gebruik
verdergezet wordt.
"Belangrijk": Het is verplicht ieder type travspring™,
travspring™ One of travsmart in te schrijven op het
identificatieplaatje. Deze informatie is noodzakelijk bij
het koppelen van de bediener aan de lijn met de
travsmart slider (O1) of een draadconnector (O2) naar
gelang het type levenslijn.
8.1. Algemeen
De gebruiker van de travspring™, travspring™ One
of travsmart levenslijn, dient, voor de inbedrijfstelling,
Ga te
van de installateur een kopie te ontvangen van de
voorafgaande studie, die verplicht moet worden
De lading weghalen
opgesteld. Hij moet ook kennis nemen van deze
handleiding.
Het
beschermingsmiddelen tegen vallen van grote hoogte
(PBM) die gebruikt kunnen worden met de levenslijn
conform zijn aan de regelgeving en de geldende
normen, en compatibel zijn met de installatie en in een
goede staat van werking zijn.
Ieder persoon die een travspring™, travspring™ one
of travsmart levenslijn dient te gebruiken moet fysiek
in staat zijn te werken op grote hoogte en moet vooraf
een opleiding hebben gevolgd voor het gebruik ervan,
in overeenstemming met deze handleiding, met
demonstratie in situaties waar geen risico bestaat, in
combinatie met de betreffende PBM. De bevestigings-
en ontkoppelingsmethode van de geleider voor de
travsmart levenslijn of de koppeling van ijzerdraad
voor de travspring™ en travspring™ one, de kanteling
van de koppeling van de lijn op de geleider van de
levenslijn travsmart voor het gebruik aan de ene of
andere kant van de lijn, alsook het passeren van de
tussen- en bochtelementen, zowel de geleider als de
draadkoppeling, moeten zorgvuldig worden uitgelegd,
(afbeelding
®
en er dient gecontroleerd te worden dat de gebruiker
deze methode heeft begrepen.
8.2. Gebruiksaanbeveling
De travspring™, travspring™ One en travsmart
levenslijnen dienen uitsluitend gebruikt te worden
tegen vallen van grote hoogte, en mogen in geen
geval dienen als ophangmiddel. Zij mogen uitsluitend
worden gebruikt in combinatie met de gecertificeerde
CE-PBM die conform moeten zijn aan de toepasbare
reglementeringen
harnasgordel is de enige opvanginstallatie van het
lichaam van de bediener die verbonden mag worden
aan een levenslijn�
De travspring™, travspring™ One en travsmart
levenslijnen mogen nooit buiten de aangegeven
grenzen gebruikt worden die staan aangegeven in deze
handleiding en per voorafgaande studie.

8. Gebruiksvoorwaarden

dient te garanderen
en normen.
dat de persoonlijke
Een volledig
197
NL