Babboe Mini Mountain Manuel D'utilisation page 19

Symptoom
Symptomen
(Weergave A)
De snelheid wordt aangegeven, maar de
functieweergave knippert. (Hulpstroom is
De snelheid wordt aangegeven, maar de functie-
gestopt.)
weergave knippert. (Hulpstroom is gestopt.)
Symptoom
(Weergave A)
De snelheid wordt aangegeven, maar de
functieweergave knippert. (Hulpstroom is
gestopt.)
(Weergave X)
De indicator hulpmodus en de
functieweergave knipperen. (Hulpstroom
is gestopt.)
(Weergave X)
De indicator hulpmodus en de
functieweergave knipperen. (Hulpstroom
is gestopt.)
Het hoofddisplay dat wordt weergegeven
tijdens het rijden en „Er" worden afwisselend
weergegeven, en een foutbeschrijving wordt
(Weergave A)
Het hoofddisplay dat wordt weergegeven
weergegeven op de functieweergave.
tijdens het rijden en „Er" worden
afwisselend weergegeven, en een
foutbeschrijving wordt weergegeven op de
functieweergave.
(Weergave A)
Het hoofddisplay dat wordt weergegeven
tijdens het rijden en „Er" worden
afwisselend weergegeven, en een
foutbeschrijving wordt weergegeven op de
functieweergave.
(Weergave X)
De lamp hulpmodus brandt in rood, het
rijden-hoofddisplay en „ER" worden
afwisselend weergegeven en een
foutbeschrijving wordt aangegeven in de
functieweergave.
(Weergave X)
De lamp hulpmodus brandt in rood, het
rijden-hoofddisplay en „ER" worden
afwisselend weergegeven en een
foutbeschrijving wordt aangegeven in de
functieweergave.
36
51
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 51
Controleer Actie
Controleer Actie
Dit is geen storing. Het is
in een toestand waarin
Controleer Actie
de bediening van het
Dit is geen storing. Het is in
een toestand waarin de hulpstroomsysteem
bediening van het
normaal is. Deze staat kan
hulpstroomsysteem
normaal is. Deze staat kan voorkomen afhankelijk van
voorkomen afhankelijk van
de trapkracht en rijsnelheid,
Dit is geen storing. Het is in
de trapkracht en
een toestand waarin de
maar het keert terug naar de
rijsnelheid, maar het keert
bediening van het
terug naar de normale
normale toestand indien er
hulpstroomsysteem
toestand indien er is
normaal is. Deze staat kan
is bevestigd dat het systeem
bevestigd dat het systeem
voorkomen afhankelijk van
normaal is.
normaal is.
de trapkracht en
rijsnelheid, maar het keert
terug naar de normale
toestand indien er is
Het probleem doet zich
bevestigd dat het systeem
voor in de accu. Schakel de
normaal is.
stroom uit en daarna weer
aan. Als het probleem niet
kan worden opgelost, laat
uw accu dan zo snel mogelijk
inspecteren door een dealer.
Het probleem doet zich
voor in de accu. Schakel de
stroom uit en daarna weer
aan. Als het probleem niet
kan worden opgelost, laat
uw accu dan zo snel
Het probleem doet zich
mogelijk inspecteren door
voor in de accu. Schakel de
een dealer.
stroom uit en daarna weer
aan. Als het probleem niet
kan worden opgelost, laat
uw accu dan zo snel
mogelijk inspecteren door
een dealer.
51
De indicator automatische modus knippert.
(Weergave A)
De indicator automatische modus
knippert.
(Weergave X)
„A:####" en „####" op de indicator
hulpmodus worden afwisselend
weergegeven.
DUWHULPFUNCTIE
Bijvoorbeeld in het geval van
standaardmodus
Symptomen
Duwhulpfunctie
De duwhulpfunctie schakelt uit.
De duwhulpfunctie schakelt uit.
2018/04/25 10:06:26
Symptomen Controleer
Symptoom Controleer
Controleer
Werd het wiel een
Symptoom Controleer
aantal seconden
geblokkeerd?
Werd het wiel
een aantal
seconden
geblokkeerd?
Heeft u getrapt
Heeft u getrapt terwijl
terwijl de
duwhulpfunctie
de duwhulpfunctie
ingeschakeld
ingeschakeld was?
was?
52
Actie
Actie
Er is mogelijk een probleem
binnenin de aandrijfunit.
Schakel de stroom naar de
weergave-eenheid uit en
Er is mogelijk een probleem
schakel deze daarna weer
binnenin de aandrijfunit.
in. Als het probleem niet kan
Schakel de stroom naar de
weergave-eenheid uit en worden opgelost, laat uw
schakel deze daarna weer
fiets dan zo snel mogelijk
in.
inspecteren door een dealer.
Als het probleem niet kan
worden opgelost, laat uw
fiets dan zo snel mogelijk
inspecteren door een
dealer.
Actie
Haal uw vinger heel even van
de drukschakelaar duwhulp
Actie
af en nadat u zeker weet dat
Haal uw vinger heel even
de wielen draaien, drukt u de
van de drukschakelaar
schakelaar opnieuw in.
duwhulp af en nadat u
zeker weet dat de wielen
draaien, drukt u de
schakelaar opnieuw in.
Haal uw voeten van de
Haal uw voeten van de
pedalen en haal uw vinger
pedalen en haal uw vinger
even van de
even van de drukschakelaar
drukschakelaar duwhulp.
Druk vervolgens opnieuw
duwhulp. Druk vervolgens
op de schakelaar.
opnieuw op de schakelaar.
37