Besturings- En Regelorganen; Bedieningspaneel (Fig. C); Groep Drukregelaar En Manometer (Fig. B-10); Veiligheids- En Blokkeringsfuncties - Telwin INVERSPOTTER 13500 SMART AQUA Manuel D'instructions

Poste de soudage par points
Masquer les pouces Voir aussi pour INVERSPOTTER 13500 SMART AQUA:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 17
3 - Contact voor aansluiting van de tang;
4 - Snelkoppelingen voor de aansluiting van de koelslangen;
5 - Contact voor aansluiting van de sensoren die worden gebruikt bij de automatische
puntlas;
6 - Tangkabelsteun.
Op de achterkant:
7 - Hoofdschakelaar;
8 - Ingang van de voedingskabel;
9 - Armsteunen;
10 - Groep drukregelaar, manometer en filter luchtingang;
11 - Dop van het reservoir van de koelgroep (GRA);
12 - Vloeistofpeil van de GRA;
13 - Ontluchtingsventiel van de GRA.
4.2 BESTURINGS- EN REGELORGANEN
4.2.1 Bedieningspaneel (Fig. C)
1- TFT-display.
2- Blokkeringstoets van de koelgroep. Hiermee kan de "GRA" worden geblokkeerd
tijdens de lasprocedure om de armen en/of de elektroden beter te kunnen
vervangen.
3- Toets "Quick Menu". Snelle toegang tot de nuttige menu's tijdens het lassen.
4- Multifunctionele toets:
-
: toegang tot het menu "SERVICE" bij alarmconditie of voordat u op START
drukt;
-
: inschakelen/uitschakelen van de registratie van een
lasprocedure;
5- Navigatieknop en toets START:
- door aan de knop te draaien, kunt u door de verschillende menuonderdelen
bladeren;
- door de knop in te drukken, kan het geselecteerde onderdeel worden geopend,
door eraan te draaien kan de waarde worden veranderd, door de knop opnieuw
in te drukken, kan de waarde worden bevestigd;
- door de knop in te drukken bij de start of na een alarm, wordt de machine
ingeschakeld voor puntlassen (toets START)
6- ESC-toets:
-
: terug naar het bovenliggende menu;
-
: terug naar het vorige menu.
7- USB-poort.
4.2.2 Groep drukregelaar en manometer (fig. B-10)
U kunt de druk regelen die wordt uitgeoefend op de elektroden van de pneumatische
tang door aan de regelknop te draaien (alleen voor pneumatische tangen in de
"Handmatige" modus).
4.3 VEILIGHEIDS- EN BLOKKERINGSFUNCTIES
4.3.1 Beveiligingen en alarmen (TAB. 1)
a) Thermische beveiliging:
Wordt ingeschakeld bij overtemperatuur van het puntlasapparaat door het
ontbreken of onvoldoende vermogen van de koelvloeistof of door een werkcyclus
die hoger is dan de toegestane limiet.
De inschakeling wordt beschreven en gesignaleerd op het display.
EFFECT: blokkeren van de bewegingen, openen van de elektroden (cilinder
afvoer); blokkeren van de stroom (lassen onmogelijk).
HERSTEL: handmatig (druk op de toets "START" nadat de temperatuur weer
binnen de toegestane limieten is).
b) Hoofdschakelaar:
- Positie "O" = open vergrendelbaar (zie hoofdstuk 1).
OPGELET! In positie "O" staan de interne aansluitklemmen (L1+L2+L3) van de
voedingskabel onder stroom.
- Positie " I " = gesloten: puntlasapparaat gevoed maar niet in werking (STAND
BY - de toets "START" moet worden ingedrukt).
- Noodwerking
Als het lasapparaat in werking is, zorgt openen (pos. " I "=>pos "O") ervoor dat
het apparaat een noodstop maakt:
- stroom uitgeschakeld;
- elektroden geopend (cilinder afvoer);
- automatisch herstarten onmogelijk.
OPGELET! CONTROLEER REGELMATIG OF DE NOODSTOP GOED
WERKT.
c) Beveiliging koelgroep
Wordt ingeschakeld bij ontbreken of val van de druk van de koelvloeistof;
De inschakeling wordt beschreven en gesignaleerd op het display.
EFFECT: blokkeren van de bewegingen, openen van de elektroden (cilinder
afvoer); blokkeren van de stroom (lassen onmogelijk).
HERSTEL: de koelvloeistof bijvullen en daarna de machine uitschakelen en weer
aanzetten (zie ook Par. 5.6 "opstelling van de koelgroep").
d) Beveiliging perslucht
Wordt ingeschakeld bij ontbreken of val van de druk (p < 3 bar) van de
persluchtvoeding;
De inschakeling wordt beschreven en gesignaleerd op het display.
EFFECT: blokkeren van de bewegingen, openen van de elektroden (cilinder
afvoer); blokkeren van de stroom (lassen onmogelijk).
HERSTEL: handmatig (druk op de toets "START") na terugkeer binnen de
toegestane druklimieten (manometer geeft >3 bar aan).
e) Beveiliging kortsluiting uitgang (alleen pneumatische tang)
Voor het uitvoeren van de lascyclus controleert de machine of de polen (positief
en negatief) van het secundaire puntlascircuit geen onbedoelde contactpunten
hebben.
De inschakeling wordt beschreven en gesignaleerd op het display.
EFFECT: blokkeren van de bewegingen, openen van de elektroden (cilinder
afvoer); blokkeren van de stroom (lassen onmogelijk).
HERSTEL: handmatig (druk op de toets "START" nadat de oorzaak van de
kortsluiting is verholpen).
f) Beveiliging ontbrekende fase
De inschakeling wordt beschreven en gesignaleerd op het display.
EFFECT: blokkeren van de bewegingen, openen van de elektroden (cilinder
afvoer); blokkeren van de stroom (lassen onmogelijk).
HERSTEL: handmatig (druk op de toets "START").
g) Beveiliging over- en onderspanning
De inschakeling wordt beschreven en gesignaleerd op het display.
EFFECT: blokkeren van de bewegingen, openen van de elektroden (cilinder
afvoer); blokkeren van de stroom (lassen onmogelijk).
HERSTEL: handmatig (druk op de toets "START").
h) Toets "START" (Fig. C-5).
Deze toets moet worden ingedrukt om opdracht tot lassen te kunnen geven in de
volgende omstandigheden:
- bij iedere keer dat de hoofdschakelaar wordt afgesloten (pos "O"=>pos " I ");
- na iedere inschakeling van de veiligheids-/beveiligingsinrichtingen;
- na terugkeer van de voeding (elektriciteit en perslucht) nadat deze is afgesloten
of uitgevallen;
OPGELET! CONTROLEER REGELMATIG OF DE BEVEILIGDE START
GOED WERKT

