Télécharger Imprimer la page

avanos MIC Mode D'emploi page 42

Masquer les pouces Voir aussi pour MIC:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 5
3. Breng in het maaglumen in het midden van het gastropexiepatroon een inbrengnaald in die compatibel is met een
voerdraad van 0,038 inch (0,96 mm) direct naar de pylorus.
NB: Bij het plaatsen kan de GJ-sonde het best onder een hoek van 45° ten opzichte van het huidoppervlak worden
ingebracht.
4. Controleer de juiste plaatsing van de naald met behulp van endoscopie.
5. Voer een voerdraad van maximaal 0,038 inch op door de naald en tot in de maag. Bevestig de positie.
6. Pak onder endoscopische geleide de voerdraad met een atraumatische tang vast.
7. Verwijder de inbrengnaald, maar laat de voerdraad op zijn plaats zitten. Voer de inbrengnaald volgens het
ziekenhuisprotocol af.
Dilatatie
1. Gebruik een scalpelmes nr. 11 voor het maken van een kleine huidincisie die langs de voerdraad omlaag door het
onderhuidse weefsel en de fascia van de musculatuur van de buik loopt. Nadat de incisie is gemaakt, dient de scalpel
volgens het ziekenhuisprotocol te worden afgevoerd.
2. Voer over de voerdraad een dilatator op en dilateer het stomakanaal minimaal vier maateenheden French wijder dan de
te plaatsen enterale voedingssonde.
3. Verwijder de dilatator over de voerdraad, waarbij de voerdraad op zijn plaats blijft.
NB: Om het opvoeren van de sonde door het stomakanaal te vergemakkelijken, kan na dilatatie een afneembare huls worden
gebruikt.
Plaatsing van de sonde onder fluoroscopische (radiologische) visualisatie
1. Voer het distale uiteinde van de sonde via de voerdraad door het stomakanaal op tot in de maag.
2. Draai de MIC* GJ-voedingssonde en voer deze op om de doorgang van de sonde door de pylorus en in het jejunum te
vergemakkelijken.
3. Voer de sonde op totdat de tip van de sonde zich 10-15 cm voorbij het Treitz-ligament en de ballon zich in de maag
bevindt.
4. Vul de ballon met behulp van een mannelijke luerspuit met 7-10 ml steriel of gedestilleerd water.
Let op: Het totale ballonvolume mag 20 ml niet overschrijden. Gebruik geen lucht. Injecteer geen contrastmiddel in
de ballon.
5. Trek de sonde voorzichtig omhoog en weg van de buik totdat de ballon de binnenzijde van de maagwand raakt.
6. Verwijder de restanten vloeistof of glijmiddel uit de sonde en de stoma.
7. Schuif de externe retentiering voorzichtig tot ongeveer 2-3 mm boven de huid. Hecht de retentiering niet aan de huid.
8. Verwijder de voerdraad.
Plaatsing van de sonde onder endoscopische visualisatie
1. Voer het distale uiteinde van de sonde via de voerdraad door het stomakanaal op tot in de maag.
2. Pak de hechtingslus of de tip van de sonde met een atraumatische tang vast.
3. Voer de MIC* GJ-voedingssonde op door de pylorus en het bovenste gedeelte van het duodenum. Blijf de sonde met
behulp van de tang opvoeren totdat de tip zich 10-15 cm voorbij het Treitz-ligament en de ballon zich in de maag
bevindt.
4. Laat de sonde los en trek de endoscoop en tang tegelijkertijd terug, maar laat de sonde op zijn plaats zitten.
5. Vul de ballon met behulp van een mannelijke luerspuit met 7-10 ml steriel of gedestilleerd water.
Let op: Het totale ballonvolume mag 20 ml niet overschrijden. Gebruik geen lucht. Injecteer geen contrastmiddel in
de ballon.
