Table des Matières
Publicité
CHAP. 4
INSTALLATION
CES OPÉRATIONS SONT DE LA COMPÉTENCE
EXCLUSIVE DES TECHNICIENS HABILITÉS PAR LE
CONSTRUCTEUR OU LE REVENDEUR AGRÉÉ.
EFFECTUÉES PAR D'AUTRES PERSONNES, ELLES
PEUVENT CRÉER DES SITUATIONS DE DANGER ET
CAUSER DE GRAVES DOMMAGES AUX
PERSONNES ET/OU A L'ÉLÉVATEUR
VÉRIFICATIONS PRÉLIMINAIRES
L'élévateur est conçu pour fonctionner dans un local fermé et abrité.
L'emplacement prévu ne doit pas être à proximité d'une aire de lavage
ou de peinture, de dépôts de solvants ou de peintures, ou de postes de
travail pouvant engendrer une atmosphère explosive.
VÉRIFICATION DE LA COMPATIBILITÉ DES DIMENSIONS
DU LOCAL ET DES DISTANCES DE SÉCURITÉ.
L'élévateur doit être installé en respectant les distances de sécurité en-
tre murs, colonnes, autres machines, etc., et en respectant les éventu-
elles normes en vigueur dans la localité où le pont est installé.
Vérifier en particulier:
·
hauteur: min. 5000 mm (en tenant compte de la hauteur des véhicu-
les à soulever et de l'élévation max. des chemins de roulement qui
est de 1800 mm).
·
distance par rapport aux murs: min. 700 mm.
·
aires de travail: min. 800 mm en plus des dimensions du véhicule à
soulever.
·
espace pour la POSITION DE COMMANDE
·
espace pour l'entretien et pour l'évacuation du personnel en cas
d'urgence.
·
position par rapports aux autres équipements.
·
possibilité d'effectuer le raccordement électrique.
ÉCLAIRAGE
Toutes les zones de l'élévateur devront être éclairées de manière uni-
forme et suffisante pour assurer les opérations de réglage et
d'entretien prévues dans le manuel, en évitant les zones d'ombre, les
reflets, les aveuglements et les sources de fatigue oculaire.
L'éclairage doit être réalisé en conformité avec les normes en vigueur
dans la localité d'installation ( à charge de l'installateur du matériel
d'éclairage).
SOL
fig.11
L'élévateur doit être installé sur un sol horizontal d'une épaisseur mini-
male de 150 mm réalisé en béton dosé à une résistance supérieure ou
égale à ô30 N/mm2.Le sol doit être plan et bien nivelé (tolérance maxi-
male admise sur la planéité: 10 mm).
Dans le cas d'installations particulières, consulter le fabricant.
32
KAP. 4
AUFSTELLUNG
DIESE EINGRIFFE DÜRFEN NUR VON SPEZIALISIERTEN
TECHNIKERN AUSGEFÜHRT WERDEN, DIE VON DEM
HERSTELLER ODER VON DEN AUTORISIERTEN
WIEDERVERKÄUFERN FÜR DIE AUFSTELLUNG DER
HEBEBÜHNE ZUGELASSEN WURDEN.
DIE AUFSTELLUNG DURCH ANDERE PERSONEN
STELLT EINE GEFAHR DAR UND KANN ZU SCHWEREN
PERSONENSCHÄDEN ODER ZU SCHÄDEN AN DER
HEBEBÜHNE FÜHREN.
KONTROLLE DER REQUISITEN FÜR DIE AUFSTELLUNG
Die Hebebühne wurde für den Einsatz in geschlossenen und geschützten
Räumen entwickelt. Der für die Aufstellung gewählte Ort darf sich nicht in der
Nähe von Wasch- oder Lackierstationen, Lösemittel- oder Lacklagern und
von explosionsgefährdeten Räumen befinden.
KONTROLLE DER GEEIGNETEN GRÖSSE DES RAUMES UND
DER SICHERHEITSABSTÄNDE.
Die Hebebühne muß unter Beachtung des Sicherheitsabstands von
Wänden, Säulen, anderen Maschinen, dargestellt aufgestellt werden. Die
eventuellen Voschriften des Landes, in dem die Hebebühne aufgestellt wird,
sind zu beachten.
Insbesondere ist zu kontrollieren:
·
Höhe: Mindestens 5000 mm (es ist die Höhe der Fahrzeuge unter
Berücksichtigung der Tatsache zu beachten, daß die max. Höhe de
fahrschiene 1800 mm ist).
