Wilo Control SC-Booster Notice De Montage Et De Mise En Service page 206

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 135
Na verstrijken van de onder menu 1.2.5.4 instel -
bare vertragingstijd worden de pompen uitge -
schakeld. Wanneer de meldingang binnen de
vertragingstijd weer wordt gesloten (of als de
voordruk hoger is dan de drukdrempel in 5.4.6.0 -
alleen voor 'SCe NWB'), leidt dat niet tot uitscha -
keling.
De installatie wordt na een uitschakeling wegens
watergebrek vanzelf weer gestart wanneer de
meldingang wordt gesloten of het overschrijden
van de toevoerdrukdrempel voor het elimineren
van de droogloop (menu 5.4.7.0) (vertragingstijd
volgens menu 1.2.5.5).
De storingsmelding wordt na opnieuw starten
vanzelf gereset, maar kan in het geschiedenisge -
heugen worden uitgelezen.
Bewaking van maximum- en minimumdruk
In het menu 5.4.0.0 kunnen de grenswaarden
voor een veilige werking van de installatie worden
ingesteld.
Overschrijding van de maximum druk (menu
5.4.1.0) leidt tot vertraagd (menu 5.4.4.0) uit -
schakelen van alle pompen. De verzamelstorings -
melding wordt geactiveerd.
Wanneer de druk onder de bijschakeldrempel is
gedaald, wordt het normaal bedrijf weer vrijgege -
ven.
Als de druk als gevolg van het systeem niet daalt,
kan de fout worden gereset door de schakeldrem -
pel te verhogen (menu 5.4.1.0) en vervolgens de
fout te bevestigen (menu 6.0.0.0).
In menu 5.4.2.0 kan de drukdrempel van de mini -
mum drukbewaking en in menu 5.4.5.0 kan de
vertragingstijd worden ingesteld. Het gedrag van
het schakeltoestel bij onderschrijding van deze
drukdrempel kan in menu 5.4.3.0 worden gekozen
(uitschakeling van alle pompen of verder werken).
De verzamelstoringsmelding wordt in elk geval
geactiveerd. Als 'Alle pompen uitschakelen' is
geselecteerd, moet de fout handmatig worden
bevestigd.
Ext. Off
Via een verbreekcontact kan het regelsysteem
extern worden gedeactiveerd. Deze functie heeft
voorrang; alle in automatisch bedrijf draaiende
pompen worden uitgeschakeld.
Werking in geval van een fout van de uitlaat -
druksensor
Voor het geval van een sensorfout (bijv. draad -
breuk) kan het gedrag van het schakeltoestel in
menu 5.2.3.0 worden gedefinieerd. Het systeem
wordt naar keuze uitgeschakeld of draait verder
met één pomp. In de uitvoeringen SCe en SC...FC
kan het toerental van deze pomp in menu 5.2.4.0
worden ingesteld.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Control SC-Booster (SC, SC-FC, SCe)
Werking bij uitval van de voordruk
(alleen 'SCe NWB')
Als de voordruksensor een fout bevat, worden de
pompen uitgeschakeld. Als de fout wordt gecorri -
geerd, schakelt de installatie terug naar automa -
tisch bedrijf.
Als een noodbedrijf vereist is, kan de installatie tij -
delijk verder worden bediend in het regelingstype
p-c (menu 1.1.1.0). Hiervoor moet het gebruik van
de voordruksensor worden gedeactiveerd in menu
5.2.5.0 ('off').
VOORZICHTIG!
Er bestaat een risico op schade aan de pomp(en)
door droogloop. De aansluiting van een
extra digitale droogloopbeveiliging wordt
aanbevolen.
Na het vervangen van de voordruksensor moet de
instelling van het noodbedrijf worden geannu -
leerd om een veilige werking van het systeem te
garanderen.
Werking bij uitval van de bus-verbinding tussen
het schakeltoestel en de pompen (alleen 'SCe
NWB')
Als de communicatie mislukt, kunt u kiezen tussen
stoppen van de pompen en werken met een
bepaald toerental. Deze instelling kan alleen door
de Wilo-servicedienst geactiveerd worden.
Bedrijfssituatie van de pompen
In de menu's 3.2.1.1, 3.2.2.1, 3.2.3.1 en 3.2.4.1
kan de bedrijfssituatie van de pompen worden
gekozen (Hand, Uit, Auto). In de uitvoering SCe
kan het toerental worden ingesteld in de bedrijfs -
situatie 'Hand' (menu's 3.2.1.2, 3.2.2.2, 3.2.3.2 en
3.2.4.2).
Omschakeling gewenste waarde
Het regelsysteem kan met 2 verschillende
gewenste waarden werken. Deze worden inge -
steld in de menu's 1.2.1.1 en 1.2.1.2.
Gewenste waarde 1 is de gewenste basiswaarde.
Deze waarde wordt omgeschakeld naar gewenste
waarde 2 wanneer de externe digitale ingang
wordt gesloten (volgens schakelschema).
Gewenste waarde op afstand instellen (alleen bij
SC, SC-FC en 'SCe AVC')
Via de desbetreffende klemmen (volgens schakel -
schema) kan de gewenste waarde via een analoog
stroomsignaal (4-20 mA) op afstand worden
ingesteld. In het menu 5.3.1.0 kan deze functie
worden geactiveerd.
Het ingangssignaal wordt altijd gerelateerd aan
het sensormeetbereik (bijv. 16 bar-sensor: 20 mA
komt overeen met 16 bar).
Nederlands
11

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Control sc-fc-boosterControl sce-booster

Table des Matières