Reely SKY Jet Ranger Notice D'emploi page 113

Masquer les pouces Voir aussi pour Jet Ranger:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles


Aansluiten van de gyroscoop
Sluit de gyroscoop (3) met de 3-polige aansluitkabel
(2) aan op de ontvangeruitgang voor de staartservo.
Bruin = min
Rood = plus
Oranje = impuls
Verbind de 1-polige regelingang (geel=impuls) van
de gyroscoop (1) met een vrij kanaal van de
ontvangeruitgang, die op de zender met een schuif-
regelaar bestuurd wordt.
Welke uitgangen op de ontvanger moeten worden gebruikt, is afhankelijk van de
fabrikant van de afstandsbesturing en kan in de documentatie van het betreffende
systeem worden opgezocht.
De staartrotor-servo (14) wordt rechtstreeks op de drie pencontacten (5) van de gyroscoop
aangesloten. Let hierbij op de juiste polariteit van de servostekker (17). Die impulsleiding van de
servokabel (afhankelijk van de fabrikant geel, wit of oranje) moet daarbij naar boven wijzen (zie ook
afb. 2).
Let op!
Wanneer de gyroscoop op bovenstaande wijze is aangesloten, werkt deze in „Dual
mode". De instelling van de gevoeligheid en de keuze van de gebruiksmodus ("Standaard"
of "Head Lock") worden via de zender uitgevoerd.
Als de 1-polige regelaaringang van de gyroscoop (1) niet wordt aangesloten, dan werkt
de gyro in „Single mode". De instelling van de gevoeligheid vindt plaats met behulp van
de instelregelaar „GAIN" van de gyroscoop (zie afb. 1, pos. 10) en de gyroscoop werkt
alleen in de gebruiksmodus "Head Lock".

Ingebruikneming van de gyroscoop
Voordat u de gyroscoop voor de eerste keer gaat gebruiken, moeten alle in de zender
geprogrammeerde staart-mengprogramma's, zoals bijv. Revolution Mix maar ook mixers voor
vertraging van de gyro worden gedeactiveerd.
De gyroscoop heeft geen eigen functieschakelaar. De stroomvoorziening vindt plaats via een 3-
polige stekkeraansluiting, die met de ontvanger verbonden is. Zodra de ontvangstinstallatie wordt
ingeschakeld, werkt ook de gyro.
De stuurknuppel voor de staartfunctie en de bijbehorende trimmer moeten altijd in de middenpositie
staan, vóórdat u de ontvangstinstallatie en daarmee dus ook de gyroscoop in bedrijf neemt. De
staartrotor moet dan zo zijn uitgelijnd, dat de helikopter bij het zweefvliegen niet de neiging heeft
zijdelings te draaien (fabrieksinstelling).
a) Keuze van de aangesloten servo (alleen bij bestelnr. 20 64 85)
Om de nauwkeurigheid van de gyroscoop geheel te
kunnen benutten, moet een hoogwaarde supersnelle
servo van topkwaliteit worden aangesloten. Normaal
gesproken dient u hiervoor een digitale servo te
gebruiken, welke duidelijk sneller aangestuurd kan
worden dan een gebruikelijke analoge servo. Voor
het gebruik met hoogwaarde analoge servo's met
deze gyroscoop bevindt zich op de gyroscoop een
servo-keuzeschakelaar.
De servo-keuzeschakelaar (18) is de bovenste van
beide microschakelaars die zich aan de rechterzijde
van de gyroscoop bevinden.
Als de servo-keuzeschakelaar in de schakelaarstand "DS" staat, dan mogen alleen digitale servo's
met de gyroscoop worden gebruikt.
Opgelet! Belangrijk!
Worden bij deze schakelpositie analoge servo's aangesloten, dan kunnen deze door de
hoge aanstuurfrequentie worden beschadigd.
Bij het gebruik van analoge servo's moet de servo-keuzeschakelaar in de stand "STD" worden
gezet.
Let op!
Omdat de schuifschakelaar en de instelregelaar bij deze gyroscoop zeer klein zijn
uitgevoerd, moet u alle instellingen zeer voorzichtig en alleen met behulp van een kleine
schroevendraaier uitvoeren.
b) Initialisatie van de gyroscoop
Voor correct functioneren, moet de gyroscoop wor-
den geinitialiseerd. Deze interne compensatie wordt
direct na het inschakelen van de ontvanger automa-
tisch uitgevoerd en duurt ca. 2 - 3 seconden.
Tijdens de initialisatie mag het model, en dus ook de
gyro, niet worden bewogen of gedraaid. Na een
succesvolle initialisatie gaat de LED-aanduiding (9)
branden.
Indien het besturingssignaal van de ontvanger
ontbreekt, dan gaat het LED-lampje na de initialisatie
knipperen. In dit geval moet de ontvanger worden
uitgeschakeld, het probleem worden verholpen
waarna de gyroscoop opnieuw in gebruik kan wor-
den genomen.
1
3
2
ATV
GAIN
SET
17
14
Afb. 4
18
ATV
GAIN
SET
Afb. 5
9
ATV
GAIN
SET
Afb. 6
c) Instellen van de gevoeligheid van de gyroscoop met behulp van de zender (dual-modus)
De gevoeligheid van de gyroscoop tussen 0 - 100% kan bij de zender het best met een
schuifregelaar (bedienelement) worden ingesteld. Bij de gevoeligheidsinstelling van 0% is de
stabiliserende werking van de gyroscoop uitgeschakeld en bij 100% wordt de hoogste gevoeligheid
bereikt. Dan zijn al minimale richtingsveranderingen van de gyroscoop voldoende om grote
corrigerende uitslagen op de aangesloten servo tot stand te brengen.
Met behulp van de schuifregelaar (bedienelement)
op de zender wordt niet alleen de gevoeligheid van
de gyroscoop ingesteld, maar ook de bedrijfsmodus
omgeschakeld. Daarom komt de middenstand van
de schuifregelaar (50% van de weg van het
bedienelement) overeen met een gevoeligheid van
0%.
Afhankelijk van de stuurrichting op het bedienelement
wordt de gevoeligheid van de gyroscoop in de nor-
male of in de „Head Lock"-modus verhoogd. De
betreffende eindinstellingen van de schuifregelaar
(0% resp. 100% van de weg van het bedienelement)
komen dan altijd overeen met de maximale
gevoeligheid van de gyroscoop van 100%.
Bij een positie van het bedienelement van 0 - 50% werkt de gyroscoop in de normale modus; bij een
positie van 50 - 100% werkt de gyroscoop in de „Head Lock"-modus.
In plaats van een schuifregelaar kan ook een tuimelschakelaar voor het omschakelen van de
bedrijfsmodus worden gebruikt. In dit geval kunnen de noodzakelijke instelwaarden in het ATV-
menu (weginstelling van het besturingselement) worden geprogrammeerd.
Samen met een omschakeling voor de vliegtoestand kan zo voor de zweefvlucht, de rondvlucht en
de kunstvlucht een individuele gevoeligheid van de gyroscoop worden geprogrammeerd.
Om te kunnen controleren, of de gyroscoop bij de betreffende instelling van het
bedienelement in de juiste modus werkt, moet u als eerste de zender in bedrijf nemen.
Schakel vervolgens de ontvanger met gyroscoop en aangesloten servo in. De
schuifregelaar op de zender moet hierbij zo ingesteld zijn, dat de gyroscoop in de
normale modus met ca. 75% gevoeligheid werkt. De weg van het bedienelement ligt dan
bij ca. 12,5%.
Gebruikt u een elektro-modelhelikopter, ontkoppel dan eerst de motor van de regelaar,
zodat een ongecontroleerd starten van de rotoren wordt voorkomen.
Als nu de staart van de modelhelikopter snel naar de zijkant wordt gedraaid, dan moet de servo een
stuuruitslag uitvoeren.
Als de servohefboom na elke handmatige stuurbeweging van de staart direct weer in de middenpositie
(neutrale positie) terugkeert, dan werkt de gyroscoop in de normale modus.
Als de servohefboom pas weer in de middenpositie (neutrale positie) terugkeert, wanneer de staart
in de oorspronkelijke positie is teruggedraaid, dan werkt de gyroscoop in de „Head Lock"-modus.
In dit geval moet u bij het Reverse-menu van de zender de functierichting van de schuifregelaar
veranderen.
Opgelet! Belangrijk!
Wanneer de servohefboom in de modus "Head Lock" in een richting tot aan de aanslag
loopt, dan moet de zender-trimming (Sub-Trimm) zo worden ingesteld dat de
servohefboom ongeveer stabiel in de middenstand staat resp. heel langzaam naar de
aanslag loopt.
Onze raad:
De noodzakelijke instelling van de gyroscoopgevoeligheid voor de eerste vlucht is erg afhankelijk
van het betreffende model en van de gebruikte servo. Hoe geavanceerder en sneller de aangesloten
servo is, des te groter is de max. haalbare gevoeligheid van de gyroscoop. Voor de eerste vlucht
dient u de gevoeligheid op ca. 75% in te stellen.
d) Instellen van de gevoeligheid van de gyroscoop (Single mode)
De gevoeligheid van de gyroscoop wordt met de
"GAIN"-regelaar van de gyroscoop (10) ingesteld.
Gebruik hiervoor een geschikte schroevendraaier.
Als de regelaar helemaal naar links wordt gedraaid,
is de gevoeligheid 0%.
Als de regelaar helemaal naar rechts wordt gedraaid,
is de gevoeligheid 100 %.
De "GAIN"-regelaar reageert alleen in de Single-modus. Indien in de dual-modus de
ontvangeraansluiting voor de gevoeligheid van de gyroscoop op de ontvanger is
aangesloten en de betreffende stuurimpulsen worden ontvangen, heeft de "GAIN"-
regelaar geen functie.
e) Controleren van de servodraairichting
De draairichting van de staartservohefboom is
afhankelijk van het betreffende type modelhelikopter
en de draairichting van de staartrotor (kleine pijl).
Wordt bij de zender de stuurknuppel voor de
staartfunctie naar links bediend, dan moet de
staartservo de staartrotor zo aansturen, dat de staart
van boven gezien naar rechts en de punt van de
romp naar links gestuurd wordt (afb. 9 A).
100%
100%
100%
50%
50%
50%
0%
50%
0%
LINEAR
100%
0%
Afb. 7
10
ATV
GAIN
SET
Afb. 8
A
B
Afb. 9

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

20 71 00

Table des Matières