MedComp Symetrex Mode D'emploi page 53

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 19
Lumentrombose
Mediastinale verwijding
Perforatie van bloedvat of inwendig orgaan
Pleuraal letsel
Pneumothorax
Longembolie
Herhaaldelijke laryngeale zenuwverlamming
Retroperitoneale bloeding
Subcutaan hematoom
Laceratie van het borstlymfevat
Trauma aan het rechteratrium
Infectie van de tunnel
Vasculaire trombose
INBRENGPLAATSEN
De ideale inbrengplaats voor de Symetrex® katheter voor langdurige
hemodialyse is in de rechter inwendige vena jugularis. Hoewel deze katheter
kan worden ingebracht in de subclaviale ader verdient dit niet de voorkeur
(National Kidney Foundation Dialysis Outcomes Quality Initiative (DOQI)
Guideline 2, K/DOQI Update 2006). De katheter kan, indien nodig, ook in
de vena femoralis worden ingebracht.
MET ETHYLEENOXIDE GESTERILISEERD: De inhoud is steriel en niet-
pyrogeen in ongeopende, onbeschadigde verpakking. Gebruik de katheter niet
als de verpakking beschadigd is of is geopend.
LET OP
Patiënten die ondersteuning van een ademhalingtoestel nodig hebben,
hebben een groter risico van pneumothorax tijdens cannulatie van de
vena subclavia, hetgeen complicaties kan veroorzaken.
Langdurig gebruik van de subclaviale ader kan in verband worden
gebracht met stenose van de subclaviale ader.
AANWIJZINGEN VOOR INBRENGING VAN DE KATHETER
Deel A: Percutane toegang (algemene stappen)
Alleen een bevoegde, gediplomeerde arts of andere bevoegde vakkundige in
de gezondheidszorg onder toezicht van een arts mag de katheter inbrengen,
manipuleren en verwijderen. De medische ingrepen, technieken en methoden
die in deze gebruiksinstructies worden beschreven, zijn niet bedoeld als
vervanging van de ervaring en het oordeel van de arts in het behandelen van
specifieke patiënten en vertegenwoordigen ook niet alle
protocollen die beschikbaar zijn. De K-DOQI-richtlijnen adviseren het gebruik
van fluoroscopische visualisatie bij de plaatsing.
LET OP:
Plaats, hanteer en verwijder de katheter onder strikt aseptische
condities en met strikt aseptische techniek. Volg de standaard
ziekenhuisprotocollen waar deze van toepassing zijn.
OPMERKING:
Ter vermindering van het aantal canulatiepogingen en
mechanische complicaties, adviseren de CDC-richtlijnen het gebruik van
geleiding met behulp van ultrageluid, indien beschikbaar. Geleiding met
behulp van ultrageluid dient altijd te worden gebruikt door medewerkers
die volledig zijn getraind in deze techniek.
1.
Selecteer de geschikte katheterlengt om een juiste plaatsing van de tip
uit te voeren. De selectie van de juiste katheterlengte is belangrijk en
wordt bepaald door de anatomie van de patiënt.
2.
Dien voldoende lokale narcotica toe op de inbrengplaats en tunnellocatie
voordat u probeert de inbrenging uit te voeren.
3.
Verwerf percutane toegang tot de geselecteerde ader door de
introducernaald die aan een injectiespuit is bevestigd in te voeren.
Wanneer de ader is binnengegaan, verwijdert u de injectiespuit en laat
u de naald op zijn plaats zitten. Plaats een vinger over de naaldcilinder
om bloedverlies en het risico van luchtaspiratie te minimaliseren.
4.
Steek het distale einde van een voerdraad in de naaldcilinder en voer
het in het vaatstelsel in. De voerdraad dient te worden ingebracht
onder fluoroscopie en als de gewenste positie wordt bereikt, dienen
de dieptemarkeringen te worden voltooid.
LET OP:
De lengte van de ingebrachte voerdraad wordt bepaald door de
grootte van de patiënt. De voerdraad dient stevig vastgehouden te worden
gehouden tijdens deze procedure. Als niet wordt voorkomen dat de voerdraad
het rechteratrium of ventrikel kan binnendringen, kan dit resulteren in
hartaritmieën. De patiënt dient op een hartmonitor te worden aangesloten
en gedurende de hele ingreep in de gaten te worden gehouden om aritmie
te voorkomen.
5.
Verwijder de injectienaald, maar laat de voerdraad zitten.
6.
Spoel de weefseldilatator met steriele normale of gehepariniseerde
zoutoplossing en schuif de voerdraad in de ader.
7.
Bereid de aftrekbare introducer voor, spoel de aftrekbare introducer met
steriele, normale of gehepariniseerde zoutoplossing.
8.
Verwijder de weefseldilatator, maar laat de voerdraad in het bloedvat zitten.
9.
Schuif de aftrekbare introducer over de voerdraad en in de ader.
LET OP:
De aftrekhuls/introducer met klep is ontworpen om bloedverlies
en het risico van binnendringen van lucht te beperken. Het is echter geen
-51-
medisch aanvaarde

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières