Lassen: Beschrijving Van De Procedure - Telwin MASTERMIG 300 Manuel D'instructions

Masquer les pouces Voir aussi pour MASTERMIG 300:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 11
OVEREENSTEMMEN MET DE DIAMETER EN DE AARD VAN DE DRAAD DIE MEN
WENST TE GEBRUIKEN EN OF ZE CORRECT GEMONTEERD ZIJN. TIJDENS DE
FASEN VAN INVOER VAN DE DRAAD GEEN BESCHERMENDE HANDSCHOENEN
DRAGEN.
- De ruimte haspel openen.
- De draadspoel op de haspel plaatsen, en hierbij het uiteinde van de draad naar
boven houden, controleren of de aandrijfpin van de haspel op correcte wijze in het
voorzien gat behuisd is (1a).
- De contrarol/rollen van druk vrijmaken en verwijderen van de onderste rol/rollen
(2a).
- Verifiëren of de rol/rollen van tractie geschikt is/zijn voor de gebruikte draad (2b).
- Het uiteinde van de draad vrijmaken, het vervormd uiteinde recht en zonder bramen
afknippen, de spoel draaien tegen de wijzers van de klok en het uiteinde van de
draad in de draadgeleider van de ingang steken en 50-100mm in de draadgeleider
van de aansluiting toorts (2c) duwen.
- De contrarol/rollen terugplaatsen en de druk ervan regelen op een gemiddelde
waarde; verifiëren of de draad correct geplaatst is in de uitholling van de onderste rol
(3).
- De haspel lichtjes afremmen door in te grijpen op de desbetreffende stelschroef
geplaatst in het midden van de haspel zelf (1b) .
- De sproeier en het contactbuisje wegnemen (4a) .
- De stekker in het stopcontact steken, de lasmachine aanschakelen, de drukknop
toorts of de drukknop voorwaartse beweging draad op het bedieningspaneel
(indien aanwezig) indrukken en wachten tot het uiteinde van de draad, nadat hij
heel het omhulsel van de draadgeleider doorlopen heeft 10-15cm uit het voorste
gedelete van de toorts steekt, de drukknop loslaten.
_____________________________________________________________________________________________________________________
OPGELET! Tijdens deze operaties is de draad onder elektrische spanning
onderworpen aan mechanische inspanningen; indien men niet de geschikte
voorzorgsmaatregelen treft, kan dit leiden tot gevaar voor elektroshock,
kwetsingen en ontstaan van elektrische bogen.
_____________________________________________________________________________________________________________________
- Het mondstuk van de toorts niet tegen lichaamsdelen richten.
- De toorts niet naar de gasfles brengen.
- Het contactbuisje en de sproeier terug op de toorts monteren (4b).
- Verifiëren of de voorwaartse beweging van de draad regelmatig verloopt; de druk
van de rollen en de afremming van de haspel ijken op de mogelijke minimum
waarden en hierbij verifiëren of de draad niet glijdt in de uitholling en of op het
ogenblik van de stilstand van de tractie de draadwikkelingen niet los geraken
wegens een excessieve inertie van de spoel.
- Het uiteinde van de uit de sproeier komende draad op 10-15mm afknippen.
- De ruimte haspel sluiten.

6.LASSEN: BESCHRIJVING VAN DE PROCEDURE

6.1 PRELIMINAIRE OPERATIES
- Het contact van massa invoeren op het contact (-) (voor lasmachines voorzien van
een uniek contact van massa).
- Het massacontact invoeren in de gewenste snapmofverbinding (-) op basis van het
te lassen materiaal (voor lasmachines voorzien van 2 of meerdere
massacontacten).
- snapmofverbinding (-) met max reactantie (
materiaal of afgeleide legeringen (Al), koperlegeringen (CuAl/CuSi).
- snapmofverbinding (-) met min reactantie (
(SS), staal met koolstof en lichtmetaallegeringen (Fe).