6. Trek de sonde voorzichtig omhoog en weg van de buik totdat de ballon de binnenzijde van de maagwand raakt.
7. Verwijder de restanten vloeistof of glijmiddel uit de sonde en de stoma.
8. Schuif de externe retentiering voorzichtig tot ongeveer 2-3 mm boven de huid. Hecht de retentiering niet aan de huid.
9. Verwijder de voerdraad.
Positie en doorgankelijkheid van de sonde controleren
1. Controleer, om mogelijke complicaties bij de plaatsing (bijv. irritatie of perforatie van de darmen) te voorkomen,
radiologisch of de sonde geen lussen maakt in de maag of dunne darm.
Let op: Het jejunale gedeelte van de sonde bevat wolfraam, dat radiopaak is en kan worden gebruikt om de positie
radiografisch te controleren. Injecteer geen contrastmiddel in de ballon.
2. Spoel zowel het jejunale lumen als het maaglumen met water om de doorgankelijkheid te controleren.
3. Controleer op vocht rond de stoma. Als er tekenen zijn van lekkage uit de maag, controleer dan de positie van de sonde
en controleer of de externe retentiering goed is aangebracht. Voeg, indien nodig, steriel of gedestilleerd water toe in
stappen van 1-2 ml. Overschrijd de eerder aangegeven balloncapaciteit niet.
4. Controleer of de externe retentiering niet te strak tegen de huid is geplaatst en zich 2-3 mm boven de buik bevindt bij de
eerste plaatsing en 1-2 mm boven de buik bij een vervanging van de sonde.
5. Begin pas met de voeding nadat een goede doorgankelijkheid en plaatsing zijn gecontroleerd en volg daarbij de
instructies van de arts.
Vervangingsprocedure via een aangelegd gastrostomiekanaal
1. Reinig de huid rondom de stomaplaats en laat de plaats aan de lucht drogen.
2. Selecteer de juiste maat MIC* GJ-voedingssonde en bereid deze voor volgens de instructies onder 'Voorbereiding van de
sonde' hierboven.
3. Voer onder endoscopische visualisatie een routinematige oesofagogastroduodenoscopie (EGD) uit. Nadat de procedure
is voltooid en er geen bijzonderheden zijn vastgesteld die een contra-indicatie voor de plaatsing van de sonde zouden
kunnen vormen, plaatst u de patiënt in rugligging en vult u de maag met lucht. Manipuleer de endoscoop totdat de
aanwezige gastrostomiesonde zichtbaar is.
4. Breng onder fluoroscopische of endoscopische geleide een voerdraad met slappe tip van max. 0,038 inch in via de
aanwezige gastrostomiesonde.
5. Verwijder de gastrostomiesonde over de voerdraad.
6. Plaats de MIC* GJ-voedingssonde zoals hierboven beschreven onder 'Plaatsing van de sonde'.
Let op: Schuif bij een vervangende sonde de externe retentiering voorzichtig tot ca. 1-2 mm boven de huid. Hecht de
retentiering niet aan de huid.
7. Controleer de positie en doorgankelijkheid van de sonde zoals hierboven beschreven onder 'Positie en doorgankelijkheid
van de sonde controleren'.
Richtlijnen voor het doorgankelijk houden van de sonde
Het op juiste wijze doorspoelen van de sonde is de beste manier om verstopping te voorkomen en de sonde doorgankelijk te
houden. Hieronder volgen richtlijnen om verstopping te voorkomen en de sonde doorgankelijk te houden.
Spoel de voedingssonde met water door: om de 4-6 uur tijdens continue voeding, telkens wanneer de voeding wordt
onderbroken of ten minste om de 8 uur indien de sonde niet wordt gebruikt.
42
Spoel de voedingssonde door nadat het maagresidu is gecontroleerd.
Spoel de voedingssonde zowel voor als na toediening van elk medicijn door en ook tussen het na elkaar toedienen van
verschillende medicijnen. Zo wordt voorkomen dat de medicijnen en de vloeibare voedingsstoffen op elkaar inwerken en
een verstopping van de sonde kunnen veroorzaken.