5. INSTALLATIE

OPGELET! ALLE OPERATIES VAN INSTALLATIE EN ELEKTRISCHE
EN PNEUMATISCHE AANSLUITINGEN UITVOEREN MET DE PUNTLASMACHINE
VOLLEDIG UITGESCHAKELD EN LOSGEKOPPELD VAN HET VOEDINGSNET.
DE
ELEKTRISCHE
EN
UITSLUITEND UITGEVOERD WORDEN DOOR ERVAREN OF GEKWALIFICEERD
PERSONEEL.

5.1 UITRUSTING

De puntlasmachine uitpakken, de montage uitvoeren van de losgemaakte onderdelen
bevat in de verpakking zoals in dit hoofdstuk wordt aangeduid (Fig. D).
5.2 MANIER VAN OPTILLEN (Fig. E).
Het optillen van de puntlasmachine moet uitgevoerd worden met een dubbele kabel en
met haken met de juiste afmetingen voor het gewicht van de machine, gebruikmakend
van de speciaal daartoe bestemde ringen M12.
Het is strikt verboden de puntlasmachine te omgorden op andere manieren dan
diegene die aangeduid zijn.

5.3 PLAATSING

Aan de zone van installatie een voldoende ruime zone zonder hindernissen
voorbehouden die in staat is om in volle veiligheid de toegankelijkheid te garanderen
naar het bedieningspaneel, de hoofdschakelaar en de werkzone .
Controleren of er zich geen hindernissen bevinden ter hoogte van de ingangs- of
uitgangsopeningen van de koelingslucht, en hierbij verifiëren dat er geen geleidend
stof, bijtende dampen, vocht enz. kan aangezogen worden.
De puntlasmachine op een vlak oppervlak van een homogeen en compact materiaal
plaatsen dat geschikt is om het gewicht van de machine te verdragen (zie plaat
"technische gegevens") om het gevaar van kanteling of gevaarlijke verplaatsingen
te voorkomen.
5.4 VERBINDNG MET HET NET

5.4.1 Waarschuwingen

Voordat men gelijk welke elektrische verbinding uitvoert, verifiëren of de gegevens op
de plaat van de puntlasmachine overeenstemmen met de spanning en frequentie van
het net beschikbaar op de plaats van installatie.
De puntlasmachine moet uitsluitend verbonden worden met een voedingssysteem
met geleider van neutraal aangesloten op de aarde.
Om
de
bescherming
tegen
differentiaalschakelaars van het volgende type gebruiken:
-
Type A (
) voor eenfase machines;
-
Type B (
) voor driefasen machines.
-
De puntlasmachine valt niet onder de vereisten van de norm IEC/EN 61000-3-12.
Indien ze aangesloten wordt op een openbaar voedingsnet, behoort het tot de
verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker om te verifiëren of de
puntlasmachine kan worden aangesloten (indien nodig, de exploitant van het
distributienet raadplegen).
5.4.2 Stekker en contact van het net
Met de voedingskabel een standaardstekker ( 3P+T ) verbinden met een adequaat
vermogen en een netcontact voorbereiden beschermd door zekeringen of door een
thermomagnetische automatische schakelaar; het desbetreffende uiteinde van de
aardeaansluiting moet verbonden zijn met de aardegeleider (geel-groen) van de
voedingslijn.
Het vermogen en de karakteristiek van ingreep van de zekeringen en de
thermomagnetische schakelaar staan aangeduid in de paragraaf "ANDERE
TECHNISCHE GEGEVENS".
OPGELET! Het niet in acht nemen van de regels maakt het
veiligheidssysteem voorzien door de fabrikant (klasse I) inefficiënt met
bijkomende zware risico's voor de personen (vb. elektroshock) en voor de
dingen (vb. brand).

5.5 PNEUMATISCHE VERBINDING

-
Een lijn perslucht voorbereiden met een bedrijfsdruk van 8 bar.
- Op de groep filter reductor een van de aansluitingen perslucht ter beschikking
monteren om zich aan te passen aan de aansluitingen beschikbaar op de plaats
van installatie.

5.6 VOORBEREIDING VAN DE KOELGROEP (GRA)

OPGELET! Het vullen moet worden uitgevoerd met de apparatuur
uitgeschakeld en afgesloten van het voedingsnet.
Het gebruik van antivriesvloeistof op basis van polypropyleen absoluut
vermijden.
Gebruik alleen de koelvloeistof die wordt aanbevolen door de producent van de
koelingseenheid.
-
Open het afvoerventiel (FIG. B-13).
-
Vul het reservoir via de vulopening met koelvloeistof (Fig. B-11): inhoud van het
reservoir = 8 l; let goed op dat er geen overtollige vloeistof uit het reservoir loopt na
het vullen.
-
Sluit de dop van het reservoir.
-
Sluit het afvoerventiel.
- 55 -
PNEUMATISCHE
AANSLUITINGEN
een
onrechtstreeks
contact
MOETEN
te
garanderen,

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières