ABB VortexMaster FSV400 Mode D'emploi page 359

FSV400, FSS400 VORTEX & SWIRL DEBIETMETER | CI/FSV/FSS/430/450-X1 REV. I
Voeding en PROFIBUS PA® / FOUNDATION Fieldbus®-uitgang
Aansluitklemmen
Zone 0:
U
M
I
max
P
i
C
i
L
i
Zie temperatuurbereiken Grenswaardetabellen op pagina 16.
*
Binaire uitgang
De binaire uitgang is als optocoupler of als NAMUR-contact
(volgens DIN 19234) uitgevoerd.
• Bij gesloten NAMUR-contact bedraagt de interne weerstand
ca. 1000 Ω.
— Bij open NAMUR-contact bedraagt de interne weerstand
> 10 kΩ.
Naar behoefte kan de binaire uitgang naar "Optocoupler" worden
omgeschakeld.
• NAMUR met isolatieversterker
• Binaire uitgang: Ex ia: U
Digitale uitgang
Aansluitklemmen
Zone 0:
U
max
I
max
C
i
L
i
Zone 20:
Analoge ingang
Aansluitklemmen
Zone 0:
U
max
I
max
C
i
L
i
Zone 20:
Zie temperatuurbereiken Grenswaardetabellen op pagina 16.
*
BUS CONNECTION+ / BUS CONNECTION−
FISCO veldinstrument, FF-816
T = −40 tot 85 °C*
amb.
24 V voor FF-816,
17,5V voor FISCO
Zie Grenswaardetabellen op pagina 16
1,2 W voor FF-816,
5,32 W voor FISCO
= 30 V DC
i
DIGITAL OUTPUT 1+ / DIGITAL OUTPUT 4−
= −40 tot 85 °C *
T
amb
ANALOG INPUT + / ANALOG INPUT −
Zie Grenswaardetabellen op pagina 16
= −40 tot 85 °C *
T
amb
Bijzondere voorwaarden
Als de explosieveiligheidsklasse van het apparaat niet door
•
de fabrikant op het typeplaatje is vermeld, moet de gebruiker
bij de installatie van het apparaat de
explosieveiligheidsklasse op het typeplaatje duidelijk
markeren!
• Het gelakte oppervlak wordt elektrostatisch geladen. Als het
gelakte oppervlak relatief vrij is van verontreinigingen zoals
vuil, stof of olie en de relatieve luchtvochtigheid > 30% is, kan
het een ontstekingsbron worden.
• De aanwijzingen ter voorkoming van ontstekingen in
5 nF
explosiegevaarlijke omgevingen door elektrostatische
10 µH
ontladingen conform PD CLC/TR 60079-32-1 en IEC TS 60079-
32-1 moeten in acht worden genomen!
• Bij apparaten met de besteloptie "Materiaal behuizing /
kabelaansluiting - A1 of B1" is de behuizing van de
meetomvormer gemaakt van aluminium en kan deze door
mechanische wrijving of stoten een ontstekingsbron vormen
door het ontstaan van vonken.
- Bij werkzaamheden aan de apparaten alleen gereedschap
gebruiken dat is goedgekeurd voor werkzaamheden met
aluminium in explosiegevaarlijke omgevingen.
- Vermijd mechanische wrijving en schokken op aluminium
onderdelen.
Apparaten met uitgebreide EMC-bescherming
Bij apparaten met de bestelcode"Optionele uitrusting voor
apparaten - G4" moeten de stroomkringen via galvanisch
gescheiden veiligheidsbarrières op het apparaat worden
aangesloten.
Apparaten met PROFIBUS PA®- of FOUNDATION Fieldbus®-
30 V
uitgang
30 mA
- Bij apparaten in gescheiden uitvoering moet de veldbus via
7 nF
galvanisch gescheiden veiligheidsbarrières met het
0 mH
apparaat worden verbonden.
- De voeding, de binaire uitgang en de analoge ingang
moeten worden beschouwd als afzonderlijke intrinsiek
veilige circuits.
Als de voeding, de binaire uitgang en de analoge ingang in
een gemeenschappelijke meeraderige kabel worden
geleid, moeten de geleiding en de installatie van de kabel
voldoen aan de voorschriften voor afzonderlijke circuits
7 nF
die intrinsiek veilig zijn.
0 mH
NL – 15
359