Bedieningshandel; Acculader; Walaansluiting; Extra Instrumenten - Vetus EP2200E Instructions D'installation

9.7 Bedieningshandel

• Gebruik de boormal om de benodigde gaten op de gewenste
plaats in de stuurkast te maken, zie pag. 67.
• Draai de stekerverbinding om indien vooruit - achteruit niet over-
eenkomt met de hendelbeweging, zie tekening op pagina. 56.
• Monteer de bedieningshandel met de meegeleverde pakking.
• Voer de aansluitkabel door naar de elektromotor, steek de steker-
verbinding in elkaar en draai de borgmoer rechtsom vast, zie pag.
56.
• Indien het noodzakelijk is de tussenkabel door te snijden en weer
te verbinden, zorg er dan voor dat de aders weer kleur op kleur
aangesloten worden.
• Bundel het teveel aan kabel en zorg er voor dat dit niet aan de
stekker 'hangt' of tegen bewegende delen kan schavielen.
N.B. Het is niet mogelijk 2 bedieningshandels aan te sluiten.

9.8 Acculader

De keuze van de juiste acculader hangt af van de geïnstalleerde ac-
cucapaciteit en van de gewenste laadtijd.
Semi-tractie accu's mogen geladen worden met een beginlaad-
stroom van maximaal 16 A per 100 Ah.
Met een lader die met een maximale beginlaadstroom van 10 A per
100 Ah laadt zal de accu in ca 14 uur weer herladen zijn. Wat in de
meeste gevallen acceptabel is.
Vetus kan speciaal voor het laden van semi-tractieaccu's laders leve-
ren van:
- 50 A bij 24 V, geschikt voor 1 set van 4 accu's 12 V - 220 Ah, in
serie/parallel geschakeld (Type BC24503A).
- 80 A bij 24 V, geschikt voor 1 set van 6 accu's 12 V - 220 Ah, in
serie/parallel geschakeld (Type BC24803A).
Bij parallel geschakelde accu's verdient het de voorkeur de accu's
gescheiden te laden via een scheidingsdiode.
Zie ook 9.11.
12
370240.01

9.9 Walaansluiting

De acculader kan aan boord of aan de wal worden opgesteld.
Bij opstelling van de acculader aan boord dient een verantwoorde
walaansluiting voor de 230 V wisselspanning te worden gemaakt.
Bij opstelling van de acculader aan de wal dient de verbinding ac-
culader naar accubatterij door middel van een steker-contrasteker te
worden gemaakt welke verkeerd-om aansluiten voorkomt.
Raadpleeg Vetus voor geschikte stekers-contrastekers.
Tref eventueel voorzieningen om te voorkomen dat weggevaren kan
worden terwijl de acculader nog is aangesloten.
Installeer bijvoorbeeld een relais zoals is aangegeven in schema 14-4
op pag. 62.
Het relais wordt bedient door de walspanning en het potentiaal vrije
relaiscontact wordt in de stuurstroomdraad van de vaartregelaar op-
genomen.

9.10 Extra instrumenten

Voor het installeren van extra instrumenten zoals bijvoorbeld een
Voltmeter, Amperemeter of Ah-meter dienen de bijbehorende hand-
leidingen te worden geraadpleegd.
Ter informatie is in schema 14-5 aangegeven hoe deze instrumenten
aangesloten kunnen worden.

9.11 Toelichting aansluitschema's

Voor aansluitschema's zie pag. 60.
Voor installaties uitgerust met 4 tot en met 8 semi-tractie accu's zijn
aansluitschema's gegeven.
Bij de Vetus acculaders type BC24503A en type BC24803A kunnen
door de ingebouwde scheidingsdiodes 3 accu's gescheiden worden
geladen zonder dat een aparte scheidingsdiode geïnstalleerd be-
hoeft te worden.
Bij toepassing van acculaders zonder scheidingsdiode mogen de
scheidingsdiodes geen spanningsverlies geven tenzij de acculader
voor dit spanningsverlies gecompenseerd kan worden!
Bij standaard scheidingsdiodes is de uitgangsspanning 0,6 Volt lager
als de ingangsspanning.
Onder compensatie van de acculader wordt verstaan een verhoging
van de uitgangsspanning van de lader met 0,6 Volt om aan de uit-
gang van de scheidingsdiode weer de correcte laadspanning te ver-
krijgen.
Vetus heeft geschikte scheidingsdiodes waarbij het spanningsverlies
nihil is:
- met 2 uitgangen, Art. code: 'BS1252'
- met 3 uitgangen, Art. code: 'BS1253'
vetus® Electric propulsion EP2200E, EP2200EH