Wilo Control SC-Booster Notice De Montage Et De Mise En Service page 204

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 135
Als de benodigde capaciteit zo ver daalt dat de
regelende pomp in zijn laagste vermogensbereik
werkt en er geen pieklastpomp meer nodig is
om aan de benodigde capaciteit te voldoen,
schakelt de pieklastpomp uit (uitschakeldrem -
¡
pel:
; individueel per pomp instelbaar;
menu's 1.2.2.4/6/8).
Wanneer er geen pieklastpomp meer actief is,
schakelt de basislastpomp bij overschrijden van de
uitschakeldrempel (
strijken van de vertragingstijd (menu 1.2.5.1) uit,
eventueel na een nullast test.
Voor het bij- en uitschakelen van de pieklastpomp
kunnen vertragingstijden in de menu's 1.2.5.2 en
1.2.5.3 worden ingesteld.
Bij gestoorde frequentie-omvormer gedraagt het
schakeltoestel zich als een schakeltoestel zonder
frequentieomvormer (zie volgende paragraaf).
Normaal bedrijf van SC-schakeltoestellen
zonder frequentie-omvormer (zie Fig. 3)
Een elektronische druksensor (meetbereik kan in
menu 5.2.1.0 worden ingesteld) levert de werke -
lijke drukwaarde als 4...20 mA stroomsignaal.
Omdat er geen mogelijkheid voor lastafhankelijke
toerentalaanpassing van de basislastpomp is,
werkt het systeem als tweepuntsregelaar en
houdt het de druk binnen het bereik tussen de
bij- en uitschakeldrempels (menu's 1.2.2.1 tot
1.2.2.8). Deze moeten relatief ten opzichte van
de gewenste basiswaarde (menu 1.2.1.1) worden
ingesteld.
Als er geen 'Ext. Off'-melding, geen storing is
en als de aandrijvingen zijn geactiveerd (menu
3.1.0.0), start de basislastpomp bij het onder -
schrijden van de bijschakeldrempel
deze pomp niet aan het gevraagde benodigde
vermogen kan voldoen, schakelt het regelsy -
steem een pieklastpomp of bij nog meer beno -
digd vermogen nog meer pieklastpompen bij
(bijschakeldrempel:
instelbaar; menu's 1.2.2.3/5/7).
Als de benodigde capaciteit zo ver daalt dat geen
pieklastpomp meer nodig is om aan de benodigde
capaciteit te voldoen, schakelt de pieklastpomp
uit (uitschakeldrempel:
instelbaar; menu's 1.2.2.4/6/8).
Wanneer er geen pieklastpomp meer actief is,
schakelt de basislastpomp bij overschrijden
van de uitschakeldrempel (
en na verstrijken van de vertragingstijd
(menu 1.2.5.1) uit.
Voor het bij- en uitschakelen van de pieklastpomp
kunnen vertragingstijden in de menu's 1.2.5.2 en
1.2.5.3 worden ingesteld.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Control SC-Booster (SC, SC-FC, SCe)
ž
menu 1.2.2.2) en na ver -
œ
. Wanneer
Ÿ
; individueel per pomp
¡
; individueel per pomp
ž
menu 1.2.2.2)
Normaal bedrijf van SCe schakeltoestellen met
regelingstype p-c (zie Fig. 4)
Het regelingstype p-c kan zowel in de toestellen
'SCe AVC' als 'SCe NWB' worden geselecteerd.
De basislastpompmodus 'Vario' (zie menu 1.1.2.0)
wordt hieronder beschreven.
Een elektronische druksensor (meetbereik kan in
menu 5.2.1.0 worden ingesteld) levert de werke -
lijke drukwaarde als 4...20 mA stroomsignaal. De
regelaar houdt daarna de systeemdruk door mid -
del van vergelijking van gewenste en werkelijke
waarde constant (voor instelling van de gewenste
basiswaarde
zie menu 1.2.1.1).
Als er geen 'Ext. Off'-melding, geen storing is
en als de aandrijvingen zijn geactiveerd (menu
3.1.0.0), start de lastafhankelijk toerengeregelde
basislastpomp (Fig. 4a) bij het onderschrijden van
œ
de bijschakeldrempel
(menu 1.2.2.1). Wanneer
aan de gevraagde benodigde capaciteit niet door
deze pomp bij het in menu 1.2.3.1 instelbare toe -
rental kan worden voldaan, start er nog een pomp
bij het onderschrijden van de gewenste basis -
waarde
en zorgt deze voor de toerentalrege -
ling (Fig. 4b). De vorige basislastpomp draait op
max. toerental verder als pieklastpomp. Dit proces
herhaalt zich met toenemende last tot het maxi -
mumaantal pompen (hier 3 pompen – zie Fig. 4c).
Als de benodigde capaciteit daalt, wordt de rege -
lende pomp bij bereiken van het in menu 1.2.3.2
instelbare toerental en gelijktijdige overschrijden
van de gewenste basiswaarde uitgeschakeld en
neemt een vorige pieklastpomp de regeling over.
Wanneer er geen pieklastpomp meer actief is,
schakelt de basislastpomp bij overschrijden van de
ž
uitschakeldrempel (
menu 1.2.2.2) en na ver -
strijken van de vertragingstijd (menu 1.2.5.1) uit,
eventueel na een nullast test.
Voor het bij- en uitschakelen van de pieklastpomp
kunnen vertragingstijden in de menu's 1.2.5.2 en
1.2.5.3 worden ingesteld.
De basislastpompmodus 'Cascade' (zie menu
1.1.2.0) komt overeen met de beschrijving van
normaal bedrijf van SC-schakeltoestellen met
frequentie-omvormer (FC).
Normaal bedrijf van SCe NWB schakeltoestellen
met regelingstype p-v (zie Fig. 5-7)
Een elektronische druksensor (meetbereik kan in
menu 5.2.1.0 worden ingesteld) levert de werke -
lijke drukwaarde als 4...20 mA stroomsignaal. De
regelaar houdt daarna de systeemdruk door mid -
del van vergelijking van gewenste en werkelijke
waarde constant.
De gewenste waarde is daarbij afhankelijk van het
actuele debiet (Fig. 5) en bevindt zich tussen de
gewenste waarde bij de nullast
1.2.1.4 - en de gewenste basiswaarde
menu 1.2.1.1- bij maximaal debiet van de installa -
ž
tie (zonder reservepomp)
Nederlands
œ
- zie menu
- zie
- zie menu 1.2.1.3.
9

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Control sc-fc-boosterControl sce-booster

Table des Matières