Automatische Instelling Van De Puntlasparameters; Semi-Automatische Instelling Van De Puntlasparameters (Stroom, Tijd); Handmatige Instelling Van De Puntlasparameters En Het Aanmaken Van Een Persoonlijk Programma; Automatische Puntlasprocedure - Telwin inverspotter 13500 smart aqua Manuel D'instructions

stroom af te geven.
In de modus "AUTO" wordt de elektrodedruk tijdens de puntlascyclus automatisch
geregeld volgens de waarden die zijn ingesteld in het puntlasprogramma.
Handmatige regeling:
Door "MAN" te kiezen kunt u de waarde van de kracht handmatig instellen met de
drukregelaar (Fig. B-9): stel in op 3 bar en breng de elektroden naar elkaar toe met
de toets op de tang. Lees dan op het display de verkregen krachtwaarde af; verhoog
de druk en herhaal het naar elkaar brengen van de elektroden totdat u de gewenste
krachtwaarde heeft verkregen.
In de modus "MAN", tijdens de puntlascyclus, is de elektrodedruk de kracht die
handmatig is geregeld volgens de eerder beschreven procedure.
Voordrukfunctie:
Hiermee kunnen de elektroden met de ingestelde kracht naar elkaar toe worden
gebracht zonder stroom af te geven.
De elektroden kunnen in ieder puntlasprogramma naar elkaar toe worden gebracht
met de volgende procedure (dubbele klik):
Druk op de toets op de tang en laat deze weer los en houd de toets meteen daarna
ingedrukt. De tang brengt de elektroden naar elkaar toe en houdt ze gesloten totdat
de toets weer wordt losgelaten. Op het display staat "VOORDRUK" en de led op de
tang knippert.
OPGELET: het gebruik van beschermende handschoenen kan
voordruk met dubbele klikken moeilijk maken. Het is daarom raadzaam om de
voordrukfunctie in het programma "ONDERHOUD" te selecteren.
OPGELET!
RESTRISICO! Ook in deze modus bestaat het gevaar voor beknelling van de
bovenste ledematen: neem de benodigde voorzorgsmaatregelen (zie het
hoofdstuk veiligheid).
6.2.3 Automatische instelling van de puntlasparameters
De puntlasparameters worden allemaal automatisch ingesteld door de machine:
modus AUTOMATIC. Beide stekkers van de C-tang moeten op de machine zijn
aangesloten (Fig. F).
6.2.4 Semi-automatische instelling van de puntlasparameters (stroom, tijd)
(Paragraaf 4.2.1 en Fig. C)
De puntlasparameters worden door de machine ingesteld door de dikte en het
materiaal (*) van de te lassen metaalplaten te selecteren uit de volgende modi:
- EASY (twee gelijke metaalplaten).
- PRO (twee gelijke of verschillende metaalplaten).
- MULTI (drie gelijke of verschillende metaalplaten).
De puntlas wordt als correct uitgevoerd beschouwd wanneer de kern van de puntlas
uit één van de twee metaalplaten loskomt wanneer een stuk testmateriaal wordt
onderworpen aan een trekproef.
(*) LET OP: de beschikbare standaardmaterialen zijn:
- "IJzer" (afkorting "Fe"): platen van ijzer met een laag koolstofgehalte;
- "Fe Zn" (afk. "Fz"): verzinkt ijzeren platen met een laag koolstofgehalte;
- "Hss" (afk. "Hs"): staalplaten met een hoge breekgrens (700 MPa max);
- "Borium" (afk. "Br"): platen van boriumstaal.
6.2.5 Handmatige instelling van de puntlasparameters en het aanmaken van een
persoonlijk programma
De puntlasparameters kunnen handmatig worden ingesteld voor het uitvoeren van
een proeflas of om een persoonlijk programma te maken.
Vanuit de modi "Easy, Pro, Multi" houdt u toets 1 van Fig. C ongeveer 3 seconden
ingedrukt om de modus "HANDMATIG/PROG" te openen en selecteert u vervolgens
met dezelfde toets de te wijzigen parameter: druk en draai de encoder om de waarde
te veranderen, druk opnieuw op de encoder om te bevestigen. In deze modus kunt u
de gekozen parameters wel gebruiken tijdens het puntlassen, maar deze worden niet
opgeslagen.
Om terug te keren naar de eerste modus, houdt u 3 seconden toets 1 ingedrukt van
Fig. C; er verschijnt "het programma opslaan?"; kies "NEE" om NIET op te slaan, "JA"
voor opslaan als.
Het persoonlijke programma met naam kan op ieder gewenst moment opnieuw
worden gebruikt in de modus "CUST".
6.3 AUTOMATISCHE PUNTLASPROCEDURE
Deze functie is beschikbaar met de pneumatische "C"-tang die standaard bij de
machine wordt geleverd.
Selecteer de modus "AUTOMATIC" met de toets "MODE": u komt dan in de
voorbereidingsprocedure "RESETTEN".
Om het resetten correct uit te voeren, houdt u de tangtoets zo lang als nodig is
ingedrukt volgens de aanwijzingen op het display; ga daarna als volgt te werk:
- Plaats de elektrode van de vaste arm op het oppervlak van een van de twee te
puntlassen platen.
- Druk op de toets op de greep van de tang voor het volgende:
a) De platen worden tussen de elektroden geklemd.
b) De puntlascyclus wordt gestart met stroomdoorgang die wordt aangegeven
door de led op het bedieningspaneel.
- Laat de toets enkele seconden nadat de led is uitgegaan los.
- Na het puntlassen worden de gemiddelde puntlasstroom (met uitzondering van de
op- en aflooptijd aan het begin en het einde), de elektrodedruk en de puntlastijd
weergegeven.
Aan de weergegeven waarden kan een "waarschuwing" worden toegevoegd, die
wordt aangegeven met de knipperende rode led op de tang (zie TAB. 1), op basis
van het verkregen puntlasresultaat.
- Plaats aan het einde van het werk de tang weer in de speciale steun op de wagen.
Om het resetten opnieuw uit te voeren, drukt u herhaaldelijk op de toets "MODE"
totdat "RESETTEN" op het display verschijnt; om deze procedure te verlaten zonder
te resetten, drukt u op de toets "ESC".
BELANGRIJK:
Voor een goed automatisch puntlasresultaat herhaalt u het resetten wanneer:
- De elektroden worden vervangen.
- De elektroden worden schoongemaakt (aangeraden na ongeveer 30
puntlassen).
- De arm wordt vervangen.
- Van laswerk wordt veranderd.
OPGELET: tijdens het resetten voert de tang een speciale
puntlascyclus uit waarbij stroom wordt afgegeven en de elektroden meerdere
malen worden gesloten. Houdt u zich aan alle voorschriften uit de paragraaf
"ALGEMENE VEILIGHEID" VAN DEZE HANDLEIDING!
6.4 SEMI-AUTOMATISCHE OF HANDMATIGE PUNTLASPROCEDURE
Deze handelingen zijn geldig voor alle gereedschappen, vanuit de modus "Easy, Pro,
Multi":
- Selecteer de te lassen metaalplaten (materialen en dikten) met de encoder.
- Geef de vooraf ingestelde puntlasparameters weer (Fig.C-1).
- Pas eventueel het puntlasprogramma aan met uw persoonlijke instellingen (zie
paragraaf 6.2.4).
6.4.1 PNEUMATISCHE GRIJPER
- De continue of gepulseerde functie puntlassen selecteren (Fig. C-2).
- De elektrode van de vaste arm doen steunen op het oppervlak van een van de
twee platen die moeten gepuntlast worden.
- De drukknop op het handvat van de grijper indrukken, zo bekomt men:
a) Sluiting van de platen tussen de elektroden.
b) Start van de cyclus van puntlassen met overgang van de stroom gesignaleerd
door de led op het controlepaneel.
- De drukknop loslaten enkele ogenblikken na het uitgaan van de led
- Op het einde van het puntlassen wordt de gemiddelde Stroom van puntlassen
(uitgesloten de start- en eindhellingen) en de Kracht naar de elektroden
gevisualiseerd.
Aan de gevisualiseerde waarden kan men een "waarschuwing" toevoegen,
gesignaleerd door de rode led die knippert in de grijper (zie TAB. 1), op basis van
het resultaat bekomen met het puntlassen.
- Op het einde van het werk de grijper terug in de speciaal daartoe bestemde steun
plaatsen die op het wagentje aanwezig is.
