Télécharger Imprimer la page

Leviers De Relevage Hydraulique (Fig. 9) - Textron RANSOMES Commander 3510 Manuel

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

HYDRAULISCHE HEFINRICHTING (afb. 9)
De maaieenheden kunnen omhoog en omlaag worden
gezet met de drie bedieningshandels aan de rechterkant
naast de machinebediener. De handels werken als volgt:
de middelste handel (C) bestuurt de middelste
maaieenheid en de linker- en rechtervooreenheid (1, 2 en
3);
de rechterhandel (D) bestuurt de rechterzijeenheid (4);
de linkerhandel (E) bestuurt de linkerzijeenheid (5).
OPMERKING: als een van de maaieenheden omhoog
staat en vervolgens omlaag wordt gezet, begint de
snijcilinder pas te draaien wanneer de voetbediende
maaischakelaar wordt ingedrukt.
Omhoog zetten:
duw de handel(s) naar achteren en
houd de handel(s) vast totdat de maaieenheid
(maaieenheden) op de gewenste hoogte staan.
Omlaag zetten:
trek de handel(s) helemaal naar voren
en laat de handels los om de maaieenheid (maaieenheden)
op maaiveldhoogte te zetten. Houd de handel(s) niet vast!
OPMERKING: de maaieenheden kunnen alleen omhoog
en omlaag worden gezet wanneer de motor draait.
BELANGRIJK: wanneer tijdens het maaien een van de
handels per ongeluk naar achteren wordt geduwd
wordt gezet, zweven de maaieenheden niet over
eventuele oneffenheden. Hiervoor moet de handel
volledig naar voren worden geduwd om weer in de
neutrale stand terug te keren.
TEGENGEWICHT (F afb. 9)
De gronddruk van de maaieenheden kan binnen
vastgestelde limieten worden aangepast met het handwiel
aan de rechterkant van de zitplaats voor de
machinebediener.
Draai het handwiel met de klok mee om de gronddruk van
de maaieenheid te verlagen en het klimvermogen van de
machine te vergroten.
Draai het handwiel tegen de klok in om de gronddruk van
de maaieenheid te verhogen en te voorkomen dat de
maaieenheid "stuitert" wanneer de machine met hoge
snelheid op oneffen terrein wordt gebruikt. De normale
stand van deze bedieningsinrichting is halverwege tussen
de minimum- en maximumlimiet.
VEILIGHEIDSPALLEN (A afb. 10, 11, 12)
Gebruik tijdens transport van de machine altijd de
veiligheidspallen terwijl de maaieenheden omhoog staan.
De maaieenheden kunnen hydraulisch worden vergrendeld
in elke willekeurige stand door de bedieningshandel voor de
hefinrichting bij de gewenste stand los te laten. Om de
voor- en zijeenheden in de transportstand te verankeren
moeten de haken op het machineframe worden gedraaid
om de lippen aan de hefarmen te grijpen. De achterste
(middelste) maaieenheid wordt door een pal in de
transportpositie verankerd. Deze pal wordt bediend door
een handel onder de linkeropstap achter het voorwiel. Trek
de handel uit en duw de handel naar beneden om de
maaieenheid in de omhoog-stand te vergrendelen.
NL

LEVIERS DE RELEVAGE HYDRAULIQUE (fig. 9)

Pour relever ou abaisser les éléments de coupe il y a
3 leviers situés à droite du conducteur. Ils peuvent
être utilisés comme suit:
le levier droite commande l'élément latéral droite no4.
Le levier gauche commande l'élément latéral gauche
no5.
NOTE: si un élément est relevé puis abaissé à
nouveau au travail le cylindre ne tourne pas tant
que l'on n'a pas appuyé sur la
sécurite.
Pour relever: mettre le(s) levier(s) vers l'arrière et
le(s) tenir en position jusqu'a ce que le(s) élément(s)
soi(en)t à la hauteur désirée. Pour abaisser: mettre
le(s) levier(s) à fond à l'avant et le(s) relâcher. Le(s)
élément(s) s'abaisse(nt) jusqu'au sol. NE PAS
tenir le levier en position.
NOTE: les éléments se relèvant et s'abaissent
uniquement quand le moteur tourne.
IMPORTANT: si au travail un levier est
accidentellment mis en haut, les éléments de
coupe ne flottent plus jusqu'à ce que le levier soit
ramené à fond en bas puis remis au neutre.
COMMANDE DE CONTREPOIDS (F fig. 9)
La pression au sol de l'élément de coupe peut être
modifiée dans les limites pré-réglées par la molette
située à droite du siège du conducteur.
Pour réduire le poids, tourner la molette de droite à
gauche. Ce réglage diminue le risque de voir
l'élément "rebondir" en travaillant à grande vitesse sur
unsol bosselé. La position normale de cette
commande est à mi-chemin entre le réglage
minimum et le réglage maximum.
VERROUILLAGES (A fig.10, 11, 12)
Lors du transport les verrouillages doivent toujours
être mis. Les éléments peuvent être verrouillés
hydrauliquement dans n'importe quelle position en
relâchant le levier de commande à
la position désirée. Pour verrouiller les éléments
avant et latéraux en position transport, faire pivoter
les crochets sur le châssis pour qu'ils s'accrochent
dans les ergots sur les bras de relevage. L'élement
arrière (central) se verrouille par un crochet qui est
actionné par un levier situé sous le marchepied
gauche derrière la roues avant. Pour verrouiller
l'élément, tirer sur le levier puis l'amener vers le bras.
F
GB-NL-F-21

Publicité

Chapitres

loading