Ryobi RLM46160S Traduction Des Instructions Originales page 73

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 15
WAARSCHUWING
Vul niet overvol. Vul de brandstoftank tot 25 mm onder
de bovenkant van de brandstof hals. Na het vullen
met brandstof mag u de grasmaaimachine nooit meer
dan 25 graden kantelen aangezien dit kan leiden tot
brandstofl ekken, brandgevaar, etc.
OPMERKING: Gebruik altijd loodvrije benzine van 91
octaan of hoger.
Maak het gebied rond de brandstofdop schoon om
vervuiling te voorkomen.
Draai de brandstofdop voorzichtig los. Leg de dop op
een schoon oppervlak neer.
Giet voorzichtig brandstof in de tank. Voorkom dat u
morst.
Reinig en inspecteer de pakking, plaats alle brandstof-
en reservoirdoppen vielig terug.
Veeg eventueel gemorste brandstof weg. Ga op 9 m
(30 voet) afstand van de brandstofvulplaats staan voor
u de motor start.
OPMERKING: Tijdens en na het eerste gebruik van een
nieuwe motor kan er rook worden uitgeblazen. Dit is
normaal.
MOTOROLIE TOEVOEGEN/CONTROLEREN
Zie afbeelding 6.
De motorolie heeft een belangrijke invloed op de
motorprestaties en de levensduur. Voor algemeen gebruik
in alle temperaturen, raden wij het gebruik aan van SAE
10W-30. Gebruik altijd een 4-takt motor olie die voldoet aan
of overtreft de eisen van API classifi catie SJ.
OPMERKING: Niet-detergente of 2-takt motorolie zal de
motor beschadigen en mag niet worden gebruikt.
Motorolie toevoegen:
Zorg ervoor dat de grasmaaimachine op een effen
oppervlak staat en dat het gebied rond de oliedop/
peilstok schoon is.
Verwijder de dop en het zegel van de oliefles.
Schroef de oliedop/peilstok los en haal deze weg.
Voeg de olie langzaam toe. Vul tot aan de "Vol" lijn op
de peilstok. Vul niet overvol.
OPMERKING: Wanneer u het oliepeil controleert,
plaatst u de peilstok in de olievulopening maar schroeft
u deze niet vast.
Plaats de oliedop/pleilstok terug en maak vast.
Motorolie controleren:
Zorg ervoor dat de grasmaaimachine op een effen
oppervlak staat en dat het gebied rond de oliedop/
peilstok schoon is.
Verwijder de oliedop/peilstok. Schoonvegen en opnieuw
in de olievulopening steken maar niet vastschroeven.
Verwijder de oliedop/peilstok opnieuw en controleer het
oliepeil. Indien nodig olie bijvullen.
BRANDSTOFTANK VULLEN
Zie afbeelding 6.
WAARSCHUWING
Start of laat de motor nooit draaien in een gesloten
of slecht geventileerde ruimte; het inademen van
uitlaatgassen kan dodelijk zijn.
Controles voor gebruik
Zorg ervoor dat er genoeg olie in de tank zit door het
olieniveau te controleren met behulp van de peilstok.
Zorg ervoor dat er genoeg gewone loodvrije benzine in
de benzinetank zit.
DE MOTOR STARTEN
Druk 3 keer hard op de knijppeer
OPMERKING: Deze stap is normaal gezien niet nodig
wanneer u een motor start die al enkele minuten heeft
gedraaid.
Druk de bedieningsaanwezigheidscontrolehendel naar
beneden tegen het handvat.
Trek aan de trekstarter tot de motor loopt. Trek niet
meer dan 4 keer aan de startkoord. Laat de trekstarter
langzaam los zodat de koord niet terugslaat.
OPMERKING: Het kan nodig zijn om de toevoerstappen
te herhalen bij koelere temperaturen. Bij warmer weer
kan teveel brandstoftoevoer ervoor zorgen dat de motor
verzuipt en dat de motor niet start. Als je de motor verzuipt,
wacht u enkele minuten voor u probeert te starten en
herhaalt u de toevoerstappen niet.
DE MOTOR STOPPEN
Laat de bedieneraanwezigheidscontrolehendel los en laat
de motor volledig stilvallen.
PRODUCT AANDRIJVEN.
Zie afbeelding 6.
Om zelf te rijden: Druk de bedieneraanwezigheidscontrole
naar beneden terwijl u de aandrijfcontrolehendel
in de richting van het handvat trekt. Laat de
aandrijfcontrolehendel los om de wielaandrijving te
stoppen.
Handmatig
voortbewegen:
bedieneraanwezigheidscontrole naar beneden. Koppel
de aandrijfcontrolehendel niet.
SNIJBLADHOOGTE INSTELLEN
Zie afbeelding 7.
Wanneer de grasmaaier wordt verscheept, zijn de wielen
op een lage maaipositie ingesteld. Vooraleer u de maaier
voor het eerst gebruikt, stelt u de maaipositie af volgens
de hoogte die voor uw gazon het best geschikt is. Het
gemiddelde gazon moet tussen de 38 mm en 50 mm
EN
Nederlands
FR
DE
ES
IT
NL
PT
DA
SV
FI
NO
RU
PL
CS
HU
RO
LV
LT
ET
HR
SL
SK
BG
UK
TR
Druk
de
71

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières