Table des Matières
Publicité
ENTRETIEN PÉRIODIQUE
Pour maintenir l'éIévateur en parfaite condition, il est nécessaire de re-
specter scrupuleusement la périodicité d'entretien .
LE NON RESPECT DE CETTE RECOMMANDATION DÉGAGE LE
CONSTRUCTEUR DE TOUTE RESPONSABILITÉ, EN PARTICULIER
VIS À VIS DE LA GARANTIE.
I
NOTA:
La périodicité indiquée correspond à un usage normal du pont. En cas
d'utilisation intensive, les opérations d'entretien devront être plus rap-
prochées.
TOUTES LES OPÉRATIONS D'ENTRETIEN DOIVENT ÊTRE
EFFECTUÉES AVEC
L'ÉLÉVATEUR A L'ARRÊT ET
L'INTERRUPTEUR GÉNÉRAL BLOQUÉ PAR UN CADENAS.
APRÈS LA PREMIERE SEMAINE
de fonctionnement, vérifier:
·
Le serrage des chevilles de fixation du châssis au sol.
·
Le serrage des boulons de fixation des colonnes.
·
Le réglage du câble de sécurité (Voir Fig. 21).
·
La tension des courroies de transmission.
TOUS LES 3 MOIS ...
·
Contrôler à l'aide d'une clé dynamométrique le serrage des chevilles
de fixation du châssis au sol et des boulons d'assemblage..
·
Vérifier la tension des courroies du moteur.
·
lnjecter de la graisse dans le graisseur des roulements placé sur la
partie supérieure des colonnes.
·
Nettoyer et lubrifier les glissières à l'intérieur des colonnes et les pa-
tins de guidage des chariots.
·
Vérifier qu'une couche de huile protège la vis; si nécessaire lubrifier.
·
Vérifier l'état d'usure des écrous porteurs en procédant comme suit:
n
Placer le chariot à hauteur telle que les écrous se trouvent en face
des trous de visite pratiqués dans les carters de vis
n
Contrôler la cote A (Fig. 23). Si A=1,5 mm: écrou en parfait état.
Si A=0 mm: l'écrou est usé à 50%; la limite d'usure est atteinte.
Faire remplacer l'écrou sans attendre.
(Contacter le Centre Technique agréé).
·
Vérifier le serrage de toute la visserie.
·
Vérifier le fonctionnement des dispositifs de sécurité (câble de sécuri-
té, contacts de fin de course, etc.).
46
INSTANDHALTUNG
Für eine optimale Leistungsfähigkeit der Hebebühne ist die vor-
geschriebene Häufigkeit der Wartungseingriffe einzuhalten.
DER HERSTELLER ÜBERNIMMT KEINE GARANTIE FÜR SCHÄDEN
DIE INFOLGE EINER FALSCHEN WARTUNG AUFTRETEN.
I
ANMERKUNG:
Der angegebene Abstand zwischen den Wartungseingriffen bezieht sich auf
normale Betriebsbedingungen. Unter besonders schwierigen Betriebsbedin-
gungen können häufigere Wartungseingriffe erforderlich sein.
ALLE WARTUNGSEINGRIFFE MÜSSEN BEI STILLSTEHENDER
HEBEBÜHNE UND BEI MIT EINEM SCHLOSS ABGESICHERTEN
HAUPTSCHALTER AUSGEFÜHRT WERDEN.
1 WOCHE
nach dem Aufstellen der Hebebühne ist zu kontrollieren:
·
Festspannung der Verankerungsdübel des Untergestells.
·
Festspannung der Befestigungsschrauben der Säulen.
·
Länge des Kabels (Abb. 21).
·
Spannung des Motor-Treibriemens.
·
Festspannung der Verankerungsdübel des Untergestells am Boden
und der Verbindungsbolzen mittels eines Momentenschlüssels kon-
trollieren.
·
Die Spannung des Motor-Treibriemens kontrollieren.
·
Die an der Säulenspitze angebrachten Schraubenlager mittels
Fettspritze schmieren.
·
Die Innenführungen der Säulen und die entsprechenden Gleitschuhe
der Schlitten reinigen und schmieren.
·
Wichtig: bitte prüfen dass die Schraube geschmiert ist. Wenn not-
wending, Ölstoff zusetzen.
·
Den Verschleißzustand der tragenden Spiralgehäuse folgenderma-
ßen kontrollieren:
n
Die Schlitten auf eine derartige Höhe hochfahren, daß die Spiralgeh-
(fig.22).
äuse sich an den Gehäuselöchern befinden (Abb. 22).
n
Die Höhe anhand der Abbildung 23 kontrollieren: bei A = 1,5 mm wird
ein optimaler Betrieb gewährleistet; bei A = 0 mm ist das tragende
Spiralgehäuse zu ca. 50% verschlissen und muß ausgewechselt wer-
den. Es ist der autorisierte Kundendienst zu rufen.
·
Kontrollieren, daß alle Schrauben festgezogen sind.
·
Kontrollieren, daß die Sicherheitsvorrichtungen einwandfrei funktio-
nieren (Sicherheitskabel, Endschalter, usw.).
ALLE 3 MONATE...
PERIODIEK ONDERHOUD
Volg om de lift in de goede bedrijfsstaat te houden de volgende aanwijzingen
op.
HET NIET IN ACHT NEMEN VAN DEZE AANBEVELINGEN
ONTSLAAT DE FABRIKANT VAN ALLE
VERANTWOORDELIJKHEDEN MET BETREKKING TOT GARANTIE.
I
N.B.:
De aangegeven intervallen zijn gebaseerd op normale bedrijfsomstan-
digheden. Zeer zware omstandigheden vereisen andere intervallen.
VOER ALLE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN MET EEN
STILSTAANDE LIFT EN EEN VERGRENDELDE SCHAKELAAR UIT.
Controleer ZEVEN DAGEN na de installatie:
·
of de ankerbout in de onderplaat goed is aangedraaid,
·
de bevestigingsschroef van de zuil goed is aangedraaid,
·
de lengte van de kabel (zie Fig. 21),
·
de spanning van de motoraandrijfriemen.
IEDERE DRIE MAANDEN
·
Controleer met een momentsleutel of de ankerbouten in de onder-
plaat en de verbindingsbouten goed zijn aangedraaid.
·
Controleer de spanning van de motoraandrijfriemen.
·
Smeer de leischroeflagers aan de bovenkant van de zuilen via de
smeernippels.
·
Reinig en smeer de interne banen in de zuilen en wagenschoenen.
·
Controleer of de schroef olie bevat en smeer deze indien nodig.
·
Controleer de moeren als volgt op slijtage:
n
breng de wagen op gelijke hoogte met de gaten in de zijbescher-
mkappen (Fig. 22).
n
controleer de afmeting in Fig. 23: Zorg voor optimale bedrijfsomstan-
digheden dat A= 1,5 mm. Als A = 0 mm, is de hefmoer voor 50% ver-
sleten en aan vervanging toe. Neem contact op met het erkende ser-
vicecentrum.
·
Controleer of alle schroeven goed zijn aangedraaid.
·
Controleer de werking van de veiligheidsvoorzieningen (veiligheid-
skabel, begrenzerschakelaars, enz.).
Publicité
Table des Matières
