Télécharger Imprimer la page

Bard FINESSE Ultra Mode D'emploi page 59

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 11
van het te biopteren gebied. (Het midden van de collectiekamer is ongeveer 17 mm
van de tip van de sonde verwijderd.)
4. Indien doorboren is gewenst, drukt u op de knop PRIME/PIERCE om de sonde 20–22 mm
terug te trekken alvorens de sonde in de borst in te brengen. Nadat de sonde is ingebracht,
drukt u op de knop PRIME/PIERCE om de sonde 20–22 mm in het te biopteren gebied
op te voeren voordat u het eerste weefselbiopt neemt.
NB: Er moet beeldvorming worden toegepast om de positie van de sonde ten opzichte
van het te biopteren gebied te bevestigen.
NB: Er moet iemand bij het systeem blijven indien de sonde op scherp is gesteld.
NB: Tijdens initiële plaatsing van de sonde verdient het aanbeveling de sonde in het
weefsel op te voeren met behulp van de optionele doorboringsmodus (PIERCE). Tijdens
het nemen van daaropvolgende biopten kan de arts mogelijk verkiezen deze stap over
te slaan.
NB: De sonde kan op scherp worden gesteld voor het doorboren terwijl deze zich in
de patiënt bevindt indien aanvullende doorboringen gewenst zijn voor toegang tot dicht
weefsel of laesies.
5. Begin met het nemen van biopten door op de knop SAMPLE te drukken. Het nemen van
biopten vindt automatisch plaats. Er wordt een vacuüm gecreëerd, de buitencanule van
de sonde wordt automatisch teruggetrokken, het weefsel wordt door het vacuüm in de
collectiekamer gezogen en de buitencanule wordt losgelaten waardoor het weefsel wordt
afgesneden. Het weefselbiopt wordt vervolgens naar de biopthouder overgebracht. Terwijl
dit alles plaatsvindt, blijft het indicatielampje SAMPLE ononderbroken oranje verlicht en is
de motor te horen. De biopthouder wordt verlicht om het weefselbiopt zichtbaar te helpen
maken. Nadat het weefselbiopt in de biopthouder is geplaatst, maakt het systeem zich
klaar om desgewenst nog een biopt te nemen.
NB: Druk tijdens het nemen van weefselbiopten niet op de biopthouder en verwijder
de biopthouder niet. Als het systeem een fout constateert die betrekking heeft op
de biopthouder, laat dit het indicatielampje SAMPLE knipperend oranje oplichten en
geeft het twee piepsignalen. Verwijder de biopthouder uit de sonde, haal alle weefsel
weg aan de onderzijde van de houder of uit de sonde waar de houder is bevestigd en
breng de houder weer in de sonde in. Het lampje SAMPLE knippert groen op om aan te
duiden dat de biopthouder goed is ingebracht. Druk op de knop SAMPLE om verder te
gaan. Het systeem laat het lampje SAMPLE ononderbroken groen oplichten. Raadpleeg
'Oplossen van problemen' als de fout niet is opgelost.
6. Om meerdere biopten te nemen, herhaalt u bovenstaande stap 5.
NB: Het nemen van meerdere weefselbiopten kan het risico van een vals-negatieve
biopsie tot een minimum helpen beperken.
7. Na het nemen van het laatste weefselbiopt verwijdert u de sonde uit de borst en verzorgt
u de incisieplaats zoals vereist.
NB: Voordat de sonde uit de borst wordt verwijderd, kan de geïntegreerde coaxiale
canule worden losgemaakt en in de borst worden achtergelaten om een route naar de
biopsieplaats te vormen; hierbij moet een weefselmarkering worden geplaatst (afb. 7).
NB: Maak eerst de geïntegreerde
coaxiale canule los als u problemen
ondervindt bij het verwijderen van de
sonde uit de borst. Houd de coaxiale
canule op de plaats en verwijder de
sonde uit de borst.
8. Verwijder de weefselbiopten uit de biopthouder door het deksel linksom te draaien. Indien
er nog meer biopten vereist zijn, dient u te zorgen dat het deksel van de monsterhouder
op zijn plaats zit voordat er nog meer biopten worden genomen.
Afbeelding 7
58

Publicité

loading