·
Abstand von den Wänden: Mindestens 700 mm.
·
Raum zum Arbeiten: Mindestens 800 mm zusätzlich zu den Abmessun-
gen des zu hebenden Fahrzeugs.
·
Platz für den STEUERPOSTEN.
·
Raum für die Wartung, den Zugang und die Fluchtwege im Notfall.
·
Position zu den anderen Maschinen.
·
Stromanschlussmöglichkeit.
BELEUCHTUNG
Alle Teile der Maschine müssen gleichmäßig und ausreichend beleuchtet
sein, um die Ausführung der im Handbuch vorgesehenen Einstell- und War-
tungseingriffe zu gewährleisten. Dunkelbereiche, Reflexe, Blendung und an-
dere die Augen ermüdende Effekte sind zu vermeiden.
Die Beleuchtung muß in Übereinstimmung mit den am Aufstellort geltenden
Vorschrifften ausgeführt werden (von dem die Beleuchtungsanlage herstel-
lenden Elektriker zu beachten).
BODEN abb.11
Die Hebebühne muß auf ebenem Betonboden mit einer Stärke von minde-
stens 150 mm und mit einem Widerstand von ô
den.Der Boden muß eben und gut nivelliert sein (10 mm Toleranz bei der Ni-
vellierung).Bei besonderen Anwendungen ist der Hersteller zu befragen.
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE
DE VOLGENDE WERKZAAMHEDEN MOGEN
UITSLUITEND WORDEN UITGEVOERD DOOR
GESPECIALISEERDE EN DOOR DE FABRIKANT
BEVOEGDE TECHNISCHE MEDEWERKERS OF EEN
GELICENTIEERDE LEVERANCIER.
UITVOERING VAN DEZE WERKZAAMHEDEN DOOR
ANDERE PERSONEN KAN LEIDEN TOT ERNSTIG
PERSOONLIJK LETSEL EN/OF ONHERSTELBARE
SCHADE AAN DE LIFT.
CHECKLIST VOOR INSTALLATIEBENODIGDHEDEN
De lift is bedoeld voor installatie in een afgesloten en voldoende tegen weer-
sinvloeden beschermde ruimte. De installatieplaats moet op voldoende af-
stand zijn van ruimtes voor wassen en schilderen en niet in de buurt van op-
slagplaatsen van oplosmiddelen of verf, waar mogelijk explosiegevaar aan-
wezig is.
GESCHIKTHEID VAN DE AFMETINGEN VAN DE
INSTALLATIEPLAATS EN VEILIGE AFSTANDEN.
Houd bij het installeren van de lift rekening met de ruimtes tussen mu-
ren, pilaren, andere machines, enz. en installeer volgens eventueel in
het land van installatie geldige wettelijke eisen.
Controleer in het bijzonder:
·
minimumhoogte: 5000 mm inclusief de hoogte van het voertuig en de
maximumhoogte van de platforms, d.w.z. 1800 mm;
·
de minimumafstand tot muren: 700 mm;
·
de minimumwerkruimte: 800 mm;
·
ruimte voor de BEDIENINGSPLAATS;
·
ruimte voor onderhoud, toegang en vluchtroutes voor noodgevallen;
·
de plaats ten opzichte van andere machines;
·
de afstand tot voeding voor probleemloze aansluiting.
VERLICHTING
Alle onderdelen van de machine moeten gelijkmatig met voldoende licht
zijn verlicht om zeker te zijn dat de in de handleiding aangegeven af-
stel- en onderhoudswerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Bo-
vendien moeten schaduwgebieden, lichtreflectie en schittering en alle
situaties waarbij de ogen vermoeid kunnen raken worden vermeden.
Installeer de verlichting volgens de in de plaats van installatie geldige
wetten (de verlichtingsmonteur is hiervoor verantwoordelijk).
VLOER (fig. 11)
Plaats de lift op een horizontale betonnen ondergrond die sterk genoeg
30N/mm2
aufgestellt wer-
is en een minimumdikte heeft van 150 mm. Het beton moet met een
kracht van 30 N/mm2 zijn aangebracht.
Het vloeroppervlak moet vlak en waterpas zijn (10 mm tolerantie). Ra-
adpleeg de fabrikant voor speciale toepassingen.
Publicité
Table des Matières
