Pos.-
Reservedeel-
Benaming
nr.
nr.
18
366059
Steunarm
19
Vleugelschroef voor steunarm
20
Werkstukspanner
366060
21
Vleugelmoer voor werktuigspanner
22
Stergreep
23
366011
Stofzak
24
Afzuigstuk
25
Vergrendeling neigingshoek
26
Schaal voor neigingshoek
27
Wijzer voor neigingshoek
28
Stelschroef voor 90° helling zaagkop
29
Contramoer voor stelschroef (90°)
30
Stelschroef voor 45° helling zaagkop
31
Kontermutter für Einstellschraube (90°)
32
Stelschroef voor zaagbladpositie
33
Contramoer voor stelschroef (positie
van het zaagblad)
34
Zeskantschroef voor
zaagbladbevestiging
35
366020
Voorste zaagbladflens
36
366018
Zaagblad ( 305x30x2,8x60T)
37
366017
Achterste zaagbladflens
38
366016
Zaagbladvergrendeling
39
Boringen
40
Kantelbescherming
41
Stelschroef voor 45° helling (rechts)
42
Contramoer voor stelschroef (45°
rechts)
43
Koolborstel
44
Montagesleutel
45
Waarschuwingsbord 1
46
366003
Waarschuwingsbord 2
47
363977
Typeplaatje
Voorbereiding voor ingebruikname
Om een foutvrij werken van de machine te behalen, volg
de vermelde instructies:
Stel de machine op een plaats die aan de volgende
voorwaarden beantwoordt:
Slipvrij
Trillingsvrij
Vlak
Vrij van struikel gevaar
Met goede lichtomstandigheden
Controleer voor elk gebruik:
de aansluitkabels op beschadiging
gebruik geen beschadigde aansluitkabels.
het zaagblad op foutvrije toestand
Gebruik geen vervormde of beschadigde zaagbladen.
Vervang een versleten of beschadigde tafelinzet direct door
een nieuwe.
Bij het zagen van hout dient de machine aan een
stofopvangvoorziening te worden aangesloten.
126
Voor een veilige stand moet de zaag op een stabiele
ondergrond (bv werkbank of onderstel) in optimale
werkhoogte worden vastgeschroefd:
Montage op een werkbank / werktafel:
Stel het toestel op een recht uitgerichte, gladde
werkbank of een werktafel.
Een oneffen vlakte kan tot vastklemmen van het
zaagblad of een onnauwkeurige snede leiden.
Voorzie de werkbank/werktafel met 4 boringen in
overeenstemming met de boringen in de grondplaat (39).
Schroef het toestel vast.
Losmaken van de transportzekering
Maak vóór het gebruik de transportzekering los:
Druk de handgreep licht naar beneden
Trek de transportzekering (5) eruit
Ingebruikname
Aansluiting op het net
Vergelijk de op het typeplaatje van de machine vermelde
spanning, bv 230 V met de netspanning en sluit het toestel aan
het desbetreffend en reglementair stopcontact aan.
Sluit het toestel via een differentiëelschakelaar 30 mA aan.
De aansluitkabel moet volgens IEC 60 245 (H 07 RN-F) zijn,
met een draad doorsnede van minstens:
1,5 mm² bij een lengte tot 25 m.
2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m.
In-/Uitschakelaar
Gebruik geen toestel waarbij de schakelaar niet kan worden
in- en uitgeschakeld. Beschadigde schakelaars moeten
onmiddellijk worden gerepareerd of vervangen door de
klantenservice.
Inschakelen
Druk de in-/uitschakelaar (1A).
Uitschakelen
Laat de in-/uitschakelaar weer los.
Laser inschakelen
Druk de in-/uitschakelaar (1B) in.
Schakel de laser alleen in, wanneer een werkstuk op de
draaitafel ligt.