OPGELET: aanwezigheid van gevaarlijke spanning! Altijd de integriteit
van de voedingskabel van de grijper verifiëren; de beschermende gegolfde buis
mag niet gesneden, gebroken of geplet zijn! Vóór en tijdens het gebruik van de
grijper moet men verifiëren of de kabel uit de buurt van gedeelten in beweging,
warmtebronnen, scherpe oppervlakken, vloeistoffen, enz... ligt.
OPGELET: de grijper bevat het geheel van omzetting, isolatie en
gelijkrichten noodzakelijk voor het puntlassen; ingeval er twijfels zijn over de
integriteit van de grijper (wegens val, hevige stoten, enz..) de puntlasmachine
loskoppelen en een geautoriseerd assistentiecentrum raadplegen.

6.4.2 STUDDER-PISTOOL

OPGELET!
- Om de toebehoren van de boorkop van het pistool te bevestigen of te demonteren,
twee vaste zeshoekige sleutels gebruiken zodanig dat het draaien van de boorkop
zelf vermeden wordt.
- In het geval van operaties op deuren of motorkappen is het verplicht de massabalk
op deze gedeelten te verbinden om de stroomdoorgang door de scharnieren en in
ieder geval in de zone die moet gepuntlast worden te beletten (lange stroomwegen
verminderen de efficiëntie van het punt).
6.4.2.1 Verbinding van de massakabel
a) De plaat blootleggen zo dicht mogelijk bij het punt waarop men wenst te
werken, voor een oppervlak dat overeenstemt met het contactoppervlak van de
massabalk.
b1) De koperen balk bevestigen aan het oppervlak van de plaat gebruikmakend van
een SCHARNIERGRIJPER (model voor lasoperaties).
Als alternatief voor de modaliteit "b1" (moeilijkheid van practische activering) de
volgende oplossing gebruiken
b2) Een sluitring puntlassen op het oppervlak van de plaat die eerder werd
voorbereid; de sluitring door de invoeringsgleuf van de koperen balk doen gaan
en deze blokkeren met de desbetreffende klem in dotatie.
Puntlassen sluitring voor bevestiging uiteinde massa
In de boorkop van het pistool de desbetreffende elektrode (POS.9, Fig. I) monteren en
erin de sluitring invoeren (POS.13, Fig. I).
De sluitring doen steunen in de gekozen zone. Op dezelfde zone het uiteinde massa in
contact brengen; drukken op de drukknop van het pistool en hierbij het lassen van de
sluitring activeren waarop de eerder beschreven bevestiging moet uitgevoerd worden.
Puntlassen
klinknagels
Het pistool voorzien van de geschikte elektrode en er het element invoeren dat moet
gepuntlast worden en het doen steunen op de plaat op het gewenste punt; drukken op
de drukknop van het pistool: de drukknop alleen loslaten nadat de ingestelde tijd
verstreken is (uitschakeling led
Puntlassen platen langs één enkele kant
In de boorkop van het pistool de voorziene elektrode monteren (POS.6, Fig. I) en
hierbij drukken op het oppervlak dat moet gepuntlast worden. De drukknop van het
pistool activeren, de drukknop alleen loslaten nadat de ingestelde tijd verstreken is
(uitschakeling led ).
OPGELET!
Maximum dikte van de plaat die moet gepuntlast worden, langs één enkele kant: 1+1
mm. Dit puntlassen is niet toegestaan op draagstructuren van de carrosserie.
Om correcte resultaten te bekomen bij het puntlassen van de platen moet men enkele
fundamentele voorzorgsmaatregelen treffen:
1 - Een onberispelijke massaverbinding.
2 - De twee gedeelten die moeten gepuntlast worden moeten zonder eventuele verf,
vet of olie zijn.
3 - De gedeelten die moeten gepuntlast worden moeten met elkaar in contact zijn,
zonder luchtspleet, indien nodig een druk uitoefenen met een werktuig, niet met
het pistool. Een te sterke druk leidt tot slechte resultaten.
4 - De dikte van het bovenste stuk mag 1 mm niet overschrijden.
5 - De punt van de elektrode moet een diameter van 2,5 mm hebben.
6 - De moer die de elektrode blokkeert goed vastdraaien, verifiëren of de connectoren
- 58 -
schroeven, moerborgen,
).
.
spijkers,