FSV400, FSS400 VORTEX & SWIRL DEBIETMETER | CI/FSV/FSS/430/450-X1 REV. I
Bedrijfsmodi
De parameters voor de verschillende bedrijfsmodi worden in de volgende tabel beschreven.
Bedrijfsmodus / (bestelcode) Markering
Liquid Volume/NL1
Bedrijfsvolumedebiet
(voor vloeibaar meetmedium)
Liquid Volume (met
Gewenst volumedebiet
thermische
(voor vloeibaar meetmedium)
compensatie)/NL2
Liquid Mass (geen
Vloeistofmassadebiet, gebaseerd
correctie)/NL3
op directe bepaling van de
bedrijfsdichtheid via analoge
ingang, HART-ingang of
voorinstelling.
(voor vloeibaar meetmedium)
1
De hoogste prioriteit van het apparaat ligt bij de registratie van de bedrijfstemperatuur.
2
De hoogste prioriteit van het apparaat ligt bij de registratie van de dichtheid via de analoge ingang, voor zover de analoge ingang als dichtheidsingang is
geactiveerd. Indien de analoge ingang niet beschikbaar is als dichtheidsingang, probeert het systeem om de dichtheid via de HART-ingang te registreren.
Indien zowel de analoge ingang als de HART-ingang als dichtheidingang is gedeactiveerd, gebruikt het systeem de vooraf ingestelde dichtheidswaarde.
3
De aansluiting via de analoge ingang of HART-ingang wordt in hoofdstuk Elektrische aansluitingen op pagina 35 beschreven.
Vereiste extra parameter
–
Meetmediumtemperatuur
1
Referentietemperatuur in normale toestand Device Setup / Plant/Customized /
Volume-uitzettingscoëfficiënt
2,3
Bedrijfsdichtheid
Parameterinstelling
–
Met interne temperatuursensor.
Geen gegevens vereist, de meetwaarde van de
temperatuursensor wordt gebruikt.
Voorinstelling van de temperatuurwaarde:
Device Setup / Plant/Customized /
Compensation Setting -> Preset Int.Temp
Compensation Setting -> Ref. Temperature
Device Setup / Plant/Customized /
Compensation Setting -> Volume Exp.Coef.
Via analoge ingang:
Input/Output / Field Input / Analog In Value ->
Density
Via HART-ingang:
Input/Output / Field Input / HART In Value ->
Density
Voorinstelling van de dichtheid:
Device Setup / Plant/Customized /
Compensation Setting -> Preset Density
NL – 59
403