U gebruikt de ingebouwde gyroscoop in de heading lock modus en stelt met de mengtrap voor twee verschillende vliegsituaties (bijv. lichte kunstvlucht en extreme kunstvlucht)

verschillende gyrogevoeligheden in. Stel hiervoor bij de positie van de schakelaar Aux CH 5 (afbeelding 1, pos. 20) naar voren een negatieve waarde in (bijv. -50 %) en bij

de schakelaarspositie naar achteren nog een negatieve waarde (bijv. -75 %) in. Zodoende kunt u in de vlucht tussen twee verschillende gyrogevoeligheden veranderen.

Mogelijkheid 3:

U gebruikt de ingbouwde gyroscoop zowel in de normale modus alsook in de heading lock modus en stelt met de mengtrap voor twee verschillende vliegsituaties (bijv.

zweefvlucht/ronde vlucht of kunstvlucht) verschillende gyrogevoeligheden in. Stel hiervoor bij de positie van de schakelaar Aux CH 5 (afbeelding 1, pos. 20) naar voren een

positieve waarde in (bijv. +50 %) en bij de schakelaarspositie naar achteren nog een negatieve waarde (bijv. -75 %) in. Zodoende kunt u in de vlucht omschakelen tussen

twee verschillende gyrogevoeligheden en tegelijk ook tussen twee verschillende regeleigenschappen van de gyroscoop.

Na de keuze van deze functie verschijnt het hiernaast getoonde display.

Met de +/- knop (afbeelding 3, pos. 4) schakelt u de functie in.

Duw op de select-knop (afbeelding 3, pos. 7), om naar de invoermodus te gaan.

Met de +/-knop (afbeelding 3, pos. 4) stelt u de gewenste waarde in tussen +100 % en -100 %.

Tuimelschijfinstelling

De helikopter is uitgerust met een CCPM-tuimelschijf. Bij dit type van tuimelschijf worden de bevelen voor de nick-, rol- en pitchservo gemengd. Binnen deze functie kan

de invloed van de 3 servo's apart worden ingesteld.

De afstandsbedieningszender kan een tuimelschijf sturen, waarbij de pitchfunctie alleen door een servo wordt uitgevoerd (1-S).

De afstandsbediening kan ook een tuimelschijf sturen, die door drie servo's wordt gestuurd (3-S). Voor uw helikopter dient u de instelling 3-S te

kiezen. Voor de verandering van de tuimelschijfsturing duwt u zo vaak op de select-knop tot de indicatie 1-S of 3-S verschijnt. Als u op de +/- knop

(afbeelding 3, pos. 4) gedurende ca. 2–3 seconden duwt, kunt u uw wijzigingen doorvoeren.

Voor de eerste vlucht moeten alle servo's gelijk zijn ingesteld. Daarna kunt u eventueel in geringe mate corrigeren.

Duw op de select-knop (afbeelding 3, pos. 7), om het in te stellende punt te selecteren. A = rol, E = nick, P = pitch. Met de +/- knop (afbeelding 3,

pos. 4) stelt u de gewenste waarde in tussen +100 % en -100 %.

Storingsoverbrugging (Fail Safe)

Opgelet! Gevaar voor materiële schade en lichamelijke letsels!

Bij het gebruik van helikopters raden we u dringend af, bepaalde gedefineerde waarden voor de fail safe te programmeren, en we raden u de "hold modus"

aan. In geval van een radiostoring zouden anders alle functies/servo's in de door u geprogrammeerde positie gaan en dan de helikopter eventueel in een

gevaarlijke vliegsituatie brengen, wat tot een crash kan leiden.

Bij elk radiosysteem, of het nu gaat om radiotelefonie, een mobiele telefoon of bij de modelvlucht, kunnen er storingen van het radiosysteem optreden. In geval van storing

komen de signalen die worden gegeven door de afstandsbedieningszender niet of alleen vervalst aan, wat kan leiden tot ongewenste of uitblijvende reacties van de ontvanger

van de afstandsbediening. De functie fail safe functioneert alleen met de ontvanger die in de helikopter is ingebouwd en alleen bij PCM-modulatie. U kunt voor elk kanaal

(CH 1–6) een standaard instelling kiezen. De afstandsbediening die voor uw helikopter wordt gebruikt, heeft voor zulke radiostoringen volgende functies paraat:

Mogelijkheid 1:

U gebruikt de fail safe functie in de "hold-modus" (aangeraden). In deze modus worden bij een radiostoring alle functies in de ontvanger "bevroren".

Zodra de radioverbinding opnieuw perfect is, reageren alle functies zoals gewoonlijk. De hold-modus is ingesteld, wanneer bij alle kanalen (CH

1–6) de pijl op "NOR" staat.

Table des Matières