Instelling Van De Detectie Van Lage Druk (Kiwa); Set-Up Van De Uitgangen Out1, Out2; O1: Instelling Functie Uitgang 1; O2: Instelling Functie Uitgang 2 - DAB PWM II 230 D 4.7 Instructions Pour L'installation Et La Maintenance

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 96

6.6.15.5 Instelling van de detectie van lage druk (KIWA)

De drukschakelaar voor de minimumdruk, die de lage druk detecteert, kan met een willekeurige ingang worden
verbonden (voor de elektrische aansluitingen, zie paragraaf 2.3.3).
De functie voor detectie van lage druk wordt verkregen door de parameter lx, horend bij de ingang waarop het signaal
van de detectie van de lage druk is aangesloten, in te stellen op één van de waarden van de Tabel 26.
De activering van de functie voor detectie van lage druk genereert de blokkering van het systeem na de tijd T1 (zie
T1: par. 6.6.2). De functie is bestemd om de ingang te verbinden met het signaal dat afkomstig is van een
drukschakelaar die een te lage druk op de pompaanzuiging signaleert. Wanneer deze functie actief is, wordt het
symbool F4 weergegeven op de STATUS-regel van de hoofdpagina.
Wanneer men in de foutconditie F4 is, moet de ingang tenminste 2 seconden gedeactiveerd zijn geweest voordat het
systeem uit de blokkering komt. Het gedrag van de functie is beschreven in Tabel 26.
Wanneer er meerdere functies voor detectie van lage druk tegelijkertijd op verschillende ingangen geconfigureerd zijn,
zal het systeem F4 signaleren wanneer er tenminste één functie geactiveerd wordt en het alarm opheffen wanneer er
geen enkele functie geactiveerd is.
Gedrag van de functie activering van het systeem en herstel fouten in functie van INx en
Waarde
Parameter
INx
10
11
12
13

6.6.16 Set-up van de uitgangen OUT1, OUT2

In deze paragraaf worden de functies en de mogelijke configuraties van de uitgangen OUT1 en OUT2 door middel
van de parameters O1 en O2 beschreven.
Zie voor de elektrische aansluitingen par. 2.3.4.
De fabrieksconfiguraties zijn te zien in Tabel 27.

6.6.16.1 O1: instelling functie uitgang 1

De uitgang 1 meldt een actief alarm (dit betekent dat er een blokkering van het systeem heeft plaatsgevonden). De
uitgang laat gebruik van een spanningloos contact (zowel normaal gesloten als normaal open) toe.
Aan de parameter O1 zijn de waarden en de functies gekoppeld die vermeld zijn in Tabel 28.

6.6.16.2 O2: instelling functie uitgang 2

De uitgang 2 meldt de bedrijfsstatus van de elektropomp (pomp aan/uit). De uitgang laat gebruik van een
spanningloos contact (zowel normaal gesloten als normaal open) toe.
Configuratie
Status ingang
ingang
Actief met hoog
signaal op de
ingang (NO)
Aanwezig
Actief met laag
signaal op de
ingang (NC)
Aanwezig
Actief met hoog
signaal op de
ingang (NO)
Aanwezig
Actief met laag
signaal op de
ingang (NC)
Aanwezig
Tabel 26: Detectie van het lagedruksignaal (KIWA)
Fabrieksconfiguraties van de uitgangen
Uitgang
OUT 1
OUT 2
Tabel 27: fabrieksconfiguraties van de uitgangen
NEDERLANDS
van de ingang
Afwezig
Blokkering van het systeem
wegens lage druk op de
aanzuiging. Automatisch +
handmatig herstel
Blokkering van het systeem
wegens lage druk op de
Afwezig
aanzuiging. Automatisch +
handmatig herstel
Afwezig
Blokkering van het systeem
wegens lage druk op de
aanzuiging.
Handmatig herstel
Blokkering van het systeem
wegens lage druk op de
Afwezig
aanzuiging.
Handmatig herstel
Waarde
2
(fault NO gaat dicht)
2
(Pomp in bedrijf NO gaat dicht)
227
Weergave op
Werking
Normaal
Normaal
Normaal
Normaal
display
Geen
F4
F4
Geen
Geen
F4
F4
Geen

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières