Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
BEDIENING
Lees eerst de veiligheidsvoorschriften!
Voordat de motor wordt gestart, moeten eerst de
volgende handelingen worden uitgevoerd: vul de
brandstoftank (A afb. 17) met Diesel, vul het
oliecarter met olie, via de vuldop (A afb. 18) en vul de
radiateur (A afb. 19) en het expansievat (B afb. 19)
met een 50% antivriesmengsel. Ga als volgt te werk:
1. Brandstof
Vul de brandstoftank (A afb. 17) met Diesel nr. 2-D
(ASTM D975).
Alle machines met dieselmotoren worden afgeleverd
met een ontlucht brandstofsysteem en met een kleine
hoeveelheid brandstof in de tank en de kraan in de
aan-stand. Als de motor droogloopt of als de kraan is
uitgezet, moet het brandstofsysteem worden ontlucht.
Ga als volgt te werk:
a.
vul de brandstoftank tot aan het maximumpeil.
Zet de brandstoffilterkraan (B afb. 17) open;
b.
open de ontluchtingsschroef boven op de
brandstofinspuitpomp (A afb. 20);
c.
start de motor gedurende ongeveer tien
seconden of bedien de brandstofpomphandel
met de hand;
d.
sluit de ontluchtingsschroef boven op de
inspuitpomp (A afb. 20);
OPMERKING: laat de ontluchtingsschroef boven
op de brandstofinspuitpomp altijd gesloten
wanneer het brandstofsysteem wordt ontlucht,
anders kan de motor afslaan.
e.
herhaal stappen b, c en d totdat de motor
aanslaat.
2. Motorolie
a.
Vul het oliecarter met een voorgeschreven
motorolie (zie de specificaties op pagina ), via
de vuldop (A afb. 18).
b.
Controleer ook altijd het oliepeil met de peilstok
(B afb. 21) en zorg ervoor dat de machine
tijdens het meten op een vlakke ondergrond
staat. De oliecarterinhoud is 9,5 liter.
3. Koelvloeistof
Vul de radiateur (A afb. 19) helemaal en het
expansievat (A afb. 19) voor de helft met een 50%
antivriesmengsel. De koelsysteeminhoud is 6,8 liter.
BELANGRIJK
Laat de motor altijd eerst warmdraaien voordat
een maximumlading en -snelheid worden
gebruikt, anders gaat dit ten koste van de
levensduur van de motor.
NL
FONCTIONNEMENT DE LA
MACHINE
Lire les consignes de sécurité.
Avant de mettre le moteur en marche, faire le plein
de carburant (A fig. 17) avec du gasoil, faire le plein
du carter moteur (A fig. 18) avec de l'huile et remplir
le radiateur (A fig. 19) et le vase d'expansion (A fig.
19) avec une solution à 50 % d'antigel.
Procéder comme suit:
1.
Circuit de gasoil
Remplir le réservoir (A fig. 17) avec du gasoil N° 2-D
(ASTM D975)
Toutes les machines diesel quittent l'usine avec un
peu de gasoil dans le réservoir.
Toutes les machines diesel quittent l'usine avec un
peu de gasoil dans le réservoir et le robinet ouvert.
Si le réservoir se trouve complètement vidé ou le
robinet fermé, il faaaaut purger le circuit de gasoil.
Procéder comme suit:
(a)
Faire le niveau de gasoil. Ouvrir le robinet de
gasoil sur le filtre.
(b)
Ourvrir le robinet de purge sur le dessus de la
pompe d'injection de gasoil.
(c)
Mettre le contact pendant environ 10 secondes
ou actionner le levier d'alimentation de la
pompe à gasoil (option)
(d)
Fermer le robinet de purge.
NOTE: le robinet de purge sur la pompe
d'injection de gasoil doit toujour être fermé sauf
quand on purge, autrement le moteur s'arrête.
(e)
Répéter les points 'b','c' & 'd' jusqu'à ce que
le moteur démarre.
2.
Huile moteur
(a)
Remplir le carter avec de l'huile (HD)
classification API grade CC/CD/CE par le trou
de remplissage (A fig. 18)
(b)
Verifier le niveau d'huile au moyen de la jauge
(B fig. 21) après s'être assuré que la machine
était de niveau. Capacité: 9,5 litres.
3.
Liquide de refroidissement
Remplir le radiateur (A fig. 19) et a moitié le vase
d'expansion (B fig. 19) avec une solution à 50%
antigel. Capacité: 6,8 litres.
NOTES IMPORTANTES -
Toujours faire chauffer suffisamment le moteur
avant de le faire tourner à pleine charge ou de
passer une vitesse afin de ne pas écourter sa
longévité.
F
GB-NL-F-29
Publicité
Chapitres
