BFT VISTA SW 260 SXL Instructions D'utilisation page 73

Met keuzeschakelaar logica's geïnstalleerd (de schakelaar in de kop is gedeactiveerd):
LOGICA
Handmatig
1 radar
2 radar
Stop gesloten
Stop geopend
Antiverplettering tijdens opening
Antiverplettering tijdens sluiting
22) VISTA SW 260 MASTER/SLAVE Afb. 18
VISTA SW 260 Master/Slave is een verbinding tussen twee automatiseringen voor dubbele vleugels.
Deze verbinding kan op twee manieren gerealiseerd worden:
1- overlapping of geen overlapping met twee enkelvoudige VISTA SW 260, elkeen geïnstalleerd op een vleugel maar voorziening van de verbinding tussen de twee Afb. 18.a
2- met twee enkelvoudige VISTA SW 260 onderling verbonden met een kit verlengstuk Afb. 18.2.
22.2) AANSLUITING PRINTPLATEN Afb. 18.3
Door middel van een verbinding tussen de klemmen van de keuzeschakelaar communiceren deze onderling en wisselen ze de nodige informatie uit voor een correcte werking van de
dubbele vleugels. Het basisconcept bestaat uit het bepalen van een "Master" kaart die de werkingslogica bewerkt en een "Slave" kaart die de door de Master gegeven commando's opvolgt.
LET OP: voor beide gevallen eerst, voor alle verbindingen te maken, de Master en Slave vleugel bepalen.
MASTER VLEUGEL: de eerste die open gaat, de laatste die sluit (in geval van faseverschil)
SLAVE VLEUGEL: de laatste die open gaat, de eerste die sluit (in geval van faseverschil)
Verbind de twee klemmen van de keuzeschakelaar voor de communicatie tussen de kaarten en een correcte werking van de twee automatiseringssystemen.
Stel in de MASTER kaart en de SLAVE kaart de waarden in die zijn aangeduid in de tabel:
ID BESCHRIJVING STANDAARD
0 = Enkelvoudig
Modus
13 Enkelvoudig/ 1= Dubbel Master
Dubbel
2 = Dubbel Slave
Op basis van de al of niet noodzaak om een faseverschuiving van de beweging van de vleugels te hebben, moeten de volgende waarde ingesteld worden:
- synchrone vleugels op de MASTER kaart, parameter 21=0 en 22=0 (geldig voor geval B)
- niet-synchrone vleugels op de MASTER kaart, parameter 21>0 en 22>0 (geldig voor de gevallen A en BD)
ID BESCHRIJVING STANDAARD
RANGE:
Faseverschuiving
21 0 ÷ 100
Opening dubbel
Faseverschuiving tijdens OPENING in units van 100ms (indien 0 gesynchroniseerd)
Faseverschuiving RANGE:
22 Sluiting dubbel 0 ÷ 100
Faseverschuiving tijdens SLUITING in units van 100ms (indien 0 gesynchroniseerd)
WERKING BESCHRIJVING
De besturing is toegestaan (met relatieve logica's) op beide kaarten,
Elektrisch slot
zoals in geval van enkelvoudige automatiseringen.
Activeerbaar op beide kaarten, met dezelfde modus van een enkelvou-
Push & Go dige automatisering. De detectie van de poging van de opening van
een vleugel veroorzaakt de opening van beide.
Gescheiden en onafhankelijk beheerd door beide kaarten.
- Als een kaart tijdens de sluiting een antiverplettering detecteert,
stopt ze de beweging van beide vleugels en zorgt ze langzaam voor de
volledige opening ervan.
Antiverplettering - Als een kaart tijdens de opening een antiverplettering detecteert,
stopt ze de beweging van de relatieve vleugel en zorgt ze langzaam
voor de volledige sluiting ervan. De andere vleugel, die ondertussen
de volledige opening heeft bereikt, zal wachten op de relatieve vleugel
voordat de sluiting wordt uitgevoerd.
LET OP:
- de twee automatiseringen moeten aangesloten zijn op dezelfde aftakking van de voeding;
- er mogen geen schakelaars of zekeringen geplaatst worden tussen twee operatoren;
- de eventuele aanwezige randapparatuur (KEY, START 1, START 2) mag alleen aangesloten worden op de MASTER kaart;
INSTALLATIEHANDLEIDING
BESCHRIJVING
In deze logica zijn de bediening die zijn verbonden met START1 en START2 gedeactiveerd. De opening en de sluiting zijn handmatig. De
veiligheidssensor tijdens opening en tijdens sluiting zijn alleen actief in geval van de opening met motor voor mindervaliden.
RADAR ALLEEN UITGANG: Alleen de ingang START 2 van de elektronische controlekaart is gecontroleerd. Een signaal van
een op deze ingang aangesloten sensor zorgt ervoor dat de vleugel opent en daarna sluit. De blokkering van de poort met
slot of motor (indien geen enkel slot is geselecteerd) in de gesloten positie is afhankelijk van het type van slot dat wordt
gebruikt en van de instelling van parameter 14.
RADAR INGANG EN UITGANG: Beide ingangen START1 en START2 van de elektronische controlekaart zijn gecontroleerd.
Een signaal van een sensor die is aangesloten op een van deze ingangen zorgt ervoor dat de vleugel opent en daarna sluit.
De blokkering van de poort met slot of motor (indien geen enkel slot is geselecteerd) in de gesloten positie is afhankelijk
van het type van slot dat wordt gebruikt en van de instelling van parameter 14.
De poort is geblokkeerd in de gesloten status. De automatisering bedient de volledige sluiting van de vleugel. In deze
logica zijn de ingangen START1 en START2 van de elektronische controlekaart gecontroleerd; indien aanwezig, blokkeert
het elektrische slot de vleugel. Als het elektrische slot niet aanwezig is, wordt de blokkering uitgevoerd met de motor.
De poort is geblokkeerd in de geopende status. De automatisering bedient de volledige opening van de vleugel. In deze
logica zijn de ingangen START1 en START2 van de elektronische controlekaart gecontroleerd.
Terwijl de fase van de opening wordt uitgevoerd, komt de vleugel een obstakel tegen die de beweging stopt. De automatise-
ring onderbreekt enkele seconden lang de beweging van de vleugel en zorgt voor de volledige sluiting ervan aan begrensde
snelheid. Regelbare gevoeligheidswaarde via de parameter 06 (zie de paragraaf "Beheer bedrijfsparameters display").
Terwijl de fase van de sluiting wordt uitgevoerd, komt de vleugel een obstakel tegen die de beweging stopt. De automatisering keert de
beweging van de vleugel onmiddellijk om en zorgt voor de volledige opening ervan. De volgende hersluiting zal gebeuren aan begrensde
snelheid. Regelbare gevoeligheidswaarde via de parameter 06 (zie de paragraaf "Beheer bedrijfsparameters display").
REGELING
0
REGELING
0
0
VISTA SW 260 SXL / VISTA SW 260 MXL -
73