Gebruik Van De Machine - EMAK 91 Manuel D'utilisation

water. De garantie dekt geen schade aan
de plastic onderdelen van de carrosserie
of de motor, veroorzaakt door benzine.
5.3.4 Montage van de beveiligingen
(opvangzak of achterste
aflaatbescherming)
LET OP!
ne nooit zonder de aflaatbeveiligin-
gen!
Haak de opvangzak (1) vast aan de steun-
punten (2) en centreer hem tegenover de
achterste plaat door beide referentiepunten
(3) te laten overeenkomen.
Centreer het
geheel door de
rechtersteun te
gebruiken als
lateraal steun-
punt.
Zorg dat de
onderste pijp
van de zak-
monding zich
vast haakt aan
de daarvoor
bestemde veer-
haak (4).
Indien men
wenst te werken
zonder de
opvangzak, is
er, op aanvraag,
een kit voor de
achterste aflaat-
beveiliging ( 9.2) leverbaar die, zoals
aangegeven in de bijbehorende instructies,
op de achterplaat bevestigd dient te worden.
5.3.5 Controle van de veiligheid en de
doeltreffendheid van de machine
1. Controleer of de beveiligingen werken
zoals aangegeven (
2. Controleer of de rem correct werkt.
3. Begin niet te maaien indien de messen
trillen of men twijfels heeft omtrent de
scherpe staat van de messen; denk er
altijd aan dat:
Gebruik de machi-
1
2
4
5.2).
– Een bot mes rukt het gras uit een ver-
oorzaakt de vergeling van het gazon.
– Een mes dat niet goed vastzit gaat op
abnormale wijze trillen en is een poten-
tiële gevarenbron.
LET OP!
ne niet indien men niet zeker is van de
doeltreffendheid en veiligheid en con-
tacteer de Verkoper voor de nodige
controles of reparaties.

5.4 GEBRUIK vAN DE MACHINE

5.4.1 Het starten
GEvAAR!
altijd in de open lucht of in een goed
geventileerde ruimte te gebeuren!
DENK ER ALTIJD AAN DAT
UITLAATGASSEN GIFTIG ZIJN!
3
Alvorens de motor te starten:
– draai de benzinekraan (1) open ( indien
voorzien);
– zet de koppeling in de vrije stand («N»)
(
– ontkoppel de messen (
– schakel de handrem in als u zich op een
hellend terrein bevindt;
– bij koud opstarten, dient men de starter
(
– als de motor reeds warmgedraaid is,
Gebruik de machi-
Het starten dient
1
4.22 ofwel 4.32);
4.2 ofwel 4.2a) aan te schakelen;
4.7);
NL 17