- De retourkabel verbinden met het te lassen stuk .
- De flux van het beschermend gas openen en regelen middels de drukreductor (5-7
l/min).
- De lasmachine aanschakelen en de lasstroom instellen met de roterende
commutator .
6.2 LASSEN (FIG. H)
Eens dat de machine vooringesteld is waarbij de eerder vermelde operaties werden
uitgevoerd, is het voldoende de massaklem in contact te brengen met het te lassen stuk
en op de drukknop van de toorts te drukken. Men moet ervoor zorgen de toorts op een
adequate afstand van het stuk te houden .
Voor moeilijke lasoperaties is het best te proberen op een stuk afgekeurd materiaal, en
hierbij tegelijkertijd in te grijpen op de regelknoppen teneinde het lassen zelf te
verbeteren. Indien de boog in druppels smelt en de neiging heeft uit te gaan moet men
de snelheid van de draad opdrijven ofwel een lagere stroomwaarde kiezen. Indien
daarentegen de draad gewelddadig gericht is tegen het stuk en aanleiding geeft tot
wegschieten van materiaal, moet men de snelheid van de draad verlagen .
Men moet zich bovendien herinneren dat ieder draad betere resultaten geeft met een
bepaalde snelheid van voorwaartse beweging . Daarom moet men best, voor moeilijke
en langdurige operaties, ook draden met een verschillende diameter proberen teneinde
de meest geschikte te kiezen..
6.3 LASSEN IN ALUMINIUM
Voor dit type van lassen wordt als beschermend gas ARGON of een mengsel ARGON -
ELIO gebruikt. De te gebruiken draad moet dezelfde kenmerken van het basismateriaal
bezitten. Het is alleszins altijd best een meer gelegeerde draad te gebruiken (vb.
aluminium/silicium) en nooit een draad in zuiver aluminium .
Het MIG-lassen van het aluminium biedt geen bepaalde moeilijkheden tenzij diegene er
in te slagen de draad goed te trekken langs de hele toorts omdat zoals men weet
aluminium
beperkte mechanische kenmerken heeft en de moeilijkheden van tractie groter zullen
zijn naargelang de ø van de draad kleiner is.
Dit probleem kan verholpen worden door de volgende wijzigingen aan te brengen :
1 - Het omhulsel van de toorts vervangen met het model in teflon. Om het weg te
trekken is het voldoende de pinnen los te zetten aan het uiteinde van de toorts .
2 - Contqctbuisjes voor aluminium gebruiken.
3 - De rolletjes van het draadtrekken vervangen met een type voor aluminium .
4 - Het stalen omhulsel van de draadgeleider van ingang vervangen met de
overeenstemmende in teflon.
De hierboven beschreven stukken zijn voorzien in het accessoire voor aluminium
aangeboden in optie .
6.4 PUNTLASSEN (FIG. I)
Met een installatie met draad lkn men de vereniging van overlapte stalen platen
bekomen middels puntlassen gerealiseerd met toevoer van materiaal .
De installatie is bijzonder geschikt voor dit doel omdat ze uitgerust is met een regelbare
timer, hetgeen het mogelijk maakt de meest geschikte tijd van het puntlassen te kiezen
en, bijgevolg,de realisatie van punten met gelijke kenmerken .
Voor het gebruik van de machine voor puntlassen moet men ze op de volgende wijze
voorinstellen :
- De sproeier van de toorts vervangen met een van een speciaal type voor het
puntlassen, geleverd als accessoire . Deze sproeier onderscheidt zich voor de
cilindervorm en omdat hij op het uiteinde uitlaten voor het gas heeft .
- De commutator van regeling van de stroom op de stand "maximum" plaatsen.
- De snelheid van voorwaartse beweging van de draad bijna op het maximum van de
waarde regelen .
- De deviator in de stand "TIMER" plaatsen
- De tijd van het puntlassen regelen volgens de dikte van de te verenigen metalen
platen .
Voor het uitvoeren van het puntlassen doet men de sproeier van de toorts horizontaal
op de eerste metalen plaat steunen, vervolgens drukt men op de drukknop van de
toorts voor de toestemming voor het lassen : de draad brengt de eerste metalen plaat in
) of stand 2-3 voor aluminium
) of stand 1-2 voor roestvrij staal
FIG. G
smelting, gaat erdoor en dringt door in de tweede en realiseert hierbij een gesmolten
wig tussen de twee metalen platen .
De drukknop moet ingedrukt worden tot de timer het lassen onderbreekt .
Met deze procedure kunnen operaties van puntlassen gerealiseerd worden ook in
omstandigheden die niet mogelijk zijn met traditionele puntlasmachines, gezien men
metalen platen kan verenigen die niet langs achter toegankelijk zijn, zoals bv. blikken .
Bovendien is het werk van de operator heel beperkt gezien de uiterste lichtheid van de
toorts .
De gebruikslimiet van dit systeem is gebonden aan de dikte van de eerste metalen
plaat, terwijl de tweede een veel grotere dikte mag hebben .
6.5 AANBRENGEN VAN SPIJKERS (FIG. L)
Deze operatie is alleen mogelijk met compacte lasmachines met een contact van
massa .
Het betreft een procedure die toestaat ingetrokken of vervormde metalen platen op te
hijsen zonder op de achterkant te moeten kloppen. Dit is noodzakelijk in het geval van
gedeelten van carrosserie die niet toegankelijk zijn langs de achterkant .
De operatie wordt op de volgende manier uitgevoerd
- De sproeier van de toorts vervangen met een van een geschikt type voor het
aanbrengen van spijkers, die lateraal de behuizing voor de spijker heeft .
- De commutator voor de regeling van de stroom in de stand 3 plaatsen .
- De snelheid van voorwaartse beweging regelen in functie van de stroom en van de
gebruikte draad, alsof men een lasoperatie moet uitvoeren .
- De deviator in de stand "TIMER" zetten.
- De tijd regelen op ongeveer 1 - 1,5 seconden.
Op deze manier wordt een laspunt uitgevoerd ter hoogte van de kop van de spijker
waarbij zo de vereniging ervan met de metalen plaat wordt gerealiseerd . Nu is het
mogelijk, gebruikmakend van het speciaal daartoe bestemd werktuig, de ingetrokken
metalen plaat op te hijsen .
6.6 PROCEDURE VAN ONTLATEN VAN DE METALEN PLAAT (FIG. M)
Deze operatie is mogelijk met compacte lasmachines met een of meerdere contacten
van massa .
Voor het uitvoeren van deze procedure moet men de desbetreffende verpakking
vragen.
In de carrosserie verliest de metalen plaat, na de operaties van lassen of hameren, haar
beginkenmerken en om ze terug naar deze beginstaat te brengen gebruikte de operator
een lasbrander-buisje waarmee hij de metalen plaat verwarmde tot een temperatuur
van ongeveer 800°C, ze vervolgens snel afkoelend met een met water bevochtigde vod.
Ingeval men het lasbrander-buisje volledig wenst te vervangen, wordt de procedure van
ontlaten als volgt uitgevoerd:
- De sproeier van de toorts wegnemen en de speciale elektrodenhouder invoeren en
vervolgens de elektrode in houtskool en hierbij de desbetreffende knop vastdraaien .
- De commutqtor van regeling in de stand 1 zetten (hogere standen zouden de
elektrode en de machine teveel verwarmen ).
- De druk wegnemen van de tractierolletjes middels het loshaken van de veer teneinde
te voorkomen dat de draad wordt meegesleept op de toorts .
Indien het te ontlaten gedeelte slechts een kleine zone interesseert, moet men de
operatie uitvoeren zoals het puntlassen, en hierbij het eindgedeelte van de elektrode in
contact brengen met de metalen plaat gedurende voldoende tijd om deze te verwarmen
en vervolgens snel af te koelen met een met water bevochtigde vod. Indien daarentegen
het te ontlaten gedeelte groter is moet men de elektrode doen draaien .
