PROBLEMEN
10. Vreemde trillin-
gen tijdens het werk
11. Onzekere of niet
werkzame remming
12. Onregelmatige
beweging, weinig
tractie bij stijging of
neiging van de machi-
ne om op te trekken
13. Als het aandri-
jfpedaal bediend
wordt met een draa-
iende motor, verpla-
atst de machine zich
niet (modellen met
hydrostatische aan-
drijving)
Mochten de problemen aanhouden na het uitvoeren van de bovengenoemde handelingen, dan dient
er contact te worden opgenomen met uw Verkoper.
LET OP!
juiste hulpmiddelen en het nodige technische inzicht. Iedere slecht uitgevoerde reparatie doet
automatisch zowel de garantie als de aansprakelijkheid van de Fabrikant vervallen.
NL
32
MOGELIJKE OORZAAK
– het maaidek zit vol met gras
– de messen zijn niet goed in balans
of niet goed bevestigd
– de bevestigingen zijn losgeraakt
– niet correct afgestelde rem
– problemen aan de riem of aan
het inschakelsysteem
– zet de deblokkeerhendel in de
stand «B»
Probeer nooit om zelf gecompliceerde reparaties uit te voeren zonder de
OPLOSSING
– reinig het maaidek (
– contacteer uw Verkoper
– controleer en draai de bevestigings-
schroeven van de motor en het chassis
goed vast.
– contacteer uw Verkoper
– contacteer uw Verkoper
– breng hem terug in de stand «A»
(
4.33)
5.4.10)