Spoel de voedingssonde door nadat het maagresidu is gecontroleerd.
Gebruik indien mogelijk vloeibare medicijnen en raadpleeg de apotheker om na te gaan of het veilig is om medicijnen
in tabletvorm fijn te stampen tot een poeder en met water aan te lengen. Als dit veilig is, moeten medicijnen in
tabletvorm tot poeder worden fijngestampt en in warm water worden opgelost voordat ze via de voedingssonde worden
toegediend. Stamp medicijnen met een maagsapresistente coating nooit fijn en vermeng medicijnen niet met vloeibare
sondevoeding.
Vermijd het gebruik van zure dranken als cranberrysap en cola voor het doorspoelen van voedingssondes omdat het zuur
feitelijk aan verstopping van de sonde kan bijdragen als het in aanraking komt met de eiwitten in de sondevoeding.
Algemene richtlijnen voor het doorspoelen van de sonde
Spoel de voedingssonde met behulp van een ENFit®-spuit met water door: eens per 4-6 uur tijdens continue voeding, telkens
wanneer de voeding wordt onderbroken, ten minste een keer per 8 uur indien de sonde niet wordt gebruikt of volgens de
instructies van de arts. Spoel de voedingssonde door nadat het maagresidu is gecontroleerd. Spoel de voedingssonde vóór, na
en tussen toediening van medicatie door. Vermijd het gebruik van zure irriterende stoffen als cranberrysap en cola voor het
doorspoelen van voedingssondes.
Gebruik een ENFit®-spuit van 30 tot 60 ml. Gebruik geen spuit met een kleinere maat omdat hierdoor de druk op de
sonde kan toenemen, wat mogelijk tot ruptuur van kleinere sondes kan leiden.
Gebruik voor het doorspoelen van de sonde water op kamertemperatuur. Het gebruik van steriel water kan geschikt
zijn als de kwaliteit van kraanwater reden tot ongerustheid geeft. De hoeveelheid water is afhankelijk van de behoefte
en de klinische toestand van de patiënt en van het type sonde, maar het gemiddelde volume varieert van 10 tot 50 ml
voor volwassenen en van 3 tot 10 ml voor zuigelingen. Ook de mate waarin de patiënt gehydrateerd is, heeft invloed
op het volume dat voor het doorspoelen van voedingssondes wordt gebruikt. In veel gevallen kan de noodzaak tot het
toedienen van extra intraveneuze vloeistof worden voorkomen door het doorspoelvolume te vergroten. Bij personen met
nierfalen en andere vloeistofbeperkingen moet echter het minimaal noodzakelijke spoelvolume voor het handhaven van
de doorgankelijkheid worden gebruikt.
Oefen bij het doorspoelen van de sonde geen overmatige kracht uit. Het uitoefenen van overmatige kracht kan leiden tot
perforatie van de sonde, wat letsel van het maag-darmkanaal tot gevolg kan hebben.
Noteer de tijd en de gebruikte hoeveelheid water in het dossier van de patiënt. Zo kunnen alle zorgverleners de
behoeften van de patiënt nauwkeuriger controleren.
Toedienen van voeding
1. Open de dop op de jejunale toegangspoort van de MIC* GJ-voedingssonde.
2. Gebruik een ENFit®-spuit om de sonde met de voorgeschreven hoeveelheid water door te spoelen, zoals in de 'Algemene
richtlijnen voor het doorspoelen van de sonde' wordt beschreven.
3. Verwijder de doorspoelspuit uit de jejunale toegangspoort.
4. Bevestig een ENFit®-voedingsset stevig aan de jejunale toegangspoort.
Let op: Draai de voedingssetconnector of de spuit niet te strak op de toegangspoort.