_____________________________________________________________________________________________________________________
OPGELET:
- De seinlamp gaat aan bij een conditie van verhitting en onderbreekt hierbij de
verdeling van vermogen ; de reset wordt automatisch uitgevoerd na enkele minuten
van afkoeling .
_____________________________________________________________________________________________________________________
7. ONDERHOUD
_____________________________________________________________________________________________________________________
OPGELET! VOORDAT MEN DE ONDERHOUDSOPERATIES UITVOERT, MOET
MEN VERIFIËREN OF DE LASMACHINE UITGESCHAKELD IS EN
LOSGEKOPPELD IS VAN HET VOEDINGSNET.
_____________________________________________________________________________________________________________________
7.1 GEWOON ONDERHOUD:
DE OPERATIES VAN GEWOON ONDERHOUD KUNNEN UITGEVOERD WORDEN
DOOR DE OPERATOR.
7.1.1 Toorts
- Vermijden de toorts en haar kabel te doen steunen op warme stukken; dit zou het
smelten van de isolerende materialen kunnen veroorzaken en bijgevolg de toorts
snel buiten werking stellen.
- Regelmatig de dichting van de leiding en de gasaansluitingen controleren.
- Bij elke vervanging van de draadspoel met droge perslucht (max 5 bar) in het
omhulsel draadgeleider blazen, de integriteit ervan verifiëren.
- Voor ieder gebruik de staat van slijtage en de correctheid van montage van de
eindgedeelten van de toorts controleren : sproeier, contactbuisje, gasverspreider.
7.1.2 Draadvoeder
- Regelmatig de staat van slijtage van de rollen draadtrekker verifiëren, regelmatig het
metalen stof wegnemen dat zich heeft afgezet in de tractiezone (rollen en
draadgeleider van ingang en uitgang).
7.2 BUITENGEWOON ONDERHOUD:
DE OPERATIES VAN BUITENGEWOON ONDERHOUD MOGEN UITSLUITEND
UITGEVOERD WORDEN DOOR ERVAREN OF GEKWALIFICEERD PERSONEEL
OP GEBIED VAN ELECTRICITEIT EN MECHANICA.
_____________________________________________________________________________________________________________________
OPGELET! VOORDAT MEN DE PANELEN VAN DE LASMACHINE WEGNEEMT
EN NAAR DE BINNENKANT ERVAN GAAT, MOET MEN CONTROLEREN OF DE
LASMACHINE UITGESCHAKELD IS EN LOSGEKOPPELD IS VAN HET
VOEDINGSNET.
_____________________________________________________________________________________________________________________
Eventuele controles uitgevoerd onder spanning aan de binnenkant van de
lasmachine kunnen zware elektroshocks veroorzaken gegenereerd door een
rechtstreeks contact met gedeelten onder spanning en/of kwetsingen te wijten
aan een rechtstreeks contact met organen in beweging.
-
Regelmatig en in ieder geval met een zekere frequentie in functie van het gebruik en
de stofgraad van de ruimte, de binnenkant van de lasmachine nakijken en het stof
wegnemen dat zich heeft afgezet op de transformator, de reactantie en de
gelijkrichter middels een straal droge perslucht (max 10 bar).
-
Vermijden de straal perslucht te richten op de elektronische fiches; zorgen voor hun
eventuele schoonmaak met een heel zachte borstel of geschikte oplosmiddelen.
- Bij gelegenheid verifiëren of de elektrische verbindingen goed vastgedraaid zijn en
of de bekabelingen geen beschadigingen aan de isolering vertonen.
- Op het einde van deze operaties moet men de panelen van de lasmachine terug
monteren en hierbij de stelschroeven tot op het einde toe vastdraaien.
- Strikt vermijden de lasoperaties uit te voeren met een open lasmachine.
- 25 -

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières