BFT VISTA SW 260 SXL Instructions D'utilisation page 66

8) WIJZIGING VOORBELASTING VEER (alleen voor VISTA SW 260 SXL) Afb.8
LET OP! - Deze handeling moet zeer voorzichtig uitgevoerd worden.
Los of demonteer NOOIT de vleugel voordat de bevestigingsschroef
van de veer opnieuw is gemonteerd .
- Lijn de rode referentiestrepen uit (als ze niet zijn uitgelijnd wanneer de vleugel is gesloten,
moet de vleugel geopend worden tot ze zijn uitgelijnd) Afb. 8.1;
- Draai de schroef opnieuw vast, let op dat ze in het gat van het kroonwiel komt te zitten
zodat de veer opnieuw wordt bevestigd (heruitlijning van de merktekens, de gaten moeten
uitgelijnd zijn) Afb. 8.2;
- Op basis van het gemonteerde type van arm moeten alle fasen opnieuw overlopen worden
die eerder zijn beschreven, wetende dat:
Elk segment van de vertanding van de armbevestigingen overeeenkomt met een
rotatie van de arm van 20° en een afname (als de opening wordt uitgevoerd) / toename
(in de tegengestelde zin van de opening) van de voorbelasting van de veer van ongeveer
0,8Nm. Afb. 8.3
9) VOORBELASTING VAN DE VEER (alleen voor VISTA SW 260 SXL)
LET OP! - Deze handeling moet zeer voorzichtig uitgevoerd worden.
Deze handeling mag uitsluitend uitgevoerd worden als de veer voor de hersluiting
zou ontlast worden als gevolg van het niet respecteren van de correcte procedures van
de installatie.
De automatisering wordt geleverd met een al voorbelaste veer, met een vooraf gedefi nieerde
waarde die wordt gemarkeerd met een rode markering die is uitgelijnd tussen de ketting en
het constructiestaal.
Als, voor een fout als gevolg van de onjuiste uitvoering van de aangegeven procedures, de
veer zou ontlast worden, moet u de volgende stappen uitvoeren om deze opnieuw te belasten:
1- Koppel eventuele al geïnstalleerde armen los;
2- Als de automatisering al is bevestig op de muur, moet ze bevestigd gelaten worden en mag
ze niet gedemonteerd worden;
3- Als de automatisering nog niet is bevestigd, moet dit uitgevoerd worden op de werkbank;
4- Schakel de voeding van de automatisering in;
5- Druk op de toets "+" van de elektronische kaart zodat de motor de veer begint te voorbelasten.
Ga door tot de rode merktekens zijn uitgelijnd.
6- Als moet teruggekeerd worden omdat de uitlijning van de rode merktekens is overschreden,
moet de toets "-" van de elektrische kaart gebruikt worden.
7- Zodra de merktekens zijn uitgelijnd, moet de bevestigingsschroef van de veer opnieuw
vastgedraaid worden in de zitting ZONDER DE STROOMTOEVOER TE ONDERBREKEN.
Nu is de automatisering klaar om in werking gesteld te worden.
10) AANSLUITING STROOMTOEVOER Afb. 10
- Controleer dat de plaatgegevens overeenstemmen met diegenen van het stroomnet.
- Voorzien een tweepolige schakelaar met een afstand tussen de contacten van minstens 3mm.
- Controleer dat op de installatie een geschikte overstroombeveiliging aanwezig is.
- Controleer dat er geen scherpe randen zijn die de kabel kunnen beschadigen.
11) BEDIENINGSPANEEL Afb. 12
11.1 BEDIENINGSPANEEL Afb.12.1
WAARSCHUWINGEN - Bij het bekabelen en installeren de geldende normen
raadplegen en in ieder geval de geldende technische normen.
De met extra lage veiligheidsspanning gevoede geleiders (24V), moeten fysiek
gescheiden worden van de geleiders met lage spanning, of op adequate wijze
geïsoleerd met minstens 1 mm extra isolatie.
De geleiders moeten in de buurt van de klemmen door een extra bevestiging
worden vastgezet, bijvoorbeeld met behulp van bandjes.
Klem Defi nitie
Voeding
1-2 --
15Vdc - 12W Max (*)
3-8 NO
Ingang aux 2
4-8 NO Ingang aux 1
5-6 NO
Uitgang aux A/B
7-8 NC
Test Open
8-9 NC Safe Open
66 -
VISTA SW 260 SXL / VISTA SW 260 MXL
INSTALLATIEHANDLEIDING
Beschrijving
Uitgang voor voeding sensoren of
andere inrichtingen
Ingaand contact met confi gureerbare
functies zoals is aangeduid in de tabel
met parameters. (zie paragraaf 12)
Ingaand contact met confi gureerbare
functies zoals is aangeduid in de tabel
met parameters. (zie paragraaf 12)
Hulpuitgang confi gureerbaar zoals is
aangeduid op het schema: g p
Test veiligheidssensor tijdens opening
Contact veiligheidssensor tijdens opening.
