Optionele Toebehoren; Opties; Noodzakelijke Toebehoren; Installatie En Inbedrijfstelling - Tractel tirak L 500 P Série Manuel D'installation Et De Manutention Original

Alternatieve configuraties van de kabels:
Punt/kabelkous

 Punt/veiligheidshaak
Punt/punt

6

Optionele toebehoren

Aanvullend kunnen de volgende toebehoren worden verkregen:
 Omkeerrol
Adapter, ooghaak of ophangschakel

Neem hiervoor direct contact op met de TRACTEL Greifzug
GmbH.
7

Opties

Neem hiervoor direct contact op met de TRACTEL Greifzug
GmbH.
8

Noodzakelijke toebehoren

Om het product te kunnen gebruiken, heeft u de volgende toebe-
horen nodig, die niet bij de levering zijn inbegrepen:
Aanslagmiddelen en bevestigingsmiddelen met een toerei-

kende minimale breukvastheid (zie 'Bouwkundige eisen' op
pagina 7).
 Wanneer de kabel omgeleid of ingescheerd wordt: omkeer-
rollen en aanslagmiddelen met een toereikende minimale
breukvastheid (zie 3.3 Beschrijving van het apparaat,
Bouwkundige eisen op pagina 7).
 Desgewenst kan een langere aansluitkabel worden gebruikt,
zie 'Elektrische aansluiting' op pagina 13.
Verdere originele TRACTEL-Greifzug
' 6 Optionele toebehoren' op pagina 11.
De exploitant of de installatiefabrikant is verantwoordelijk voor de
keuze en het gebruik van accessoires die geschikt zijn voor
gebruik onder de gegeven plaatselijke omstandigheden. Verdere
voorschriften in de toepasselijke wet- en regelgevingen moeten
in acht worden genomen.
9

Installatie en inbedrijfstelling

9.1

Richtlijnen en normen

Het product voldoet aan de volgende richtlijnen en normen:
Machinerichtlijn 2006/42/EG

EN ISO 12100:2010

 EN ISO 13849
G1035.2 - 11/2014
 EN 60204
Machines voor het hijsen van personen of van personen en

goederen (personentransport):
EN 1808:1999 + A1:2010
 Machines voor het hijsen van lasten (Materiaaltransport):
EN 14492-1:2006 + A1:2009
 Aan de beoogde bescherming conform richtlijn 2006/95/EG
en bijl. I nr. 1.5 van de richtlijn 2006/95/EG werd voldaan.
De exploitant of de installatiefabrikant is er verantwoordelijk voor
dat de machine binnen de in deze gebruiksaanwijzing aangege-
ven limieten wordt gebruikt. De bovengenoemde richtlijnen en
normen moeten ook door de exploitant of installatiefabrikant van
de machine in acht worden genomen waarin deze machine wordt
gemonteerd.
9.2
Controle van de aanslagmiddelen, omkeerrol-
len en ophangpunten
– Controleer of de omkeerrol, de aanslagmiddelen en de op
locatie aanwezige ophangpunten de vereiste minimale
breukvastheid hebben, zie 'Bouwkundige eisen' op
pagina 7.
Controle van de inbouwlocatie
Algemeen
– Controleer of een adequate montage door andere compo-
nenten wordt belemmerd.
In de inbouwruimte mogen geen spitse of scherpgerande
componenten aanwezig zijn.
– Controleer of door de bevestiging eventueel typeplaten (zie
Afb. 4) afgedekt worden.
Evt. uitsparingen in de bevestiging voorzien.
– Controleer of een geschikte aansluitmogelijkheid voor de
toebehoren: Zie
stroomvoorziening volgens hoofdstuk 'Elektrische aanslui-
ting' op pagina 13 ter plaatse ter beschikking staat.
Lier
– Neem de noodzakelijk inbouwruimte volgens Afb. 2 en
Tabel 1 op pagina III in acht.
– Controleren of de kabel in trekrichting loodrecht de lier
binnenloopt (Afb. 2).
Controleren van de componenten en de ac-
cessoires
Algemeen
– Controleer de componenten en toebehoor op volledigheid
(zie ' 3.2 Omvang van de levering' op pagina 5 en
' 4.2 Componenten/bouwgroepen' op pagina 8).
– Op schade controleren.
Montage- en Bedieningshandleiding
Controles voor aanvang van de mon-
tage
NL-11