5. Selecteer met de / -insteltoetsen de gewenste impulsfrequentie en bevestig
uw keuze met de ENTER-toets.
6. Selecteer met de / -insteltoetsen de gewenste impulsbreedte en bevestig
uw keuze met de ENTER-toets.
7. Selecteer met de / -insteltoetsen de gewenste behandelingsduur en be-
vestig uw keuze met de ENTER-toets.
8. Selecteer met de / -insteltoetsen links en rechts de gewenste impulsin-
tensiteit voor
en
.
Programma EMS 35
Het programma EMS 35 is een burst-programma dat u aan uw persoonlijke
wensen kunt aanpassen. Bij dit programma worden verschillende impulsreek-
sen doorlopen. Burst-programma's zijn geschikt voor alle plekken die met een
wisselend signaalpatroon moeten worden behandeld (voor minimale gewen-
ning). U kunt bij dit programma een impulsfrequentie van 1 tot 150 Hz en een
impulsbreedte van 80 tot 450 µs instellen. Daarnaast kunt u bij dit programma
een bedrijfsduur en een pauzeduur van 1 tot 30 seconden instellen.
1. Plaats de elektroden in het gewenste gebied (zie hoofdstuk 8.4 'Aanwijzingen
met betrekking tot het plaatsen van elektroden' voor de voorgestelde plaat-
singsmogelijkheden) en verbind ze met het apparaat.
2. Selecteer het programma EMS 35 zoals beschreven in hoofdstuk 8.2 'Gebruik
starten' (stap 3 tot stap 5).
3. Selecteer met de / -insteltoetsen de gewenste bedrijfsduur ('on time') en
bevestig uw keuze met de ENTER-toets.
4. Selecteer met de / -insteltoetsen de gewenste pauzeduur ('o time') en
bevestig uw keuze met de ENTER-toets.
5. Selecteer met de / -insteltoetsen de gewenste impulsfrequentie en bevestig
uw keuze met de ENTER-toets.
6. Selecteer met de / -insteltoetsen de gewenste impulsbreedte en bevestig
uw keuze met de ENTER-toets.
7. Selecteer met de / -insteltoetsen de gewenste behandelingsduur en be-
vestig uw keuze met de ENTER-toets.
8. Selecteer met de / -insteltoetsen links en rechts de gewenste impuls-
intensiteit voor
en
.
© Copyright Gebrauchs.info
8.9 Doctor's Function
De Doctor's Function is een speciale instelling waarmee u uw persoonlijke
programma nog eenvoudiger en doelgerichter kunt oproepen. Uw persoon-
lijke programma wordt meteen bij het inschakelen opgeroepen en geactiveerd.
Dit persoonlijke programma kan bijvoorbeeld op advies van uw arts worden
ingesteld.
Doctor's Function instellen
• Selecteer uw programma en de betre ende instellingen zoals beschreven in
hoofdstuk 8.2 'Gebruik starten'.
• Bij aanvang van de stimulatiebehandeling is de impulsintensiteit van
en
standaard ingesteld op 00. Er worden nog geen impulsen naar
de elektroden verzonden. Houd de toets
voordat u met de toetsen voor het instellen van de intensiteit de gewenste
impulsintensiteit instelt. Een lang akoestisch signaal geeft aan dat de instel-
lingen in de Doctor's Function zijn opgeslagen.
• Als u het apparaat opnieuw inschakelt, wordt meteen het met behulp van
de Doctor's Function opgeslagen programma opgeroepen.
Doctor's Function wissen
Om het apparaat weer vrij te geven en opnieuw toegang tot andere
programma's te krijgen, houdt u de toets
De impulsintensiteit van
lang akoestisch signaal geeft aan dat de instellingen uit de Doctor's Function
zijn gewist.
8.10 Therapiegeheugen
De EM 1 R registreert de behandelingsduur. Schakel het apparaat in met de
AAN/UIT-toets
en houd de toets
therapiegeheugen te gaan. Op het display wordt de behandelingsduur tot nu
toe weergegeven. De bovenste twee cijfers geven de minuten aan en daaron-
der worden de uren weergegeven. Houd de toets
drukt om de behandelingsduur te resetten. Bij het vervangen van de batterijen
wordt het therapiegeheugen automatisch gereset. Druk op de MENU-toets
om terug te gaan naar de programmakeuze of schakel het apparaat uit. Info:
het therapiegeheugen kan niet worden opgevraagd als de Doctor's Function
is geactiveerd.
183
5 seconden ingedrukt
ca. 5 seconden ingedrukt.
en
moet daarbij zijn ingesteld op 00. Een
5 seconden ingedrukt om naar het
5 seconden inge-