Bard FINESSE Ultra Mode D'emploi page 57

G. Benodigde apparatuur
De volgende apparatuur is nodig bij een biopsieprocedure:
F ® U
biopsiedriver;
INESSE LTRA
F ® U
biopsiesonde;
INESSE LTRA
H. Aanwijzingen voor gebruik
Werking van de knoppen op de driver (afb. 3):
De driver wordt bediend met twee knoppen (PRIME/PIERCE en SAMPLE) [op scherp stellen/
een optionele doorboringsmodus (PIERCE) die de sonde eerst 20–22 mm terugtrekt en de sonde
vervolgens 20–22 mm naar voren afvuurt om dicht borstweefsel te helpen penetreren.
de overeenkomstige knop op het toetsenbord kan worden gestart.
in gebruik is. Wanneer het hulpmiddel in gebruik is, mag het op geen enkele wijze worden
verplaatst of gewijzigd.
knop op het toetsenbord.
de gebruiker kan worden hersteld. Raadpleeg 'Oplossen van problemen' om de knipperende
oranje lampjes op te heffen.
kan worden hersteld als de sonde is geplaatst. Raadpleeg 'Oplossen van problemen' om
de knipperende rode lampjes op te heffen.
voor PRIME/PIERCE en SAMPLE allebei ononderbroken groen verlicht blijven.
PRIME/PIERCE wordt de optionele doorboringsprocedure gestart. Wanneer
op deze knop wordt gedrukt, blijft het indicatielampje PRIME/PIERCE ononderbroken
oranje verlicht om aan te duiden dat de sonde ongeveer 20–22 mm in de driver wordt
teruggetrokken, is het indicatielampje SAMPLE uit en is de knop SAMPLE uitgeschakeld.
Nadat de sonde is teruggetrokken, blijft het indicatielampje PRIME/PIERCE ononderbroken
groen verlicht om aan te duiden dat de sonde op scherp is gesteld, is het indicatielampje
SAMPLE uit en is de knop SAMPLE uitgeschakeld. Indien er nogmaals op de knop PRIME/
PIERCE wordt gedrukt, wordt de sonde ongeveer 20–22 mm in de borst opgevoerd. De positie
van de sonde na de doorboring kan met behulp van de juiste beeldvorming worden gecontroleerd.
ononderbroken groen verlicht om aan te duiden dat er een volgende doorboringsprocedure
kan worden verricht of dat er een biopt kan worden genomen.
SAMPLE wordt de procedure voor het biopteren gestart. Wanneer er op deze
knop wordt gedrukt, blijft het indicatielampje SAMPLE ononderbroken oranje verlicht om
aan te duiden dat de procedure voor het biopteren wordt uitgevoerd, is het indicatielampje
PRIME/PIERCE uit en is de knop PRIME/PIERCE uitgeschakeld. Gedurende het
biopteren staat het vacuüm aan, wordt de snijcanule van de sonde teruggetrokken (zodat
de collectiekamer vrij komt te liggen), wordt er weefsel in de collectiekamer gezogen,
wordt de snijcanule losgelaten om het weefsel af te snijden, wordt het weefselbiopt naar de
biopthouder overgebracht en maakt het systeem zich klaar voor de volgende biopterings- of
doorboringsprocedure.
56
PRIME/PIERCE en SAMPLE