5. Voltooi het toedienen van de voeding volgens de instructies van de arts.
Waarschuwing: Als voeding in de maagdrainage aanwezig is, moet u met de voeding stoppen en de arts
of zorgverlener raadplegen.
6. Verwijder de voedingsset of de spuit uit de jejunale toegangspoort.
7. Gebruik een ENFit®-spuit om de sonde met de voorgeschreven hoeveelheid water door te spoelen, zoals in de 'Algemene
richtlijnen voor het doorspoelen van de sonde' wordt beschreven.
8. Verwijder de doorspoelspuit uit de jejunale toegangspoort.
9. Plaats de dop weer op de jejunale toegangspoort om deze te sluiten.
Toediening van medicijnen
Gebruik zo mogelijk vloeibare medicijnen en raadpleeg de apotheker om na te gaan of het veilig is om in tabletvorm geleverde
medicijnen tot een poeder fijn te stampen en met water aan te lengen. Als dit veilig is, moeten medicijnen in tabletvorm tot
poeder worden fijngestampt en in warm water worden opgelost voordat ze via de voedingssonde worden toegediend. Stamp
medicijnen met een maagsapresistente coating nooit fijn en vermeng medicijnen niet met vloeibare sondevoeding.
1. Open de dop op de voorgeschreven toegangspoort van de MIC* GJ-sonde.
2. Gebruik een ENFit®-spuit om de sonde met de voorgeschreven hoeveelheid water door te spoelen, zoals in de 'Algemene
richtlijnen voor het doorspoelen van de sonde' wordt beschreven.
3. Verwijder de doorspoelspuit uit de toegangspoort.
4. Bevestig een ENFit®-spuit die medicatie bevat stevig op de toegangspoort.
Let op: Draai de spuit niet te strak op de toegangspoort vast.
5. Dien de medicatie toe door het indrukken van de zuiger van de ENFit®-spuit.
6. Verwijder de spuit uit de toegangspoort.
7. Gebruik een ENFit®-spuit om de sonde met de voorgeschreven hoeveelheid water door te spoelen, zoals in de 'Algemene
richtlijnen voor het doorspoelen van de sonde' wordt beschreven.
8. Verwijder de doorspoelspuit uit de toegangspoort.
9. Plaats de dop weer op de toegangspoort om deze te sluiten.
Maagdecompressie
Maagdecompressie kan plaatsvinden via zwaartekrachtdrainage of via intermitterende afzuiging met lage druk.
Let op: Sluit de jejunale toegangspoort nooit op de afzuiging aan. Meet geen restanten in de jejunale toegangspoort.
1. Open de dop op de maagtoegangspoort van de MIC* GJ-voedingssonde.
2. Plaats voor zwaartekrachtdrainage de geopende maagtoegangspoort van de MIC* GJ-voedingssonde rechtstreeks boven
de opening van een hiervoor geschikte bak.
NB: Zorg ervoor dat de geopende toegangspoort zich onder de stoma bevindt.
3. Bevestig voor intermitterende afzuiging met lage druk een ENFit®-spuit op de maagtoegangspoort.
4. Pas intermitterende afzuiging met lage druk toe door de zuiger langzaam en met korte tussenpozen uit de spuit terug te
trekken.
Waarschuwing: Gebruik geen continue afzuiging of afzuiging met hoge druk. Door hoge druk kan de
sonde dichtklappen of het maagweefsel beschadigen en een bloeding veroorzaken.
5. Koppel de decompressiespuit los van de maagtoegangspoort.
6. Gebruik een ENFit®-spuit om de sonde met de voorgeschreven hoeveelheid water door te spoelen, zoals in de 'Algemene
richtlijnen voor het doorspoelen van de sonde' wordt beschreven.
7. Verwijder de spoelspuit uit de maagtoegangspoort.
8. Plaats de dop weer op de maagtoegangspoort om deze te sluiten.

Publicité

loading

Produits Connexes pour avanos MIC