Als de veiligheidssensor die is gemonteerd
op het deel van de vleugel dat opengaat,
is aangesloten op de elektronische kaart,
detecteert "Safe Open" een obstakel tijdens
de openingsfase waardoor de beweging van
de vleugel zelf onmiddellijk wordt gestopt.
Als de detectie stopt, hervat de vleugel zijn
openingsbeweging waarna hij sluit aan
de normale snelheid. De detecties van de
sensor in de sluitingsfase veroorzaken geen
systeemreacties, en de poort gaat door met
de beweging. In geval van een installatie met
de vleugel die opent in de buurt van een
muur (bijv. in een gang) is het noodzakelijk
om een waarde (% van de totale slag) in
te voeren waar de sensor de muur niet als
obstakel detecteert. Deze waarde kan worden
gewijzigd met parameter 20 (zie de paragraaf
"Beheer bedrijfsparameters display").
Klem Defi nitie
Voeding
10-11 --
15Vdc - 12W Max (*)
12-13 NC Safe Close
13-14 NC Test Close
15-16 NC Key
Voeding
17-18 --
15Vdc - 12W Max (*)
19-20 NO Start 2
20-21 NO Start 1
22-23 -- Lock
Connector
24-27-29 NO
keuzeschakelaar
Connector
25-26-28 NO
keuzeschakelaars
(*) Totaal beschikbaar vermogen te verdelen over alle voedingsuitgangen.
11.2 BEHEER WERKINGSPARAMETERS "DIP-SWITCH" Afb. 13
Vink de uitgevoerde
DIP Logica
OFF
Type automati-
1
sering
ON
OFF
2 Type arm
OFF
LOW ENERGY (zie
3
tabel)
ON
OFF
PUSH&GO (zie
4
tabel)
ON
Beschrijving
Uitgang voor voeding sensoren of
andere inrichtingen
Contact veiligheidssensor tijdens
sluiting. Als de veiligheidssensor die
is gemonteerd op het deel van de
vleugel dat opengaat, is aangesloten
op de elektronische kaart, detecteert
"Safe Close" een obstakel tijdens de
sluitingsfase waardoor de beweging van
de vleugel zelf onmiddellijk wordt gestopt
en omgekeerd zodat hij helemaal wordt
geopend aan de standaard snelheid,
waarna hij wordt gesloten aan de normale
snelheid. De detecties van de sensor
in de openingsfase veroorzaken geen
systeemreacties, en de poort gaat door
met de beweging.
Test veiligheidssensor tijdens sluiting.
Bediening sleutel. Signaal blokkering. Er
kunnen sluitinrichtingen aangesloten
worden zoals een elektronische sleutel,
sleutelschakelaar, transponder enz.
Als het signaal opengaat, bedient de
regeleenheid het volledig sluiten van
de vleugels (vanuit elke positie waarin
ze zich bevinden). Zolang het signaal
niet opnieuw Gesloten wordt, blijft de
poort gesloten en wordt geen externe
randapparatuur gedetecteerd (inclusief
de multi-logica keuzeschakelaars).
Het signaal moet worden kortgeslo-
ten met COM als er geen aangesloten
inrichtingen zijn.
Uitgang voor voeding sensoren of
andere inrichtingen
Signaal van opening. Er kunnen
inrichtingen voor de bediening van
de opening van de vleugels worden
aangesloten. De sluiting van dit signaal
veroorzaakt de opening van de vleugels.
Dit signaal wordt gecontroleerd zowel in
logica 2 Radar als in logica 1 Radar.
Signaal van opening. Er kunnen
inrichtingen voor de bediening van
de opening van de vleugels worden
aangesloten. De sluiting van dit signaal
veroorzaakt de opening van de vleugels.
Dit signaal wordt alleen gecontroleerd in
logica 2 Radar.
Uitgang voor voeding elektrisch slot
12Vdc of 24Vdc Max 500mA.
LET OP! confi gureren volgens de
specifi eke paragraaf
Aansluiting op basis/geavanceerde
keuzeschakelaar.
Pre d i s p o s i t i e vo o r a a n s l u i t i n g
keuzeschakelaars NIET BESCHIKBAAR
Beschrijving
instelling uit
Motor
Veer
Scharnierarm
Schuifarm
Normaal
Low Energy
Niet actief
Actief
Default
OFF
OFF
OFF
OFF